In de klas wordt een aantal onderwerpen vermeden, omdat leraren voelen hoezeer de segregatie op hun school is toegenomen. Een op de negen leraren uit het voortgezet onderwijs gaat naar eigen zeggen gevoelige thema’s uit de weg.
Dat blijkt uit een onderzoek van onderwijsbureau DUO. Het gaat om onderwerpen als de discussie rond Zwarte Piet, de politieke situatie in Turkije, de islam en seksuele voorlichting en homoseksualiteit.
Tegenstellingen
Bijna 40 procent van de ondervraagde docenten in het voortgezet onderwijs herkent het beeld dat de integratie is mislukt en dat de tegenstellingen tussen de diverse groepen in de maatschappij zijn toegenomen. In de grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) ligt dat percentage zelfs boven de 50 procent.
Elsevier presenteert: de 45 superscholen van Nederland. Welke school past bij welke leerling? Lees hier meer >
Wat de leraren merken tijdens het lesgeven is dat leerlingen van ouders van niet-westerse allochtone afkomst vooral met elkaar omgaan, en nauwelijks met autochtone kinderen. Allochtone ouders spreken de Nederlandse taal amper en houden stevig vast aan hun eigen cultuur. Ruim een kwart van de basisscholen (28 procent) herkent het beeld van de mislukte integratie een beetje of helemaal.
Leraar durft niet te vertellen dat hij homo is
Ze hebben minder respect voor vrouwen, en treden niet streng genoeg op tegen ongewenst gedrag van hun kinderen. Aan het onderzoek werkten ruim 2.200 schoolleiders en leraren mee.
Het is niet normaal dat een leraar op school niet durft te vertellen dat hij homo is, of bepaalde onderwerpen vermijdt uit vrees voor gedoe in de klas, zegt staatssecretaris Sander Dekker (VVD, Onderwijs) in een reactie op het rapport van DUO. De Onderwijsinspectie onderzocht in hoeverre scholen erin slagen burgerschap over te brengen op hun leerlingen. De resultaten ervan gaan ‘zeer binnenkort’ naar de Tweede Kamer.