Geen boete en ook geen terugvordering van de lening
Het Europees Hof in Luxemburg heeft dinsdag 4 februari een uitspraak (arrest) gedaan die gevolgen heeft voor het inburgeringsbeleid.
De Nederlandse staat mag het halen van de inburgeringstoets niet zomaar afdwingen door geldboetes op te leggen als de gestelde termijn niet wordt gehaald. Ook mag een door de staat verstrekte lening voor de inburgering niet zomaar worden teruggevorderd.
De zaak begon in 2020, toen een Eritrese vluchteling in Nederland van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een boete kreeg van 500 euro, omdat hij niet binnen de gestelde termijn het inburgeringsexamen had gehaald.
Die termijn was aanvankelijk drie jaar, maar was tussentijds nog meerdere malen met in totaal een jaar verlengd. Ook moest hij een lening van 10.000 euro, die hij had ontvangen om de inburgeringscursus te bekostigen, terugbetalen. De Eritreeër stapte naar de rechter.
EW’s Visie: Bescherm de vluchteling, maar hou het rechtvaardig
Door: Redacteur rechtsstaat Geerten WalingHet arrest van het Europees Hof is niet alleen van toepassing op de trage inburgeraars van vóór 2022 die een lening moesten terugbetalen, maar ook op degenen die afgelopen jaren een boete hebben gekregen of die nu nog steeds kunnen krijgen. Dat maakt het arrest even actueel als invloedrijk.
Zeker omdat in deze tijd de onderwerpen asiel en integratie hoog op de maatschappelijke agenda staan, na een reeks voorvallen van anti-Israëlisch en antisemitisch geweld door, hoofdzakelijk, islamitische Nederlanders met een migratieachtergrond.
Ondenkbaar
Terecht of niet, het is niet ondenkbaar dat het kabinet-Schoof of een volgende regering de neiging krijgt het integratiebeleid weer verder aan te scherpen. Dat kan door de (financiële) druk op de beoogde inburgeraars te vergroten in de vorm van een lening met strikte voorwaarden.
Er zou zelfs politiek draagvlak kunnen zijn voor het volledig verhalen van de hoge kosten voor een inburgeringstraject op de deelnemers zelf.
Het is goed dat Nederland zich heeft gebonden aan Europese (en andere) verdragen en afspraken die de rechten van burgers, en zeker van vluchtelingen, beschermen.
Het principe van ‘internationale bescherming’ is iets om hoog te houden, zeker in het land waarvan de regering zetelt in de internationale stad van ‘vrede en recht’.
Gebrekkige controle op inburgeringsbeleid
Toch wringt er iets. Er is al weinig controle op de instroom van asielzoekers, hun verblijf hier en de toekenningsprocedure voor de verblijfsvergunningen, maar ook daarna staat de overheid behoorlijk machteloos.
De immigrant die na herkansing op herkansing alsnog niet slaagt voor het inburgeringsexamen, krijgt uiteindelijk een vrijstelling. Duizenden euro’s cursusgeld per persoon gaan in rook op en van de verplichte inburgering is alsnog niets terechtgekomen.
De subsidie voorwaardelijk maken (als lening tot het examen is behaald) mag alleen nog zolang de overheid het geld nooit terugvordert – en een boete is al helemaal uitgesloten.
Bescherming van burgers is belangrijk, maar het is de vraag of een zo robuuste rechtsstaat niet juist indruist tegen de algemene principes van rechtvaardigheid.
Reageren? Praat mee op XInternationale bescherming boven politieke wens tot betere integratie
raadvanstate.nl, nu.nl, binnenlandsbestuur.nlDe advocaat-generaal van het EU-Hof heeft vorig jaar juni in een advies al gezegd wat het Hof nu bevestigt: inburgeringsmaatregelen zijn toegestaan, inclusief verplichte cursussen en examens, zolang de inburgeraar maar niet de dupe wordt van financiële verplichtingen, zoals verplicht cursusgeld of boetes.
Op losse schroeven
Dat zet de betekenis van ‘verplicht’ wellicht op losse schroeven, maar het internationaal recht hecht meer waarde aan de bescherming van de individuele vluchteling, die mogelijk niet over de vereiste capaciteiten, mogelijkheden of middelen beschikt om aan de verplichtingen te voldoen.
Migrant zijn én schulden hebben, is een dubbel nadeel, zo oordeelde de advocaat-generaal.
Kortom, volgens het Europees recht weegt de ‘internationale bescherming’ die ook Nederland verplicht is te bieden, zwaarder dan de politieke wens om de kwaliteit van de integratie (taalbeheersing en kennis van de Nederlandse cultuur, normen en waarden) te verhogen.
Het Europees Hof boog zich over de kwestie na zogenoemde prejucidiële vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die van het Hof wilde weten of het inburgeringsbeleid voldeed aan de Europese Kwalificatierichtlijn. De Raad van State doet nog een definitieve uitspraak in de zaak van de Eritreeër tegen de Staat.
Verdere verdieping
Het stellen van de verplichting tot inburgering, inclusief een termijn waarbinnen het examen moet worden behaald, mag. Maar, zo oordeelt het EU-Hof, zulke integratiemaatregelen mogen de integratie niet in de weg staan.
Ook mag een financiële straf, net zomin als een lening met verplichting tot terugbetaling, geen ‘onredelijke financiële last’ leggen op de vluchteling (‘iemand die de internationale bescherming geniet’).
Daarbij moet de staat rekening houden met de individuele vermogens en omstandigheden van zakkende inburgeraars, zo stelt het EU-Hof op basis van een Europese richtlijn uit 2011.
Let wel: het arrest gaat over het inburgeringsbeleid zoals dat tot 2022 bestond. Daarin moesten immigranten zelf hun inburgering regelen en betalen.
Het vorige kabinet voerde beleid in dat ‘de inburgeraar centraal’ zet en dat meer is gericht op succesvolle integratie om sneller te kunnen participeren in de samenleving en op de arbeidsmarkt.
Volgens het ‘ketenplan‘ moet nu de gemeente de benodigde ‘leerroutes’ naar inburgering voor de statushouders inkopen.
Inburgeraars hoeven geen lening af te sluiten
Inburgeraars hoeven dus geen lening meer af te sluiten. Wel zijn er na 2022 nog steeds (en steeds meer) boetes (tot 1.250 euro) uitgedeeld bij het niet, of niet tijdig, halen van het examen.
Sinds de zaak bij het EU-Hof loopt, heeft uitvoeringsinstantie DUO de bestaande boetes en uitstaande leningen bevroren. Het gaat om respectievelijk 2,3 miljoen euro aan boetes en 27 miljoen euro aan leningen. Hoeveel van die boetes de strenge criteria van het Hof zullen doorstaan, is niet bekend.