Al snel na de mislukte staatsgreep probeerde de Turkse regering Nederland te beïnvloeden, door lijsten te sturen met vermeende aanhangers van de geestelijke Fethullah Gülen. Dat blijkt uit een brief van de regering aan de Kamer. Het kabinet noemt de loop van zaken ‘onacceptabel’, maar nam geen concrete maatregelen.
Het kabinet publiceerde maandagavond een analyse over de mislukte staatsgreep in Turkije en de nasleep in Nederland, een dag voor het Tweede Kamerdebat over de coup. Er wordt onder meer geschreven dat vanuit Ankara verscheidene keren ‘hun positie aanzien van de Gülenbeweging onder de aandacht’ werd gebracht.
Al op 12 augustus stuurden de Turken een diplomatieke nota naar de Nederlandse regering, met daarin lijsten van organisaties en bedrijven die banden zouden hebben met Gülen. Het bestaan van die officiële lijsten kwam pas twee weken later naar buiten. In de tussentijd had de Turkse regering ook al gevraagd om stappen te ondernemen tegen zogenaamde Gülenscholen in Nederland.
Later die maand stuurde de Turkse consul een brief aan burgemeesters in de regio Rotterdam over een verbod op demonstraties van tegenstanders van de Turkse regering. Ook riep het consulaat Turks-Nederlandse burgers op om beledigingen van Erdogan te melden.
Kabinet greep niet in na Turkse bemoeienis
‘Ontoelaatbaar’ en ‘onacceptabel’ noemt het kabinet de vele acties van de Turkse regering, iets wat ‘in niet mis te verstane bewoordingen’ zou zijn overgebracht aan het regime van Recep Tayyip Erdogan. Nederland neemt de informatie over Gülenisten ‘ter kennisgeving aan’, maar belooft niet in te grijpen zolang er geen bewijzen worden geleverd. ‘Wij kennen geen guilt by association’.
Het kabinet nam geen verdere stappen, tot frustratie van Tweede Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie). Tegen radioprogramma Dit is de Dag zegt hij dat Nederland de ambassadeur in Turkije had moeten terugroepen. ‘Dat was een duidelijk signaal geweest. Het kabinet wist op 12 augustus al van Gülenlijsten, terwijl dat in Nederland pas op 29 augustus uitkwam. Wat heeft het kabinet in tussentijd gedaan om publicatie te voorkomen?’
Turkse Nederlanders voelen zich vooral moslim, aldus kabinet
In de analyse schrijft het kabinet ook over een reeks maatregelen die worden overwogen om de integratie van Turkse Nederlanders te verbeteren. Vooralsnog hebben veel allochtonen meerdere identiteiten, aldus de regering-Rutte. ‘Ze zijn Turks of Marokkaans, ze zijn Nederlands, ze zijn Rotterdammer en ze voelen zich – vooral – moslim.’
De regering ziet daarom een voorbeeldrol weggelegd voor Turkse imams. De geestelijken die via de overheidsdienst Diyanet naar Nederland komen, moeten eerst gaan inburgeren voordat ze aan het werk gaan. Ze zouden vaak ‘niet voldoende toegerust zijn op wat er in onze samenleving speelt.’ Imams uit Turkije hebben momenteel geen inburgeringsplicht, een gevolg van het EU-associatieverdrag met het land.