Door zeldzaam DNA loopt seriemoordenaar tegen de lamp

De voormalige tippelzone aan de Keileweg in Rotterdam, waar de slachtoffers werkzaam waren Bron: ANP

De Rotterdamse politie heeft een verdachte gearresteerd voor een aantal gruwelijke prostitutiemoorden in de jaren tachtig en negentig. Mogelijk gaat het om de grootste Nederlandse seriemoordenaar ooit.

De verdachte, een 58-jarige Schiedammer van Surinaamse afkomst, was niet eerder in beeld bij de politie. De arrestatie is het resultaat van zes jaar onderzoek. In 2011 kreeg het coldcaseteam van de politie een subsidie om diverse onopgeloste moordzaken te heropenen. In Nederland zijn zo’n tachtig prostitutiemoorden nooit opgelost, waarvan veertien in Rotterdam.

Bijna onthoofd

De man zou minimaal vijf moorden hebben gepleegd. Het betreft de moorden op Beppie Michels (1989), Mientje van Balkom (1989), Jeanette Sip (1990), Berendina Stijger (1990) en Francis Garcia-Hofland (1991). De prostituees werden met een mes om het leven gebracht. Twee slachtoffers waren bijna onthoofd.

Het verschil tussen een seriemoordenaar (die minimaal drie slachtoffers maakt) en een massamoordenaar is de tijdspanne waarin de moorden worden gepleegd. Bij de prostitutiemoorden in Rotterdam is er sprake van een seriemoordenaar, aangezien de dader eens in de zoveel tijd een moord pleegde. Een massamoordenaar vermoordt op één moment meer mensen. Tristan van der Vlis, de dader van de schietpartij in Alphen aan den Rijn, is een massamoordenaar.

Naast het gebruik van een (slagers)mes bestaan er meer overeenkomsten in de moordzaken. Het merendeel van de prostituees was voor hun dood aangerand of verkracht. Daarnaast werden de lichamen haastig bedekt of begraven.

Uniek DNA-profiel

De politie kwam de man op het spoor door een nieuwe DNA-techniek. Hoewel de man niet in de DNA-databank van de politie voorkwam, bleek zijn DNA-profiel kenmerken te vertonen die slechts bij 500 mensen in Nederland voorkomen.

Het DNA-profiel leidde naar twee familieleden van de man – een verre en een naaste verwante – die wel in de databank voorkwamen. Het DNA van de gearresteerde verdachte komt overeen met het DNA-spoor op de lichamen van twee slachtoffers.

Het oplossen van moorden op prostituees is moeilijk. Mogelijke getuigen – vaak zelf prostituee – zijn drugsverslaafd, waardoor hun geheugen niet optimaal is. Klanten van prostituees willen meestal niet getuigen, omdat zij vrezen voor hun reputatie.

Andere seriemoordenaars

Er waren meer seriemoordenaars in Nederland actief sinds de jaren zeventig. Koos Hertogs (1949-2015) ontvoerde, misbruikte en vermoordde drie meisjes. Hij pleegde vermoedelijk veel meer moorden. Zo zou hij achter de schermen nog vijftien andere moorden hebben bekend, om overplaatsing van de gevangenis naar een tbs-kliniek mogelijk te maken. Hertogs overleed in gevangenschap.

Willem van Eijk (1941) – ‘het Beest van Harkstede’ – is veroordeeld voor vijf moorden. Van Eijk doodde in de jaren zeventig twee vrouwen en werd in 1975 veroordeeld tot 18 jaar cel en tbs. Ondanks protesten van psychiaters kwam Van Eijk in 1990 vrij en vermoordde in de periode 1993-2001 nog zeker drie vrouwen, van wie twee prostituees. De politie verdenkt Van Eijk van meer moorden, maar kan deze niet bewijzen.

De Limburger Peter C. werd jarenlang verdacht van de moord op vijf prostituees in de periode 1992-2003. C. zat een straf uit voor poging tot moord op een prostituee in 1992, maar de politie kon zijn betrokkenheid bij de moorden niet bewijzen.