Kamerleden hekelen de zwijgzaamheid van minister Ard van der Steur (VVD) van Veiligheid en Justitie. Hij wil niet zeggen of twee terreurverdachten die waarschijnlijk Schiphol op het oog hadden voor een aanslag, vorig jaar daadwerkelijk in Nederland zijn geweest.
PVV-leider Geert Wilders en SP’er Ronald van Raak eisten woensdag opheldering van hem. Ze kregen echter nul op het rekest. Van der Steur gaf geen antwoord op de vraag, en wilde ook niet zeggen of hij het antwoord überhaupt weet.
Moeilijk te controleren of terreurmaatregelen werken
Van der Steur wil naar eigen zeggen voorkomen dat hij het strafrechtelijk onderzoek in België naar de terreurverdachten Ossama Krayem en Sofien Ayari schaadt door hier uitspraken over te doen. De twee waren verbonden met de terreurcel die achter de aanslagen in Parijs en Brussel zat. Ze werden eerder dit jaar opgepakt in België.
Kamerleden hebben moeite met zijn zwijgzaamheid. Van der Steur toont ‘politieke onwil,’ zegt Wilders. D66’er Kees Verhoeven en Van Raak (SP) benadrukken dat het zo voor de Kamer wel erg moeilijk is om te controleren of de Nederlandse antiterreurmaatregelen werken.
Bus naar Amsterdam
De twee verdachten kochten op 13 november, de dag van de aanslagen in Parijs, kaartjes voor de Eurolines-bus van Brussel-Noord naar Amsterdam. Ze gebruikten daarbij valse identiteiten. Of ze daadwerkelijk in Nederland zijn aangekomen, is niet bekend. Er loopt geen onderzoek naar deze specifieke daders in Nederland, alleen naar een bestand met de naam ‘groupe Schiphol’ dat werd aangetroffen op een laptop die door de Belgische autoriteiten in beslag werd genomen.
Dat de terroristen Schiphol in het vizier hadden, zou blijken uit dat bestand. De computer met het bestand werd eind maart, een dag na de aanslagen in Brussel, in een vuilnisbak gevonden in Schaarbeek– een gemeente die deel uitmaakt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een van die bestanden had de titel ‘Schiphol-groupe’, een andere ‘Metro groupe – een mogelijke verwijzing naar het terreurcommando dat toesloeg in de Brusselse ondergrondse op 22 maart.
De naar Nederland gereisde verdachten werden op hetzelfde moment opgepakt als Salah Abdeslam – die betrokken was bij de aanslagen in Parijs – en Mohamed Abrini – die bekend werd als ‘de man met het hoedje’. Sofien A. bevond zich op het moment van de arrestatiegolf in de schuilplaats van Abdeslam in Molenbeek, en kon dus in de kraag worden gevat.