Hans Breukhoven is op 70-jarige leeftijd overleden. De ondernemer en oprichter van Free Record Shop leed aan alvleesklierkanker. Elseviers Liesbeth Wytzes interviewde Breukhoven in 2012.
Als zijn telefoon gaat, en dat is vaak, hoor je geblaf. ‘Ik zat er een keer mee te rommelen, kwam ik die hond tegen. Vond ik leuk.’ Hans Breukhoven, niet heel lang, stevig, blauwe ogen, giechelt erom. Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd bracht voor Breukhoven, oprichter van de Free Record Shop, een aantal verrassingen met zich mee. Weer die giechel.
‘Ik krijg nu 991 euro AOW. Een jaar geleden kreeg ik een brief van het pensioenfonds van de detailhandel dat ik 1.004 euro pensioen van hen krijg. Toch leuk – alleen is het per jaar. Ik dacht per maand! 85 euro per maand, daar kan ik niet van leven, dus ik moet wel blijven werken.’ Dat hoeft niet echt, want Breukhoven heeft zoveel geld verdiend dat hij in de Quote-500 staat. Hij werkt voor zijn plezier, zo was het altijd en zo is het nog steeds. Vier uur slaap is genoeg. ‘Al vind ik het heerlijk om langer in mijn bed te liggen.’
Niet graag op kantoor
De hele dag op kantoor zitten, vindt Breukhoven niks. Dus dat doet hij maximaal tweeëneenhalve dag per week. Liever bezoekt hij de winkels. Dat zijn er minder geworden. Ooit kwam je Free Record Shops tegen tot in Zuid-Amerika, maar dat is voorbij. Het bedrijf is gekrompen. In 2008 bijvoorbeeld werden alle 49 winkels in Finland en Noorwegen verkocht. De vestigingen in Zuid-Amerika waren al eerder van de hand gedaan. Binnen de holding zijn er 342 eigen winkels en 89 franchisewinkels, en die zijn anders dan ze waren. Minder muziek, meer films, games en cadeauartikelen.
Breukhoven begon als marktkoopman, verkocht daar pruiken, werkte op de Holland-Amerika Lijn als hofmeester en werd als ondernemer multimiljonair. Maar de bloei van zijn muziekimperium lijkt voorbij. Het aantal winkels is gekrompen en nu zit de Free Record Shop alleen nog in de Benelux. Dat heeft iets treurigs, en dat vindt hij zelf ook. ‘Het is jammer dat je als muziekliefhebber ziet dat die muziekverkoop in onze winkels minder en minder wordt. Het is 20 procent van onze omzet. Met de rest – films en games – scoren we erg goed. Ik heb trouwens nog nooit een game gespeeld. Weleens geprobeerd, maar het is niks voor mij. Ik verkoop het wel en het wordt steeds belangrijker.
‘We hebben cadeauwinkel Expo gekocht en dat hebben we gecombineerd. Cd’s worden ook steeds meer een cadeauartikel. Je geeft wat leuke love songs met Valentijnsdag. Nu zoeken we naar de goede vorm. Ik wil over vijf jaar nog wel muziek verkopen, maar het zal niet veel meer zijn. De echte Free Record Shop bestaat dan niet meer, dat moge duidelijk zijn.’
Bouwen aan een imperium
Breukhoven opende zijn eerste winkeltje in Schiedam in 1971. Hij stond toen op de markt en dat vond hij ‘hartstikke leuk’. Hij was muziekliefhebber en wilde, zoals meer liefhebbers, de nieuwe langspeelplaten het eerst hebben. Hij haalde ze uit de Verenigde Staten. Binnen een jaar had hij drie winkels, en een jaar later nog maar een.
‘Het ging ook weer niet zo makkelijk als ik dacht. Ik zag mezelf niet met twintig winkels of zo. Ik dacht: een stuk of drie, dat is lekker, dan kan ik nog wat sporten. Dat leek me wel een goed leven. Maar langzaam is dat uit de hand gelopen, en met de groei van die winkels daalde het bezig zijn met muziek. Je functie wordt anders. Je stopt met inkopen, met het volgen van nieuwe releases, je hebt geen tijd meer.’
Breukhoven weet nog heel goed dat zijn accountant hem voorrekende dat hij miljonair was. ‘Toen was ik 28. Shit , dacht ik. Maar de volgende dag ging je gewoon weer door.’
Zo groeide het imperium van Breukhoven. In zijn winkels kon je de hipste Amerikaanse platen kopen, als eerste. In de jaren zeventig was het booming.
Verkeerd gezien
‘De lp was het meest trendy product dat er was. Grote bedrijven als Coca-Cola en Pepsi stonden in de rij om reclame te maken met ons.’ Dat ging jarenlang geweldig. Tot internet kwam en later de mogelijkheid om muziek, al dan niet gratis, te downloaden. Jaren eerder had Breukhoven al verkondigd dat de cd het niet lang zou maken. ‘Want die kostte toen 60 gulden, 30 euro! En je kon alleen maar klassieke muziek op cd krijgen.’
Verkeerd gezien, zegt hij lachend. Zo zag hij ook de mogelijkheden van internet niet meteen. En dat terwijl hij een van de eerste winkeliers was die een webshop openden.
‘Die meteen op zwart ging, omdat er zo veel mensen naartoe gingen. We hebben die site verkeerd gedaan, alsof het een winkel was. Maar internet is een heel andere manier van denken. Toen het begon, tien, twaalf jaar geleden, snapte ik er helemaal niks van. Hoe kan dat nou, dacht ik, informatie gratis weggeven? Ik dacht: het is een soort postorderbedrijf dat hooguit 15 procent van de markt zal pakken. Wie investeert daar nou in?
Bol.com
‘Die visie mis ik dus duidelijk. Ik kon bol.com kopen, in 2002, voor 1,5 miljoen euro, en dat heb ik niet gedaan. Daarna is die prijs nog gezakt. Dat klinkt nu dom, maar als je rekent dat er toen al meer dan 120 miljoen euro verlies in zat, en er tussen 2002 en 2010 ook weer 60 miljoen euro in is geïnvesteerd, dan had ik dat ook moeten investeren om het te brengen waar het nu is.’
Door de opkomst van internet hebben de Free Record Shops een behoorlijke klap gekregen. Breukhoven is er gelaten onder. ‘Het is de life cycle.’ De keten is kleiner geworden en minder winstgevend. Bovendien moest het vlaggeschip afgelopen jaar dicht, Fame in de Amsterdamse Kalverstraat. ‘We draaien nog steeds met winst, we hebben 1,5 miljoen euro winst gemaakt, maar op een omzet van 300 miljoen euro is dat natuurlijk niet echt veel. Dat betekent 7 cent per klant. Als ik dus iedere klant 7 cent korting geef, is die winst weg.
‘Maar ik ben er best trots op dat ons bedrijf nog winst op tafel kan leggen. Er zijn niet zo veel detaillisten die toch winst maken, en zeker niet in deze branche. Wereldwijd zijn er eigenlijk geen ketens meer. Dan kun je zeggen: leuk dat je de laatste bent.’
Fame ging onlangs weer open, veel kleiner, verderop in Magna Plaza. Toen die vestiging werd geopend, zag je het probleem meteen. ‘Daar waren tweeduizend mensen die een uur in de rij bij de kassa’s stonden. Maar allemaal veertigplussers. Mijn kinderen hoeven geen cd’s meer te hebben, die halen alles van internet. De jeugd zijn we kwijt in onze winkels. Het is een uitstervende klantenkring en we moeten meeveranderen.’
Winkels zullen blijven bestaan
Ooit zal er wel moeten worden betaald voor dat downloaden, denkt Breukhoven. Maar dat gaat vast nog jaren duren. Toch gelooft hij dat er een markt blijft voor cd’s. ‘Winkelen is toch entertainment. De mensen willen op zaterdag in de stad lopen, er staat een draaiorgel, je koopt een stroopwafel omdat die zo lekker ruikt. We verkopen nog steeds twintigduizend cd’s per week. Maar de oude Free Record Shop, met eenderde muziek, eenderde films en eenderde games, bestaat straks niet meer.’
Breukhoven – kind van middenstanders – verkocht in 2008 een aantal buitenlandse vestigingen aan Gamestop, een internationaal gamebedrijf. ‘Dat wilde ook de Nederlandse winkels kopen en toen heb ik nee gezegd. Ik had waarschijnlijk ja moeten zeggen. Ik heb er geen spijt van, maar moneywise is dat niet geweest. Maar dat was vlak voor de grote klappen vielen, je liep met je hoofd in de wolken en het einde leek nog lang niet daar. Als ik het had gedaan, had ik nog een paar nullen extra op mijn bankrekening gehad, maar ik heb het nog elke dag naar m’n zin. Ja, het is minder – maar het is nog altijd meer dan waarmee ik begon.’
Iedere ondernemer mist kansen. Breukhoven heeft, vindt hij, een grote fout gemaakt door niet te zien dat mobiele telefonie zo belangrijk zou worden. Hij was bevriend met de toenmalige directeur van Libertel, dat is opgegaan in Vodafone. ‘Die zei steeds: “Jij moet telefonie gaan aanbieden in je winkels.” Dat begon toen, eind jaren negentig. Bij Libertel namen ze elke dag honderd mensen aan.
Ja, ik heb minder geld – maar het is nog altijd meer dan waarmee ik begon.’
‘Ik ben toen met prepaid begonnen, en dat was een bom, een uitslaande brand. Maar ja, daar staken de Phone Houses een stokje voor, die wilden dat Libertel die prepaidkaarten bij hen verkocht. Toen zei die Libertel-directeur: “Ga nou door, ga ook telefoontjes verkopen.” Ik zei: “Straks heeft iedereen zo’n ding, wat moet ik dan verkopen? Dan heeft iedereen een Nokia en wat is mijn business dan nog?” Nou, dat was dus totaal niet visionair.
Sjors en de Rebellenclub
‘Ik heb best veel fouten gemaakt, maar er is ook veel goed gegaan. Van de beursnotering tussen 1989 en 2001 heb ik nooit spijt gehad. Het was goed voor het bedrijf, dat is strakker georganiseerd; voor die tijd was het wel een beetje Sjors en de Rebellenclub.’
Bovendien, wat zou Breukhoven moeten doen zonder zijn bedrijf? Hobby’s heeft hij niet. ‘Dat is mijn probleem. Ik heb vrienden van mijn leeftijd en ouder die met pensioen zijn. Dan gaan ze soms met een grote zak geld naar Zuid-Frankrijk of Spanje, ze zijn allemaal binnen drie maanden gescheiden en vallen ten prooi aan de wilde wijven, de ww’s, zo noem ik dat. Dat gaat altijd fout. Er zijn er maar een paar die dat nietsdoen op een knappe manier aankunnen. Laat mij maar werken tot mijn laatste dag.’
Een nieuwe onderneming beginnen zit er niet in. ‘Ik ben niet zo iemand die denkt dat hij alles kan. Ik heb heel veel geluk gehad, al moet je dat ook zoeken en forceren. En gebruikmaken van gezond boerenverstand, want iets anders heb ik niet. En met werkinzet heb ik er wat van kunnen maken. Maar dat betekent niet dat ik alles kan. Niet alles wat ik aanraak, verandert in goud. Een opleiding heb ik niet, alleen dan voor hofmeester. Ik deed de mulo. Met een academische studie was ik niet zover gekomen. Hoe meer je studeert, hoe minder risico je durft te nemen. Ik dacht: gaan met die banaan, we zien wel.
‘Mag ik iets raars zeggen? Ik ben nooit geïnteresseerd geweest in geld. Ja, ik wilde wel rijk worden, en ook wel miljonair, maar ik was er niet in geïnteresseerd. Ik wilde financieel onafhankelijk zijn om vrij te kunnen leven. Maar hoeveel geld ik heb, interesseert me geen pepernoot.’
Ik wilde wel rijk worden, en ook wel miljonair, maar ik was er niet in geïnteresseerd.
Gezond 104 worden
Breukhoven heeft ouderdom de oorlog verklaard, hij wil gezond 104 worden. Vitamines neemt hij, anti-aging -programma’s. Een vriendin van hem die in Londen woont, heeft een buurman die net honderd is geworden en nog elke dag, lopend, naar kantoor gaat. Een mooi voorbeeld van hoe het moet. ‘Je moet sterke genen hebben, en blijven werken en bewegen, stress voorkomen. Zodra je stopt, ben je weg.’
Stress voorkomen is niet zo eenvoudig. Behalve in zijn werk heeft Breukhoven ook heel wat stress in zijn privéleven gehad. Gezien zijn bekendheid werd dat breed uitgemeten in de pers. Eerst de scheiding van zijn vrouw Connie, ook bekend als zangeres Vanessa. Daarna de kwestie rond zijn oudste dochter, Constanza. Breukhoven heeft vijf geadopteerde kinderen. De oudste roofde in 2010 de kluis van haar ouders leeg en werd daarvoor veroordeeld. Breukhoven vindt het geen prettig gespreksonderwerp.
‘Ik heb één dochter die de weg kwijt is, dat is 20 procent, want ik heb vijf kinderen en de rest doet het fantastisch. Kinderen adopteren is moeilijk, maar daar ligt het niet aan. Je hebt plenty mensen die ellende hebben van hun eigen kinderen. Ik heb heel wat vrienden die hun kinderen nooit meer zien. En daar zit je dan op je zeventigste.
Probleemkind
‘Mijn dochter zoekt altijd de verkeerde jongens uit, en dat doet ze al twintig jaar. Ze was altijd al een probleemkindje. Iedere familie heeft een zwart schaap. Ik heb haar 85 keer geholpen, en dat doe ik dus nooit meer.’
Een moeilijke beslissing. ‘Ja, die inbraak was de druppel. Het ging me niet om die spullen, maar ik heb toen mijn dochter verloren, zo zie ik het. Ik wil haar nooit meer zien – al mag je in het leven nooit nooit zeggen. Maar dat boek is dicht.’
Breukhoven woont nu alleen in het grote huis in Wassenaar en heeft het daar prima naar zijn zin. Aan een nieuwe mevrouw Breukhoven wordt niet gedacht. ‘Nee, nee. Ik ben twee keer getrouwd geweest, en die fase is voorbij. Ik vind het prettig als een vriendin bij me is, maar na een paar dagen is het wel weer genoeg.
‘Ik ga vaak uit eten met vrienden en relaties, wining en dining vind ik leuk. Ik zwem in mijn zwembad en ben zoals meer mannen van mijn leeftijd op de fiets gekropen.’
Geloof in Jezus
Breukhoven komt uit een gereformeerd milieu. Wat is daar nog van over? ‘Ik ben best streng opgevoed. Daar heb ik geen spijt van, het heeft me een moraal bijgebracht. Mijn opa was heel streng, we moesten mee naar de zwartekousenkerk in Rotterdam-Zuid. Lange jurken, hoeden. Opa zat altijd te slapen. Mijn broers en ik zijn er weleens uit geslopen zonder dat opa het merkte. Mijn moeder trouwde met een hervormde man, dat was een schok. Later ben ik met haar meegegaan naar de hervormde kerk.
‘Ik was net in Zuid-Afrika en daar gingen we naar een geweldige kerkdienst in een township . Mannen en vrouwen zaten apart, in hun mooiste kleren. Ze beginnen om negen uur en het gaat door tot vijf uur, iedereen loopt in en uit. Allemaal zwarte mensen, ik was de enige blanke.
‘Er was zoveel emotie en sfeer. Ik moest ook wat zeggen, dan ga je in het midden staan en draait zo rond. Ik vond het heel mooi. Er werd daar echt gepraat met God, dat gevoel had ik. Er is niet iemand die wat tegen je zegt, zoals bij ons de dominee, maar er is echt communicatie met God. Dat maakte grote indruk op me.
‘Ik geloof niet in God, maar wel in Jezus. Die heeft bestaan, dat is een profeet geweest. Daar ben ik van overtuigd. En de katholieke kerk heeft daar een business van gemaakt. Het is het mooiste bedrijf ter wereld. Zoals iemand ooit tegen me zei: de mensen werken er voor niks en er zijn geen vakbonden. Als ik weer kerkelijk zou worden, werd ik katholiek.’