Bespaar door je huis te verwarmen met de warmte van een computer

'ANP'

Een computerserver die tegelijk dient (en eruitziet) als een radiator: het kan flink schelen in de stookkosten.

Wie wel eens met zijn laptop op schoot werkt, weet dat computers warm worden. Computerservers, die bijvoorbeeld uw video’s omzetten naar YouTube of medisch onderzoek verrichten, produceren vaak nog veel meer warmte.

Nu staan die servers bij elkaar in grote datacentra. Maar als je ze bij mensen thuis plaatst, kunnen zij die warmte gebruiken om hun huis gratis te verwarmen, bedacht de Delftse start-up Nerdalize.

Snel internet

Het bedrijf ontwikkelde een server-verwarming: een computerserver die tegelijk dient (en eruitziet) als radiator. De server voert voor bedrijven en instellingen als universiteiten complexe berekeningen uit en stuurt die  naar de cloud. Een huis moet dus wel snel internet hebben.

Energiebedrijf Eneco vond dat zo interessant dat het met Nerdalize, waarin het ook een minderheidsbelang heeft genomen, een proef is gestart: bij vijf huishoudens wordt dezer weken een ‘eRadiator’ geplaatst.

Onderhoudsarm

De proef loopt minimaal tot eind dit jaar. Is het onderhoud aan afzonderlijke server-radiatoren niet veel duurder dan als ze op één plek staan? ‘Ze zijn onderhoudsarm en overall zijn bedrijven goedkoper uit,’ zegt Boaz Leupe (30), mede-oprichter van Nerdalize.

Zij hoeven geen ruimte in een datacenter meer te huren en koelingskosten vervallen. De besparing voor bedrijven zou 30 tot 55 procent zijn.

‘Voor huishoudens verwachten we een kostenbesparing van 300 à 400 euro per jaar,’ zegt Eneco-woordvoerder Marcel van Dun (44). Nerdalize betaalt de stroomkosten van de server.

In de zomer hoeven de gezinnen geen peentjes te zweten. De warmte wordt dan naar buiten afgevoerd. De radiator is bestand tegen, zeg, omvallende koffie. Volgens Leupe is het concept ook veiliger: ‘In datacentra staat alles op één plek. Door het te verdelen, spreid je risico’s. Bij een stroomstoring in een deel van het land rekenen servers elders gewoon door.’

Elsevier nummer 15, 11 april 2015