Het is onbestaanbaar dat europarlementariërs niet goed worden gecheckt door het Europees Parlement. Het Parlement heeft de taak om te controleren waaraan europarlementariërs hun maandelijkse onkostenvergoeding uitgeven, zeggen critici.
‘Het gaat misschien maar om een klein deel van de miljardenmachine in Brussel, maar het lijkt me toch onbestaanbaar dat hiervoor geen verantwoording wordt afgelegd,’ zegt Anuska Delic (40), de leider van The MEPs Project, tegen Elsevier Weekblad. Met tientallen internationale journalisten doet Delic onderzoek naar de extra uitgaven van de europarlementariërs.
‘Wij doen het werk van het Europees Parlement’
Vandaag bracht de groep aan het licht dat eenderde van de 751 europarlementariërs geen kantoor buiten Brussel heeft, terwijl de extra onkostenvergoeding vooral voor werkruimtes in eigen land is bedoeld. In 2014 probeerde Delic zelf te achterhalen waaraan de Sloveense europarlementariërs hun extra 4.300 euro aan belastinggeld per maand besteden.
Toen dat niet lukte, legde zij de vraag voor aan het Europees Parlement. Dat weigerde inzage te geven: de uitgaven zouden privé zijn. Toen ze ook bij de ombudsman van het Parlement bot ving, besloot Delic met een groep journalisten de zaak voor het Europese Hof van Justitie te brengen. De zaak loopt nog, maar Delic hoopt door eigen onderzoek meer te weten te komen over de uitgaven.
‘Belachelijk, eigenlijk. Wij doen het werk van het Europees Parlement,’ zegt de Sloveense onderzoeksjournalist. ‘Het Parlement zelf zou de europarlementariërs moeten controleren. Het kan niet zo zijn dat ze zomaar rekenen op de eerlijkheid van 751 politici, 751 individuen.’
Digitale oplossing
Niet alleen journalisten eisen meer duidelijkheid van het Europees Parlement. Europarlementariër Dennis de Jong (SP) zei in april het onbegrijpelijk te vinden dat europarlementariërs weigeren transparantie te geven over de manier waarop zij de onkostenvergoeding besteden. Het gaat in totaal om 40 miljoen euro per jaar dat de 751 europarlementariërs naast hun reguliere salaris ontvangen.
De Jong is blij met het werk van de 48 journalisten van The MEPs Project. Hij diende vorige maand een motie in waarmee hij hoopte zijn collega’s over te halen om meer duidelijkheid te geven over hun uitgaven. Hij pleit voor een publiek te maken agenda, waarmee burgers inzage hebben in de jaarlijkse uitgaven en toelagen. Ook zouden europarlementariërs kunnen aangeven met welke lobbyisten ze afspreken.
Volgens De Jong is het een kosteneffectieve methode om meer transparantie te bieden. ‘Dat doen we bijvoorbeeld op basis van steekproeven. Zo is dat best te managen.’
De politicus hoopt zo het imago van het Europees Parlement te verbeteren. ‘De gemiddelde Nederlander ziet Brussel als een verhuiscircus en een feestje voor zakkenvullers. Dat doet natuurlijk geen wonderen voor het draagvlak.’
Parlementaire vrijheid niet beknotten
Marjory van den Broeke, woordvoerder van het Europees Parlement, spreekt Delic tegen, en zegt dat het Parlement de uitgaven niet privé acht. ‘Het is een onkostenvergoeding die uitdrukkelijk gebruikt moet worden voor uitgaven in verband met de uitoefening van het ambt van europarlementariër. Zoals seminars, conferenties en kantooronkosten.’
Daarnaast heeft de Europese Unie gekozen voor een vaste ‘vergoeding om de parlementaire vrijheid niet te beknotten’. Het Europees Parlement acht een steevaste controle zeer ineffectief. ‘Een systematische controle zou de inzet van op zijn minst zo’n vijftig extra mensen vergen,’ aldus Van den Broeke.