Donderdag constateerde vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans dat de Europese Unie burgers ‘niet langer’ als kinderen moet behandelen. Maar twee jaar geleden liet hij een heel ander geluid horen.
Timmermans was indertijd nog minister van Buitenlandse Zaken. Hij speechte in mei 2014 bij het Center for Strategic and International Studies van Johns Hopkins University in Washington over Europees-Amerikaanse betrekkingen.
Pleidooi voor TTIP
Na een lange rede over de geopolitieke relatie tussen de Europeanen en Amerikanen met Rusland en het Aziatische continent, zegt hij dat de Amerikanen en Europeanen elkaar ‘te lang te veel voor lief nemen’, en begint met een gepassioneerd pleidooi voor TTIP, de Transatlantic Trade and Investment Partnership, het handelsverdrag tussen de EU en de Verenigde Staten.
‘Het is heel simpel, als we TTIP kunnen zien voor wat het is: geen vrijhandelsverdrag, maar een geostrategische overeenkomst. (…) TTIP is een politieke overeenkomst. Het moet niet worden overgelaten aan mensen die alles weten over hoe je kippen slacht. Het moet iets zijn waar onze politieke leiders mee aan de slag moeten en snel over moeten beslissen. Zodra TTIP wordt aangenomen, zal het spel wereldwijd veranderen. Omdat de Verenigde Staten en Europa dan de regels bepalen, en de rest ons dan moet volgen, inclusief China, Japan en anderen,’ zei Timmermans. Met zijn uiting over ‘mensen die alles weten over hoe je kippen slacht’, benadrukt Timmermans dat beslissingen over TTIP vooral aan politieke leiders moeten worden overgelaten, en niet aan burgers.
Timmermans draait door Trump
Donderdag, na de overwinning van Trump, lijkt Timmermans volledig gedraaid: de EU moet burgers niet langer als kinderen behandelen, maar moet hen juist een service bieden, twitterde hij. Ook concludeert hij dat de wereld verandert, ‘of we het nu leuk vinden of niet’: ‘Dat moeten we omarmen en vormen, niet bestrijden.’
Het feit dat Trump de Amerikaanse verkiezingen heeft gewonnen, lijkt veel EU-politici angst in te boezemen. Inzetten op anti-populisme vormt dan ook het speerpunt van veel campagnes, ook bij de Nederlandse verkiezingen. Zo doen GroenLinks en D66 specifieke oproepen aan kiezers om zich tegen het populisme te verzetten, en op hen te stemmen.