Royal HaskoningDHV hergebruikt bruggen als klimaatoplossing

Tweede leven in Zuidlaren via Bruggenbank. (Foto: Reyer Boxem)

Via de Bruggenbank, een marktplaats voor afgedankte brugdelen, geeft Royal HaskoningDHV gebruikte constructies een tweede leven – en bespaart zo tonnen CO₂.

Vier jaar geleden lagen ze nog over de A9. Nu hebben de zes betonnen liggers uit een oud viaduct in Amstelveen een nieuw thuis, zo’n 200 kilometer verderop. In het Drentse Zuidlaren verrijst een nieuw natuurgebied met een watergang onder de N386, dus daar moest een nieuwe brug komen.

‘Pas op voor de betonwapening, hoor. Die punten steken nog weleens gemeen uit,’ zegt Jan Brouwer bij het betreden van de bruggenbouwplaats.

Brouwer werkt bij Royal HaskoningDHV en is projectleider van Bruggenbank: de online marktplaats voor tweedehands bruggen. Hij zorgde voor de match tussen de oude liggers van het A9-viaduct en de nieuwe brug in Zuidlaren.

‘Kijk, hier kun je het goed zien,’ wijst Brouwer. Aan de kopse kant van de brug in aanbouw zie je de oude A9-liggers duidelijk zitten, die eruitzien als een omgekeerde letter T.

Klimaatpionier: de Bruggenbank van Royal HaskoningDHV.

De uitdaging: de vele CO2-uitstoot bij het maken van bouwmaterialen als cement of staal.

De oplossing: een online marktplaats voor tweedehands bruggen.

Daarbovenop komt nog het wegdek te liggen. ‘De buitenste liggers zijn nieuw, maar die zes in het midden zijn allemaal hergebruikt. Dat we oud en nieuw zo mixen, is voor het eerst.’

De informatie over deze liggers is ­altijd goed gedocumenteerd door de ­fabrikanten. Zo is bekend wat de staalsterkte is, de betonsterkte, en dat de ­liggers zijn gemaakt in december 1979.

Brouwer: ‘Met die informatie konden we berekenen hoe lang de liggers nog meegaan. In dit geval bleek dat nog minstens honderd jaar te zijn. Dat is toch zonde om weg te gooien.’

Projectleider Jan Brouwer (Foto: Reyer Boxem)
Projectleider Jan Brouwer (Foto: Reyer Boxem)

Royal HaskoningDHV: Minder CO2-uitstoot door tweedehandsbrug

Nederland is een bruggenland. Met zo’n 85.000 exemplaren, van het fietsbruggetje in de woonwijk tot de Erasmusbrug. Daar zit vaak een bouwwerk tussen dat niet meer aan de eisen voldoet. Er moet bijvoorbeeld zwaarder verkeer overheen kunnen of een fietspad bij.

Daardoor hebben gemeenten geregeld een brug ‘over’. Dat betekent niet dat de brug is ­afgeschreven. Toch wordt tweederde van de bruggen afgebroken of aangepast vóór het einde van de technische levensduur.

Royal HaskoningDHV zag daar al vroeg potentie in. Het advies- en inge­nieursbedrijf richtte in 1985 de Bruggenbank op: een marktplaats voor het aanbieden of zoeken van een tweedehandsbrug.

Brouwer: ‘Maar de tijdgeest was toen niet rijp om het een succes te laten zijn. Nu circulair bouwen steeds populairder wordt én nodig is, hebben we bruggenbank.nl in 2020 nieuw leven ingeblazen.’

De website is even simpel als doel­treffend. De bezoeker vindt onder het kopje ‘aanbod’ een handig overzicht van alle aan­geboden bruggen: van een blauwe ophaalbrug in Leeuwarden tot een stalen loopbrug uit de haven van Vlissingen.

Heeft een gemeente of provincie interesse, dan kan ze contact opnemen met Jan Brouwer en zijn collega’s. Vaak gaat het bouwwerk weg voor een beperkt bedrag of een symbolische euro. Het is vooral een functionele uitruil tussen overheden.

Zo’n uitruil scheelt niet alleen geld, maar ook een hoop CO2-uitstoot. De ­productie van nieuw staal en beton kost enorm veel energie. De aanleg van een tweedehandsbrug leidt gemiddeld tot eenderde à de helft minder uitstoot, schat Jan Brouwer.

Dat de uitstoot niet 100 procent minder is, komt door aanpassingen, het vervoer en demontage.

Bruggenbank is een circulaire optie voor bruggen

Zo’n bestaande brug moet maar net passen. Welke gemeente heeft er nou precies een fietsbrug nodig van 10 meter lang en 3,83 meter breed?

‘Vaak zijn het toch standaardmaten, en anders valt er wel een mouw aan te passen,’ zegt Brouwer. ‘We kunnen het dek van een brug wat langer maken, of een ligger juist korter zagen. Dat lukt niet altijd.

Er is bijvoorbeeld gekeken naar een nieuwe bestemming voor de Van Brienenoordbrug in Rotterdam – 1,3 kilometer lang, twaalf rijstroken breed – maar zonder resultaat.’

Tot nu toe zijn via de Bruggenbank twintig bruggen gematcht aan een nieu­we eigenaar. Dat kunnen er nog meer zijn als er meer bekendheid is, denkt Brouwer.

‘Het zou mooi zijn als overheden standaard aan circulaire opties gaan denken als ze iets nieuws nodig hebben. En dan het liefst al in een vroeg stadium, zodat er tijd genoeg is om de plannen daarop aan te passen.’