De Olympische Spelen van 2024 waren voor Nederland de meest succesvolle uit de geschiedenis. Maar wat we ons vooral zullen herinneren, is dat het IOC twee gouden medailles voor vrouwen aan mannen gaf, schrijft Gerrie Strik in een ingezonden opinie.
Twee Franse dragqueens kregen de eer om de olympisch vlam naar Parijs te dragen. En natuurlijk waren het grote namen uit de Franse mode die de openingsceremonie van de Olympische Spelen ontwierpen. Allen uit de queer scene. En het evenement werd ook nog eens muzikaal omlijst door dj en LGBTQ+-icoon Barbara Butch, die tevens als Christus figureerde in een omstreden allusie op het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci. Je zou haast vergeten dat het om het grootste internationale sportevent ging.
Zo maakten we op theatrale wijze kennis met de ideologische context waarbinnen deze Spelen zich zouden afspelen. Hier werd de sfeer geschetst en hier werden de randvoorwaarden vastgesteld. De helden – dat was duidelijk, zouden mannen zijn – in hun glorieuze metamorfose tot vrouw.
Zo bereidde de opening je op speelse wijze voor op het moment van diepe vernedering waarin de werkelijke heldin van de olympische vrouwensport – de doorgewinterde Italiaanse bokser Angela Carini – haar gevecht in 46 seconden moest staken om huilend op de grond te knielen, terwijl het bloed uit haar neus liep: het goud was voor de Algerijnse Imane Khelif en Lin Yu-ting uit Taiwan. Eén van de machtigste organisaties van de wereld liet toe dat Carini en zeven andere vrouwen herhaaldelijk op het hoofd werden geslagen door twee boksers die waarschijnlijk XY-chromosomen hebben.
Veiligheid van vrouwen in handen van dwazen
En zo toonden de Olympische Spelen wat er gebeurt als je de veiligheid van vrouwen in de handen legt van dwazen die zeggen dat het onmogelijk is om te weten wat een vrouw is. Het is geen zekerheid, maar het door IAAF bevestigde vermoeden bestaat dat Khelif en Lin Yu net als veel ‘vrouwelijke’ topsporters een DSD hebben: een stoornis in de geslachtsontwikkeling waardoor de voortplantingsorganen van de foetus zich niet normaal ontwikkelen. Soms weten ze dat zelf niet. De meeste DSD’s beïnvloeden de vruchtbaarheid, niet de sportprestaties. De belangrijkste uitzondering is wanneer een DSD ertoe leidt dat een mannelijk persoon bij de geboorte ten onrechte als vrouw wordt geregistreerd. Dit is het geval bij 5-ARD. In veel ontwikkelingslanden worden mensen met 5-ARD bij de geboorte als vrouw geïdentificeerd en opgevoed als meisje. Maar in de puberteit beginnen de inwendige teelballen tien tot twintig keer zoveel testosteron als bij een vrouw te produceren, waardoor zij veel meer kracht, spiermassa en andere mannelijke fysieke kenmerken ontwikkelen.
Intersekse/DSD komt 140 keer vaker voor bij vrouwelijke topsporters dan in de algehele bevolking, aldus een publicatie van de Internationale Association of Athlete Federations (IAAF) uit 2019. [1][2] En nee: testosteronverlaging maakt het niet eerlijker. Als je testosteron onderdrukt, krimpt de sporter niet en verandert zijn skelet niet.
5-ARD is de aandoening die Caster Semenya heeft en het mannelijke sportvoordeel is de reden waarom het Hof voor Arbitrage in de Sport heeft bepaald dat 5-ARD-atleten kunnen worden uitgesloten van vrouwencompetities.
IOC doet alsof het niet mogelijk is om te weten wat een vrouw is
Maar de voorzitter van IOC deed alsof er geen énkele manier is om te weten wat een vrouw is. ‘Als iemand ons een wetenschappelijk solide systeem voorlegt om mannen en vrouwen te identificeren […] dan zouden we meer dan blij zijn,’ verklaarde Thomas Bach. Dat tot voor kort een uitstrijkje van de wang met een wattenstaafje het biologische geslacht aangeeft, vergat hij te vermelden. En ook dat het IOC deze snelle en eenmalige test tegen de wil van vrouwelijke sporters in 2000 heeft afgeschaft.
We weten het natuurlijk niet, maar het zou zo maar kunnen dat een uitstrijkje van het wangslijmvlies is wat de Internationale Boks Associatie (IBA) heeft gedaan, en op grond waarvan ze Khelif en Lin heeft uitgesloten van de wereldkampioenschappen boksen in 2023. De IBA deelde haar niet openbare advies in juni met het IOC, die het eerst ontkende en later naast zich neer legde.
Het IOC gaf in plaats van vrouwen te beschermen een Framework on Fairness uit. Hierin staat dat er ‘geen vermoeden van voordeel’ mag zijn alleen omdat een atleet een man is of een DSD heeft. Het gaat dus niet om het bestrijden van het sportvoordeel, het gaat om het bestrijden van een ‘vermoeden’ van sportvoordeel. Het eerste principe van dit zuiver ideologisch gefundeerde document is Inclusion and non-discrimination on the basis of gender identity and sex variations.
Het tweede principe is ‘preventie van schade’ – niet om te voorkomen dat vrouwen blijvende hersenschade ondervinden van een vuistslag, maar om DSD- en transgendersporters te beschermen die eronder kunnen lijden als ze niet in aanmerking komen voor deelname aan wedstrijden voor vrouwen. Iedereen die bezwaar maakt tegen deze gang van zaken, houdt zich volgens IOC-voorzitter Bach bezig met ‘haatzaaien’.
Het IOC heeft geprobeerd iedereen te gaslighten
Vrouw is een geslacht en de verschillen tussen de mannelijke en vrouwelijke sekse zijn de reden waarom vrouwensport bestaat. Om te beweren dat vrouw zijn een aantekening is in een paspoort of een vrij te kiezen identiteit, is het opzettelijk ontkennen van het recht op eigen ruimten en eigen sportcategorieën voor vrouwen. Als dit kan gebeuren bij het vrouwenboksen, dan kan het gebeuren met elke vrouwensport en met elke vrouwenruimte waar jij, je moeder of je dochters op vertrouwen.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom het IOC deze schandelijke en gevaarlijke travestie van gerechtigheid toestond. Het liet personen met het vermoedelijk XY-chromosomen meedoen aan het boksen voor vrouwen. Daarom kan het IOC geen seksetesten toestaan: omdat het al besloot dat je geen vrouw hoeft te zijn om mee te doen in de vrouwencategorie. In plaats van toe te geven dat het boksschandaal van de Olympische Spelen het resultaat is van de bewuste beslissing die het heeft genomen om de vrouwensport niet te beschermen, heeft het IOC geprobeerd iedereen te gaslighten – op precies dezelfde manier als de overheid en sportorganisaties als NOC*NSF dit al jaren doen.
Geen enkele vorm van ideologie op de Spelen toegestaan?
Voor Nederland was Parijs 2024 de meest succesvolle Olympische Spelen ooit. Niet in het minst vanwege de geweldige prestaties van onze vrouwelijke atleten. Het feit dat onze nationale heldin Sifan Hassan de ster van de olympische marathon was, ook al weten we dat haar tijden en records geen medaille winnende prestaties zouden opleveren als er geen vrouwelijke categorie was, toont precies het belang aan van vrouwensport.
Dat is de reden waarom de zwem-, atletiek-, rugby- en wielrenbonden naar de wetenschap keken, en vrouwelijke atleten raadpleegden om vervolgens stappen te ondernemen om de vrouwelijke categorie te beschermen. Om precies dezelfde reden had het IOC dit moeten doen. Maar het IOC weigerde dit. Ook het NOC*NSF heeft jarenlang toegekeken hoe het IOC dezelfde excuses gebruikte die organisaties en genderideologen in de media keer op keer gebruiken.
Wat we ons vooral zullen herinneren van deze Olympische Spelen is dat het IOC twee gouden medailles voor vrouwen aan mannen gaf. Onder het mom van inclusie en mensenrechten. De ideologische context van de Olympische Spelen in Parijs laat zien wat er gebeurt als vrouwen worden opgeofferd aan het recht van mannen en wat er gebeurt als het IOC zijn eigen regel dat geen enkele vorm van ideologie op de Spelen is toegestaan, aan zijn laars lapt.
Noten
[2] “We have seen in a decade and more of research that approximately 7.1 in every 1000 elite female athletes in our sport are DSD athletes with very high testosterone levels in the male range. (…) This frequency of DSD individuals in the elite athlete population is around 140 times higher than you will find in the general female population, and their presence on the podium is much more frequent even than this.”
Sportwetenschapper professor Wim Derave van Universiteit Gent:
“Op een gewone populatie zijn ze heel zeldzaam, één op 10.000 tot 50.000. Maar onder de deelnemers van de Olympische Spelen vind je er ineens 1 op 400. Dat weten we omdat alle vrouwelijke atleten Olympische Spelen tussen 1968 en 1996 tot een genetische test werden verplicht.”