Demissionair premier Mark Rutte (VVD) ontmoet vrijdag in Den Haag zijn Deense en Ierse collega voor een mini-topje om te komen tot een zachte Brexit.
Dat meldt The Irish Times. De mini-top wordt vrijdag tussen 11.00 en 14.00 uur in het Catshuis gehouden.
De drie landen delen liberale opvattingen over vrijhandelspolitiek en handelen intensief met het Verenigd Koninkrijk. Zij willen een prettige vrijhandelsdeal tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie (EU).
Snel duidelijkheid
De opvattingen van de drie staan haaks op die van een aantal andere EU-landen die willen dat het Verenigd Koninkrijk wordt gestraft voor de Brexit. Zo vindt de Franse EU-onderhandelaar Michel Barnier dat het Verenigd Koninkrijk eerst maar eens 60 miljard euro als scheidingsrekening aan de EU moet betalen en duidelijkheid moet geven over de positie van EU-burgers. Pas dan kan volgens Barnier over een nieuwe vrijhandelsrelatie worden gepraat.
Nederland, Denemarken en Ierland willen die eis van 60 miljard euro niet per se van tafel, zolang deze de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord niet blokkeert. De drie willen zo snel mogelijk duidelijkheid over de relatie met de Britten en Noord-Ierland en daarom parallelle onderhandelingen.
Brief aan de Kamer
De Ierse minister voor Europese Zaken Dara Murphy zegt dat Ierland geen formele allianties aangaat tijdens de Brexit-onderhandelingen, maar dat landen met ‘dezelfde bezorgdheid gezamenlijk luid en duidelijk gehoord zullen worden’ als de onderhandelingen beginnen.
De Nederlandse demissionaire regering heeft nog geen formele positie ingenomen over de Brexit. Wel is volgens een diplomaat een brief in de maak voor de Tweede Kamer waarin de regering de Nederlandse inzet uiteenzet. De Brexit is in tegenstelling tot 250 andere onderwerpen niet controversieel verklaard door de Tweede Kamer.
May zegt nu echt ‘Brexit’. Zo antwoordt de EU >>
Uiteindelijk moet er in april 2019 een akkoord zijn tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Zo niet, dat vallen de Britten en Noord-Ieren uit de interne markt van de EU en moeten ze zich houden aan de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Dat betekent over en weer heffingen op verhandelde goederen.