Vanaf 1 juli mag de politie speekseltesten doen om drugsgebruik in het verkeer aan te tonen. Hoe gaat de test in zijn werk?
De speekseltest heeft lang op zich laten wachten, de invoering werd twee keer uitgesteld. De speekseltest is een aanvulling op de alcoholtest en kan cocaïne, opiaten, marihuana en methamfetamines herkennen. Momenteel kan de politie alleen drugs aantonen met een bloedtest.
Nultolerantie
In België – waar een nultolerantiebeleid geldt voor rijden onder invloed van drugs – is de test een groot succes. Sinds de invoering in 2010 betrapte de Belgische politie twee keer zoveel automobilisten die reden onder invloed van drugs.
De drugstest is relatief duur en tijdrovend, vooral in vergelijking met de alcoholtest. Politieagenten moeten daarom signalen van drugsgebruik herkennen, zoals trillende oogleden, vergrote pupillen, (overmatig) transpireren en het vaak ophalen van de neus.
THC
Als de politie het vermoeden heeft dat een bestuurder onder invloed is van drugs, wordt er met een wattenstaafje speeksel uit de mondholte geschraapt. Een speciaal toestel geeft na enkele minuten aan of de bestuurder heeft gebruikt, en zo ja, welke drugs.
Wel bestaan er twijfels over de effectiviteit van de test. THC, de werkzame stof in cannabis, wordt opgenomen in het vetweefsel en zeer langzaam door de nieren uit het bloed gefilterd. Mensen kunnen tot 14 uur na het blowen nog THC in hun speeksel hebben. In het bloed is de stof nog enkele dagen later aan te tonen, in de urine zelfs maanden later. Daarom is het soms moeilijk vast te stellen of de bestuurder op het testmoment zelf onder invloed is.