De man die donderdag een Joods restaurant in Amsterdam aanviel, is een 29-jarige asielzoeker uit Syrië. Bij de politie heeft hij verklaard dat hij getraind is in het gebruik van wapens en gevechtservaring heeft.
Dat bevestigen bronnen met kennis van het politieonderzoek aan De Telegraaf. De man zou het naar eigen zeggen niet erg hebben gevonden als hij bij de aanval op het restaurant zou zijn gedood.
In het politieverhoor gaf de Syriër daarnaast aan dat hij getraind is in wapengebruik en gevechtservaring heeft. Volgens zijn advocaat vocht hij tegen terroristen in Syrië. Op de vraag van de politie of hij bereid is om vaker geweld toe te passen, antwoordde de Syriër aanvankelijk ’ja’. Later zei hij dit niet in Nederland te willen doen. Hij woont volgens de krant al een aantal jaar in de hoofdstad.
Donderdag rond een uur of elf ’s ochtends draaide de man door en vernielde hij gemaskerd en gewikkeld in de Palestijnse vlag het restaurant. Hij schreeuwde daarbij ‘Allahu Akbar’ en ‘Palestina’.
Lees voor volledige duiding van de explosieve situatie in het Midden-Oosten:
De kwestie-Jeruzalem, struikelblok voor vrede
Van plan Israëlische vlag te verbranden
De Syriër hoopte dat er op het moment van de aanval mensen in het restaurant aanwezig zouden zijn. Hij was van plan om daar een Israëlische vlag te verbranden. De verdachte had aan een bewoner van een Amsterdams asielzoekerscentrum bovendien gevraagd mee te gaan naar het Joodse restaurant. Die zag daarvan af.
Volgens zijn advocaat wilde de Syriër een statement maken ‘om een signaal af te geven aan de Israëlische regering’. Zijn actie volgde op een besluit van de Amerikaanse president Donald Trump op 6 december om Jeruzalem te erkennen als de ondeelbare hoofdstad van Israël. Hierdoor verhuist op termijn de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem. De beslissing leidde tot grote woede in de Arabische wereld.
Justitie ziet de aanval op het restaurant niet als een terreurdaad en daarom is de man na twee dagen vrijgelaten. De PVV wil een spoeddebat over de zaak.