Apple, Microsoft, Facebook en Google proberen elkaar te overtreffen bij de ontwikkeling van computerassistenten.
Je zou het een sluimerende opmars kunnen noemen. Apple heeft sinds 2011 Siri op zijn iPhones staan, de computerassistent waaraan je vragen kunt stellen. Een jaar later volgde Google met Google Now. Microsoft kwam begin 2015 met Cortana. En nu heeft ook Facebook een computervraagbaak, M.
Het sociale-netwerkbedrijf doet nu een test in San Francisco met enkele honderden mensen. Het doel is dat uiteindelijk alle Facebook-gebruikers via de Messenger-app van het bedrijf vragen kunnen stellen aan M: kun je een goed restaurant aanbevelen? Weet je een goed cadeau voor mijn oom? En ga zo maar door.
Universele vraagbaak
Computerassistenten kunnen zulke vragen alleen goed beantwoorden als ze hun gebruikers goed kennen. Facebook bezit daarvoor over goede kaarten: het bedrijf beschikt over een berg aan persoonlijke gegevens van zijn gebruikers. M gaat verder dan andere computerassistenten, belooft Facebook: het kan ook reserveringen maken of vliegreizen boeken.
De lat van Facebook ligt hoog: het bedrijf lijkt voor ogen te hebben dat M concurrent Google gaat vervangen als universele vraagbaak. M zou ervoor zorgen dat mensen nog meer tijd op de app van Facebook spenderen. Het sociale netwerk kan zo veel meer data over zijn gebruikers verzamelen, waarmee het gerichter kan adverteren en dus nog meer geld kan verdienen.
De andere internetgiganten Apple, Microsoft en vooral Google zullen niet lijdzaam toezien. De komende maanden zijn vast meer aankondigingen over computerassistenten te verwachten.
Elsevier nummer 37, 12 september 2015