Pieter Duisenberg over zijn overstap: ‘Het was een groot dilemma’

Pieter Duisenberg. Foto:ANP

Vertrekkend VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg (50) heeft lang gedubd voor hij ‘ja’ zei tegen het verzoek van de VSNU (Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten) om voorzitter te worden. Hij was zich ervan bewust dat de timing zo vlak na de verkiezingen niet ideaal was.

‘Het is een hele afweging geweest. Een enorm dilemma. Soms komen kansen als je ze niet ziet aankomen,’ zegt Duisenberg die in maart in de Tweede Kamer werd herkozen en per 1 september alweer de Kamer verlaat. Een door VVD-fractieleider Halbe Zijlstra betreurde stap, zeker zo kort na de verkiezingen.

‘Heel gaaf, slechte timing’

Duisenberg zelf zegt: ‘Ik vind het heel gaaf, maar een slechte timing. Ik ben vijf jaar geleden van het bedrijfsleven overgestapt naar de publieke zaak en heb me enorm ingezet voor het onderwijs en voor een betere verantwoording van de overheidsuitgaven. Onderwijs, wetenschap en de kenniseconomie blijven in mijn nieuwe functie de thema’s. Een van mijn taken is het opzetten van een ambitieuze agenda om te zorgen dat de Nederland topuniversiteiten behoudt en krijgt en dat Nederland leidend wordt in de digitalisering en als kennisland.’

Verleden in het bedrijfsleven

De VVD’er, die eerder werkte bij Shell, McKinsey en Eneco, raadpleegde zijn gezin, maar ook zijn vrienden, die grotendeels actief zijn in het bedrijfsleven. ‘Die zeiden allemaal: Piet je moet het doen. Dit is belangrijk. Jij gaat impact hebben.’

Wat zegt hij tegen de 2220 kiezers die op hem stemden? ‘Dat ik mij onverminderd blijf inzetten voor de publieke zaak en speciaal het onderwijs en de wetenschappen. Dat mijn opvolger Roald van der Linde een prima kerel is en dat de VVD ervoor zorgt dat de VVD-agenda in het regeerakkoord komt.’

Had hij daarvoor niet beter Kamerlid kunnen blijven? ‘Het Kamerlidmaatschap heb ik een geweldige tijd gevonden met veel meer impact dan ik tevoren dacht. Dat is voor mij ook een reden om door te gaan in de publieke zaak. Ik wil de samenwerking zoeken met het bedrijfsleven en internationale samenwerking.’