Het westers liberalisme en de islam zijn niet verenigbaar. Dat heeft VVD-coryfee Frits Bolkestein gezegd tijdens een debat op de universiteit van Cambridge over de liberale staat en de islam.
‘Ik ben er zeker van dat miljoenen mannen intense tevredenheid uit de islam putten,’ zei Frits Bolkestein donderdag 2 maart in Cambridge. Hij debatteerde er met onder anderen de Zwitserse hoogleraar islamitische studies Tariq Ramadan. ‘Of alle vrouwen even tevreden zijn, is een tweede.’ Bolkestein sprak zich op de universiteit uit tegen de stelling: de islam en het westers liberalisme zijn verenigbaar.
Bolkestein betoogde dat dit niet het geval is, omdat zowel vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting veelal ontbreken in de islamitische wereld. In zijn betoog brak hij een lans voor de Franse laïcité, waarbij religie niet de publieke ruimte zichtbaar is. ‘Geloof en ongeloof is van onderschikt belang in liberale politiek,’ aldus Bolkestein.
Islam als maatschappelijke aangelegenheid
‘De islam is niet alleen een persoonlijke aangelegenheid, maar ook een maatschappelijke aangelegenheid,’ betoogde Bolkestein. Hij haalde Hassan al-Banna, een van de oprichters van de Moslimbroederschap, aan, die in 1928 zei: ‘Het behoort niet tot de islamitische dogmatiek om te geven aan Caesar wat Caesar toebehoort, en aan Allah wat van Allah is, maar Caesar en wat hem toebehoort, zijn beide van Allah.’
Over de sharia zegt Bolkestein: ‘De wet pretendeert de islamitische civilisaties op alle terreinen te leiden. Daarom wordt de scheiding tussen kerk en staat niet geaccepteerd, die het liberalisme juist belangrijk acht. Sterker nog: zowel moskee als staat zijn ondergeschikt aan de religieuze wet.’ Dit in tegenstelling tot het liberalisme: ‘Dat staat voor vrijdenken en vrije meningsuiting. Het staat voor de scheiding van kerk en staat of moskee en staat.’