Een vertrek uit Amsterdam is voor de Partij van de Arbeid niet ondenkbaar. Dat heeft Lodewijk Asscher vandaag tegen BNR gezegd. Door het historische verlies moeten de sociaal-democraten ernstig bezuinigen.
De Partij van de Arbeid leed onder leiding van Lodewijk Asscher een historisch verlies bij de verkiezingen van 15 maart. De partij verloor 29 zetels. Nog nooit boekte een naoorlogse politieke partij zo’n grote nederlaag. Hiermee verliezen de sociaal-democraten niet alleen zetels, maar ook een groot aantal banen.
Een verhuizing naar Den Haag zou de organisatie efficiënter maken. Dan kunnen de werknemers van het partijbureau makkelijker reizen tussen partijkantoor en Tweede Kamerfractie. PvdA-leider Lodewijk Asscher gaf een korte toelichting op de radio: ‘Het is een periode dat de PvdA als geheel moet nadenken hoe we ons organiseren. En strijdbaar kunnen zijn. Alles staat in het teken van dat werk.’
De Partij van de Arbeid heeft sinds haar oprichting in 1946 altijd in Amsterdam gezeten. Tot het verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 was de PvdA onafgebroken de grootste in de hoofdstad. Nu is D66 dat. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart was de klap nog groter. Slechts 8,4 procent van de Amsterdammers koos voor de Partij van de Arbeid.