Hoewel de initiatiefnemers lieten doorschemeren dat de uitbreiding van de Brusselse macht de echte reden voor het Oekraïne-referendum was, stemde de kiezer in april niet tegen de EU. De ‘nee’-stemmers wilden zich oprecht verzetten tegen nauwere samenwerking met Oekraïne.
Dat blijkt uit het Nationaal Referendum Onderzoek dat vrijdag wordt gepubliceerd. Kristof Jacobs, docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen, geeft aan dat een stem tegen het associatieverdrag van de Europese Unie (EU) met Oekraïne geen stem tegen de EU zelf was.
Vraag op het stemformulier
‘Het lijkt er sterk op dat de kiezer oprecht heeft geprobeerd om de vraag op het stemformulier te beantwoorden,’ aldus Jacobs in Trouw. Het gaat daarbij om de vraag: ‘Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?’
Vooral de corruptie in Oekraïne was reden voor de ‘nee’-stemmers om niet akkoord te gaan met het verdrag. Zeker 2.500 kiesgerechtigden werden ondervraagd. Van alle burgers met kiesrecht heeft 32,2 procent gestemd, waarmee de kiesdrempel net was gehaald. Daarvan was een ruime meerderheid, 61 procent, tegen het associatieverdrag.
De ‘nee’-stem kwam verder voort uit angst dat de EU toch stappen zou zetten richting toetreding van Oekraïne tot de Unie. Dat wilde de kiezer zeker niet. Toch speelden ook onvrede over migratie en tegenvallende economische vooruitgang in Nederland een rol voor de kiezer.
Visumvrij reizen
Overwinning voor Porosjenko: visumvrij reizen voor Oekraïners een feit
Overigens werd gisteren aangekondigd dat de EU ook buiten het verdrag om stappen maakt richting nauwere samenwerking met Oekraïne. Europese ambassadeurs hebben donderdag bijvoorbeeld groen licht gegeven voor het visumvrij reizen voor Oekraïners. In totaal mogen 45 miljoen Oekraïners binnenkort zonder visum naar EU-landen reizen.
Voor de initiatiefnemers zelf ging het helemaal niet over het associatieverdrag, gaf onder meer het Burgercomité EU toe, slechts een paar dagen voor het referendum in april. ‘Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen.’ Het ging vooral om het onder spanning zetten van de relatie tussen Nederland de overige EU-lidstaten.