De Nederlandse krijgsmacht moet het de komende tijd opnieuw met minder geld doen. Door tegenvallers wordt andermaal gesneden in het budget, blijkt uit vertrouwelijke Kamerstukken.
De personeelskosten vallen hoger uit, de hoge dollarkoers zorgt voor problemen en de onderhoudskosten van NH90-helikopters zijn hoger dan verwacht. Er moet worden ingegrepen om de lopende begroting rond te krijgen. Volgens vertrouwelijke stukken ingezien door De Telegraaf spreekt minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) van ‘tijdelijke maatregelen die niettemin merkbaar zullen zijn.’
Minder oefenen
De operationele commando’s kunnen minder vaak oefenen en vacatures worden niet meteen gevuld. De luchtmacht krijgt minder vlieguren, de marine minder oefendagen op zee. Ook worden reservedelen minder snel aangevuld dan eerder gepland.
Terwijl Hennis niet wil spreken van ‘bezuinigingen’, schrijft de krant dat ambtenaren dat woord wel volop gebruiken in de stukken aan de Tweede Kamer. Komend zullen de Nederlandse uitgaven aan defensie uitkomen op 1,13 procent van het bruto binnenlands product, iets minder dan in 2016 en dik onder de NAVO-norm van 2 procent.
Land verdedigen
Nieuwe bezuinigingen is het laatste waar de Nederlandse krijgsmacht op zit te wachten. In het jaarverslag over 2015 schreef Hennis al dat ‘de inzetbaarheidsdoelstelling één niet volledig haalbaar meer is’, waarmee ze min of meer bekende dat Nederland niet in staat is het eigen grondgebied en de bevolking te kunnen beschermen tegen een mogelijke vijand.
Hennis bekent: leger kan grondgebied en volk niet meer verdedigen
De Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp waarschuwde afgelopen april al dat de slagkracht van het leger ‘dringend omhoog’ moet. Er zijn te veel lichte en mobiele eenheden, die ook nog eens onvoldoende beschikbaar zijn. ‘Ik weet dat er op het Binnenhof geen geldboom groeit,’ zei Middendorp, ‘maar vrijheid en veiligheid kennen een prijs.’
Het kabinet heeft beloofd de komende jaren weer te investeren in defensie, maar het is twijfelachtig of dat voldoende is om de voorgaande bezuinigingsrondes op te vangen. In 2017 zou er tussen de 150 en 200 miljoen euro bijkomen.