Weinig basisscholen geven nog muziekles. Het Concertgebouw biedt een onlinelesmethode om onzekere leraren te helpen.
Kinderen krijgen op de basis- school nauwelijks nog muziekles. Steeds meer tijd gaat op aan cognitieve vakken als rekenen en taal. Daarop worden scholen immers afgerekend.
Maar juffen en meesters weten ook niet goed hoe ze muziekles moeten geven. Op de Pabo leren ze het niet, vakleerkrachten zijn wegbezuinigd. Vaak zijn leraren onzeker over hun muzikale kennis en vaardigheden, blijkt uit onderzoek van bureau Motivaction. Van de ondervraagde leraren wil 85 procent meer aan muziek doen.
Muziekmethode
Het Koninklijk Concertgebouw komt aan die wens tegemoet, vertelt hoofd educatie en participatie Anja van Keulen (40): ‘Muziek doet iets met je, het roept emoties op. Dat willen we zo veel mogelijk kinderen laten ervaren.’
Het Concertgebouw nam het initiatief voor de ontwikkeling van een onlineleermethode voor groep 1 tot en met 8: Kazoo. Een
eigentijdse (lees: digitale) leermethode was er nog niet, vertelt Van Keulen. ‘De laatste muziekmethode voor scholen dateert uit de jaren negentig.’
Gratis
Bij een digitale leermethode speelt het ‘digibord’, het digitale schoolbord dat schrijfbord en computerscherm ineen is, een grote rol. Een les wordt verrijkt met filmpjes, websites en muziekfragmenten.
Zo kunnen leerlingen in een filmpje zien waaruit een trompet bestaat, leren ze via het digibord zingen van een zangpedagoog (een soort digitale muziekjuf), en horen ze allerlei muziekstijlen, naast klassiek ook jazz of pop. Alles onder begeleiding van de echte juf, die in de lesmethode een actieve rol krijgt.
De kosten voor de ontwikkeling en distributie – ruim 1,8 miljoen euro – worden betaald door zes particuliere fondsen, waaronder Het Concertgebouw Fonds. Vanaf januari 2016 kunnen alle 7.100 basisscholen de methode een half jaar gratis proberen. Als ze ermee willen doorgaan betalen ze 2,50 euro per schooljaar per leerling. Aanmelden kan via concertgebouw.nl.