Doordat we steeds meer weten en meten en als mensen gefocust zijn op slecht nieuws, zijn we vaak bang voor niets. Dat schrijft Simon Rozendaal.
Volgens psychiater Neeltje Batelaan zijn we tegenwoordig aanzienlijk banger dan vroeger. Ze is hoogleraar ‘angstgerelateerde stoornissen’ in het Amsterdam UMC en zei in haar oratie dat het aandeel volwassenen met ‘niet-realistische angsten’ in de afgelopen tien jaar is gestegen van 10 naar 15 procent.
In NRC vertelde ze dat ze het niet helemaal begreep. ‘Vertel het maar. Ik weet het niet.’ Het komt niet door corona, dat schijnt goed te zijn uitgezocht. Vermoedelijk spelen sociale media een rol, maar daarnaar wordt nog onderzoek gedaan. De krant vroeg of desinformatie via het internet misschien van belang is, maar ook dat moet nog worden nagekeken.
Angst is vreselijk. Elke taal heeft daar bijzondere uitdrukkingen voor. ‘Angst is een slechte raadgever.’ En de mooiste misschien: ‘Een mens lijdt dikwijls ’t meest, door het lijden dat hij vreest, doch dat nooit op komt dagen.’ Het Engels kent ook fraaie. ‘Fear is the mind-killer’ – angst sloopt je brein. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt zei in 1933 tijdens een verkiezingsrede: ‘We have nothing to fear but fear itself.’ Het enige waar we bang voor moeten zijn, is angst. En natuurlijk die van Madame Curie (als ze het tenminste in het Engels heeft gezegd, misschien was het wel in het Pools of het Frans): ‘Nothing in life is to be feared, it is only to be understood.’ Vrij vertaald: wees niet bang, probeer je angst te begrijpen.
Nou dacht ik altijd dat het Duits hier de kroon spant, en dat komt door Rainer Werner Fassbinder. De Duitse regisseur (1945-1982) maakte in 1973 de film Angst essen Seele auf. Prachtig geformuleerd – angst eet je ziel op – maar hij kwam in Nederland destijds uit onder de (achteraf ronduit zwakzinnige) titel ‘Alle Turken heten Ali’. Ik heb hem als student gezien, was onder de indruk – het was een van de eerste films die de problemen van de multiculturele samenleving aankaartten en dan ook nog eens vanuit de optiek van de immigrant.
‘Vertel het maar’
Onlangs heb ik hem opnieuw bekeken, op dvd. Het viel niet mee. In mijn herinnering was Fassbinder zoiets als Quentin Tarantino, de broers Coen of Guy Ritchie nu. Nee dus. Het kwam allemaal erg geconstrueerd en dik aangezet over. Wel viel op dat ‘Angst essen Seele auf’ helemaal geen Duitse uitdrukking was, zoals ik al die tijd had gedacht. Het was een Arabische zegswijze, zo vertelde de Marokkaanse hoofdrolspeler (ook nog eens helemaal geen ‘Turk’) in de film.
Als zelfs een hoogleraar in de angst niet weet waarom we zo veel banger zijn dan vroeger en ons uitnodigt om mee te denken – ‘vertel het maar’ – wil ik wel een poging doen. De Duitse socioloog Ulrich Beck (1944-2015) voorspelde in 1986 in De risicosamenleving al dat we zouden worden geobsedeerd door risico’s. Beck waarschuwde voor een ‘angstindustrie’, die zich verrijkt aan een algehele maatschappelijke zenuwinstorting. Hij doelde vooral op terroristen en veiligheidsdiensten, maar ik neem de vrijheid om zijn these te verbreden.
Ik denk namelijk dat die toename van angst ook te maken heeft met de niet-aflatende stroom negatieve informatie over de planeet, de natuur en het milieu. NRC vroeg aan mevrouw Batelaan hoe het zat met de desinformatie die via internet wordt verspreid, maar een minstens even groot probleem is de onevenwichtige informatie die van de media komt. In kranten als NRC, Trouw en de Volkskrant en op de televisie krijg je dagelijks de indruk dat het leven geen enkele zin meer heeft en alles naar de ratsmodee gaat.
Het klimaat is van slag, met de natuur gaat het vreselijk, we worden vergiftigd met PFAS en glyfosaat, we krijgen massaal kanker van alle rotzooi, er zijn bijna geen bijen meer over (en hoe moet het dan met de bevruchting van de fruitbomen?), binnenkort ligt Amersfoort aan zee, het aantal zaadcellen daalt spectaculair, enzovoort.
Het is veel te negatief. Er is gelukkig veel dat wel de goede kant op gaat en dat verdient het om te worden benoemd. Ik heb twee boeken met goed nieuws geschreven en benadruk ook in deze column met enige regelmaat wat er goed gaat. Om twee voorbeelden (van de pakweg tachtig) te noemen: in de westerse wereld leven we dertig jaar langer dan een eeuw geleden en in de hele wereld (ook in de allerarmste landen) is de kindersterfte spectulair gedaald.
Hoera, hoera, hoera!