Halverwege de twintigste eeuw waren korstmossen in Nederland bijna verdwenen. Ze zijn zeer gevoelig voor luchtvervuiling. Vanaf 1960 begon de hoeveelheid zwaveldioxide af te nemen en vanaf 1990 was de lucht weer zo schoon dat korstmossen zelfs in de steden terugkwamen. Simon Rozendaal maakte een wandeling op begraafplaats Crooswijk en zag prachtige mossen en korstmossen.
Met Pinksteren maakten we een wandeling op begraafplaats Crooswijk, Rotterdam. Gids Koos Leidelmeijer legde uit hoe de paardenkastanje aan zijn naam komt, de tondelzwam een boom ziek maakt, wat het verschil is tussen een moeras- en watercipres en waarom de Kaukasische vleugelnoot zijn favoriet is.
Opnieuw drong tot me door wat een wonder van Moeder Natuur de boom is. Een flink exemplaar pompt dagelijks honderden liters water uit de bodem naar boven en wasemt koele druppeltjes uit, via huidmondjes aan de onderkant van de bladeren. Na de uitleg van Leidelmeijer – een vriendelijke, beschaafde bomenkenner met Indische wortels – ben ik nog sterker overtuigd dat Nederland meer bomen moet planten. Niet een beetje meer (we hebben per hoofd van de bevolking zo’n beetje de minste bomen van Europa), maar veel meer.
Korstmossen geven vertrouwen in de toekomst
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen