Er zijn weinig landen die zo veel doen aan natuurbescherming. Het Naardermeer, de Oostvaardersplassen, de eilandjes in de Marker Wadden, al die ecoducten en vogelkijkhutten. Dat maakt het des te vreemder dat er nauwelijks wordt geprotesteerd als ons belangrijkste natuurgebied, de Noordzee, wordt verkracht om er de ‘groene’ energiecentrale van Europa van te maken, schrijft Simon Rozendaal.
Ik heb rond de Mont Blanc en Zugspitze gewandeld, de grens van de Amazone en Rio Negro bevaren, ontroerd omhoog gekeken naar het noorderlicht bij Reykjavik, me verbaasd over de blauw-witte pracht op het Antarctisch Schiereiland.
Maar ach, voor zo’n dichtbevolkt en hooggeïndustrialiseerd land heeft ook Nederland verbazingwekkend veel natuur. De Waddenzee, de Dordtse en Brabantse Biesbosch. De duinen tussen Katwijk en Scheveningen, de beekjes in Zuid-Limburg, de slikken en schorren van Zeeland, de heide bij Valkenswaard. Zelfs polders. Okay, het is mensenwerk en geen oernatuur, maar als je over zo’n binnendijkje fietst, in Midden-Delfland, en je hoort kieviten, je ziet hazen, je ruikt brem: hallelujah.
Ik weet niet wie of wat erachter zit (ik vermoed dat Darwin meer in de buurt komt dan Genesis) maar als ik een koolmeesje zie, begrijp ik wat Spinoza heeft bedoeld met zijn uitspraak dat natuur en God hetzelfde zijn.
De minister schaamt zich voor onze natuur
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen