Het Openbaar Ministerie (OM) eist een onvoorwaardelijke boete van 5.000 euro voor PVV-leider Geert Wilders. Naar aanleiding van zijn ‘minder, minder’-uitspraken acht de Officier van Justitie ‘aanzetten tot haat’ bewezen. Maar wat gebeurt er als Wilders echt wordt veroordeeld?
Er is geen wet om gekozen politici met een strafblad zomaar uit hun ambt te zetten. In 2011 gaf de toenmalige regering aan dat zo’n wet ook niet nodig was. Toentertijd stelde minister van Binnenlandse zaken Piet Hein Donner (CDA) dat burgers ook bij een veroordeling tot een gevangenisstraf van minder dan een jaar hun passieve kiesrecht moeten behouden.
Nog nooit is iemand het passieve kiesrecht ontnomen na een veroordeling, hoewel dit wel kan gebeuren in het geval van een gevangenisstraf van minstens een jaar. Het ‘fundamentele democratische recht’ kan worden ontnomen als bijkomende straf. Wel kwamen soortgelijke rechtszaken voor als die van Wilders. De voormalige Amsterdamse politicus Delano Felter kreeg eerder dit jaar een boete van 1.000 euro voor ‘onnodig grievende’ uitspraken over homo’s.
Ook als premier niet onschendbaar
De boete die Wilders boven het hoofd hangt, is niet voldoende om hem uit het politieke ambt te zetten. Toch kan een mogelijke veroordeling wel voor problemen zorgen, bijvoorbeeld als Wilders na de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 premier wordt. Zo kan het lastiger worden om naar Amerika te reizen, waar strenge toegangseisen gelden voor personen met een strafblad.
Als premier zou Wilders overigens ook op zijn woorden moeten letten. De koning is volgens de Grondwet onschendbaar, de premier – net als Kamerleden – heeft slechts ‘immuniteit’. Dat houdt in dat politici binnen het Parlement immuun zijn voor wat ze zeggen en schriftelijk overleggen. Buiten de Kamer vervalt die immuniteit, net als in het geval van Wilders’ ‘minder, minder’-uitspraken: die deed hij in een café.