Het Openbaar Ministerie heeft de zaak tegen de Nederlandse ex-militair Jitse Akse geseponeerd. Hij werd verdacht van betrokkenheid bij het doden van leden van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) in Syrië.
Volgens het OM is er onvoldoende bewijs dat de Leeuwarder Akse (46) persoonlijk betrokken is geweest bij het doden van IS-leden of pogingen wagen daartoe. De voormalige militair werd in januari opgepakt, nadat hij in de media en op Facebook uitgebreid verslag deed van zijn deelname aan de strijd tegen IS.
Lees ook Nederlandse ex-militairen: IS-bestrijders of juist steunpilaar
Terroristen
Akse vocht zo’n tien maanden mee aan de zijde van de Koerdische YPG-beweging, die gesteund wordt door het westen. Twee dagen na zijn aanhouding werd hij door de onderzoeksrechter vrijgelaten, maar mocht niet opnieuw naar Syrië afreizen. Hij zat ondergedoken, onder meer omdat hij op de dodenlijst van IS zou staan.
Het vervolgen van een ex-militair die tegen een groep vecht waar ook de Nederlandse staat tegen vecht, heeft iets wrangs. Het OM verklaarde eerder tegenover Elsevier.nl dat burgers die zich in een gewapende strijd mengen en daarmee doden op hun geweten hebben, in Nederland vervolgd kunnen worden voor moord. Ook wanneer de doden in kwestie leden zijn van een ‘erkende’ terreurbeweging.
In april bracht de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) een rapport uit over Nederlandse out-militairen die in het conflict in Syrië en Irak meevechten. Dat zouden de afgelopen jaren zo’n 10 militairen zijn geweest, onder wie de meesten tegen IS vochten.