PVV-leider Geert Wilders hoort vrijdag of hij wordt veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie. Daarmee komt een einde aan een van de meest besproken strafprocessen van de afgelopen jaren.
Het openbaar ministerie heeft een boete van 5.000 euro geëist tegen Wilders om zijn omstreden ‘minder, minder’-uitspraken. Wilders heeft de zittingen niet bijgewoond, en was alleen aanwezig voor zijn ‘laatste woord’.
‘Geen rechter houdt me tegen’
De politicus is ervan overtuigd dat het gaat om een ‘strafproces tegen de vrijheid van meningsuiting’, en zegt dat niet alleen hij, maar heel Nederland op het beklaagdenbankje zit. De afgelopen maanden heeft hij forse kritiek geuit op het gehele proces, en zijn advocaat Geert-Jan Knoops heeft zelfs de rechter Elianne van Rens gewraakt.
‘Iedere uitspraak, vrijspraak of veroordeling, zal de facto niets veranderen,’ zegt Wilders dan ook tegen De Telegraaf. ‘Ik zal ongeacht de uitspraak de waarheid blijven spreken. Ook over het Marokkanenprobleem. Geen rechter, politicus of terrorist houdt me tegen.’
Tijdens zijn laatste betoog in de rechtbank, uitte hij forse kritiek op het proces en de situatie waarin de politicus leeft. Hij hekelde het safehouse en de gepantserde wagens die hij nodig heeft om veilig te blijven. ‘Mensen die me willen stoppen, zullen me eerst moeten vermoorden,’ stelde Wilders. ‘Ik moet spreken om Nederland te beschermen tegen de islam, tegen het terrorisme, en ja. Ook tegen het mega-Marokkanenprobleem dat dit land nog steeds kent.
‘Karikatuur van vrijheid vanmeningsuiting’
Ook advocaat Knoops is vandaag niet aanwezig bij het proces. Nadat de wrakingskamer besloot dat Van Rens kan aanblijven als rechter, overwoog hij de verdediging van het PVV-Kamerlid te staken. ‘De strekking van onze bezwaren kwam in de uitspraak van de wrakingskamer niet naar voren,’ aldus de raadsman. ‘Dat zal een deel van de samenleving niet begrijpen.’
Afshin Ellian over het proces: de schaduw van Hitler hangt boven de vrije meningsuiting
Knoops heeft de rechtszaak een ‘karikatuur van vrijheid van meningsuiting’ genoemd en ook hij vindt de eis van het OM belachelijk: het OM zou Wilders de mond willen snoeren en de uitspraken uit politieke context trekken.
Volgens de Officier van Justitie, hitste Wilders het publiek juist op in het Haagse café in 2014. Hij gebruikte ‘een combinatie van verschillende stijlfiguren’ en stelde een retorische vraag. De OvJ zegt dat er ‘onmiskenbaar’ sprake was van aanzetten tot discriminatie en haat: ‘Wilders wilde een scheiding maken tussen Nederlanders en Marokkanen. Dit zijn haatboodschappen.’