De belofte werd in 2014 al gedaan, maar nu gaat het echt gebeuren. De politie zet een speciale eenheid op om propaganda van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) te bestrijden.
De zogenoemde ‘Internet Referral Unit’ gaat op sociale media speuren naar jihad-propaganda om de berichten vervolgens door internetproviders te laten verwijderen, zegt de Nationale Politie tegen NRC.
Sociale media belangrijk bij ronselen IS
Het is een bekend gegeven dat terroristen van IS online bedreven zijn – het ‘cyberkalifaat’ van IS wist bijvoorbeeld een aantal keer websites van Amerikaanse overheidsdiensten te hacken – en sociale media actief inzet om nieuwe leden te ronselen. De politie gaat actief het internet afspeuren naar deze propaganda en vraagt internetproviders vervolgens om de berichten te verwijderen.
Daarbij wordt niet alle IS-propaganda aangepakt: alleen berichten die opruien of werven voor de gewapende strijd worden gemeld aan providers. Ook is het nieuwe team verantwoordelijk voor de opsporing van producenten van de propaganda, al zullen die veelal niet in Nederland zitten.
Experiment van half jaar
De eenheid van de politie draagt dezelfde naam als de Internet Referral Unit van Europol, die al enige tijd succesvol jihadistenpropaganda op het web opspoort. De eenheid van Europol wist binnen een jaar 91.4 procent van het totale aantal geanalyseerd materiaal (11.000 berichten op 31 platforms, in acht talen) verwijderd te krijgen door internetproviders.
Deze maand worden vijf gespecialiseerde politiemedewerkers geworven voor de nieuwe politie-eenheid. De politie zou een half jaar hebben geëxperimenteerd met de aanpak, en in die tijd 19 jihadistische berichten hebben geïdentificeerd. Daarvan werden er 10 gemeld aan providers, die daar vervolgens zeven van hebben verwijderd.
Het heeft lang geduurd voordat het internetteam werd opgezet. Het kabinet beloofde in 2014 al dat de politie cyberjihadisten harder zou aanpakken. Daarnaast zou er een zwarte lijst komen van jihadistische websites. Het Ministerie van Justitie erkent dat beide maatregelen nog altijd niet zijn ingevoerd. Jongeren zouden volgens justitie wel op andere manier ‘weerbaar’ zijn gemaakt, bijvoorbeeld via voorlichtingsbijeenkomsten, debatten en voorstellingen.