Regeringspartijen CDA en D66 vinden dat het kabinet in actie moet komen tegen de verspreiding van nepnieuws. Van politiek getinte advertenties op Facebook en andere sociale media moet voortaan duidelijk zijn wie de afzender is, en wie ze heeft betaald.
Ook willen CDA en D66 meer openheid over de algoritmes die sociale media gebruiken. De algoritmes bepalen wat gebruikers krijgen voorgeschoteld.
D66 en CDA willen campagnes tegen nepnieuws
Kamerleden Kees Verhoeven (D66) en Harry van der Molen (CDA) vinden het hoog tijd voor maatregelen, met de gemeenteraadsverkiezingen op komst. Ze vrezen dat kiezers zich in het stemhokje zullen laten leiden door ‘misleidende en onjuiste informatie’. Ook moet de overheid een campagne beginnen om burgers te waarschuwen voor nepnieuws, vinden CDA en D66. Ze opperen een hashtag als #trapernietin waarmee de overheid burgers zou kunnen ‘uitleggen’ hoe desinformatie te herkennen is.
Volgens Elsevier Weekblad
Nikki Sterkenburg: ‘Het zou een blamage zijn: overheid die nepnieuws checkt’
Oppositiepartij PVV maakt zich zorgen. ‘Wie bepaalt wat nepnieuws is?’ zei Martin Bosma in het debat woensdagmiddag over de begroting van Binnenlandse Zaken. ‘De doos van Pandora gaat open als de Staat dit voor ons gaat bepalen.’
Bosma stelde overigens ook dat minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) 30 jaar cel moet krijgen, vanwege uitspraken over de PVV in de tijd dat ze locoburgemeester van Amsterdam was. Ollongren zei toen dat ‘de oprichting van de Republiek Amsterdam’ dichtbij kwam als PVV-leider Geert Wilders premier zou worden. Een ondermijning van de Nederlandse staat, aldus Bosma.
DENK wil fonds voor ‘slachtoffers’ van nepnieuws
In navolging van de voorstellen van CDA en D66 gooide DENK-voorman Selcuk Öztürk er nog een schepje bovenop. Hij opperde een fonds voor ‘slachtoffers’ van nepnieuws. Toen hem vervolgens werd gevraagd te stoppen met selectief knippen en plakken in filmpjes van andere Kamerleden, reageerde hij gepikeerd: ‘Iedereen maakt filmpjes, iedereen knipt.’
De DENK-leider stelde in juni dit jaar al voor om een fonds op te richten voor ‘slachtoffers van mediageweld’, voornamelijk doelend op lokale politici die ‘ten onrechte’ in de media verschijnen. ‘Soms worden gemeenteraads- of Statenleden door journalisten valselijk beschuldigd of ten onrechte beticht van zaken die hun ernstige schade toebrengen. Een gang naar de rechter is dan vaak geen optie, omdat ze simpelweg niet beschikken over de financiële middelen,’ aldus Öztürk. ‘Naar de rechter stappen kan, inclusief advocatenkosten, zo 10.000 euro kosten. Welk raadslid betaalt zo’n bedrag?’
Is een dergelijk fonds dan geen inbreuk op de persvrijheid? Nee hoor, vindt Öztürk. ‘Iedere journalist mag schrijven wat hij wil. Dit gaat enkel en alleen over degenen die grenzen overschrijden.’
Het idee van Öztürk komt niet uit de lucht vallen. Recent werd hij zelf nog ‘slachtoffer’ van wat hij ‘mediageweld’ noemt. Hij sleepte NRC Handelsblad voor de rechter, na voor hem onwelgevallige berichtgeving. De krant berichtte in juni vorig jaar over twee zorginstellingen die Öztürk ervan zouden hebben verdacht laakbaar te hebben gehandeld bij zakelijke transacties, in de tijd dat hij nog geen Kamerlid was. Later bleek dat er geen bewijs was dat Öztürk hier schuldig aan zou zijn.