De man die donderdag de ruiten insloeg bij het koosjer restaurant HaCarmel in Amsterdam beweert geen antisemitische motieven te hebben gehad.
Dat verklaarde de man, een 29-jarige Palestijn, tegenover de politie, meldt Het Parool vrijdag.
‘Haat gericht op regering, niet op jodendom’
De man is volgens zijn advocaat, Willem van Vliet, tot de actie gekomen uit ‘verdriet over de situatie in Palestina’. Zijn haat was volgens de advocaat gericht op de Israëlische regering, en niet tegen het jodendom.
Lees voor volledige duiding van de explosieve situatie in het Midden-Oosten:
De kwestie-Jeruzalem, struikelblok voor vrede
‘Hij heeft op eigen verzoek een volledige bekennende verklaring afgelegd en hij zegt de verantwoordelijkheid voor zijn actie te willen nemen. Hij heeft zijn handelen benoemd als een wanhoopsdaad om aandacht te vragen voor de zijns inziens mensonterende dagelijkse situatie in Palestina,’ aldus Van Vliet.
‘Hij neemt verder afstand van enige vorm van terrorisme. Sterker nog, hij stelt dat het volgens zijn geloof strikt verboden is om personen geweld aan te doen. Hij zegt enkel te wensen dat iedereen, dus ook Palestijnen, gebruik kunnen maken van de rechten die eenieder toekomen,’ zegt de advocaat.
Volgens de advocaat is de beslissing van de Amerikaanse president Donald Trump om Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen, tijdens de verhoren niet ter sprake gekomen.
Palestijn is in verzekering gesteld
Donderdagavond bleek dat de man een tijdelijke verblijfsstatus heeft en geregistreerd staat in de gemeente Amsterdam.
De Palestijn sloeg donderdagochtend even voor elf uur toe bij het restaurant op de Amstelveenseweg. Hij droeg een Palestijnse vlag en schreeuwde volgens omstanders ‘Allahu Akbar’ en ‘Palestina’. Het restaurant was nog gesloten, maar er waren wel mensen binnen.
De man ging het restaurant binnen en greep de Israëlische vlag. Toen hij met die vlag weer naar buiten kwam, wisten agenten hem met behulp van pepperspray te overmeesteren.
Justitie heeft de man in verzekering gesteld, en hij heeft de nacht van donderdag op vrijdag in de cel doorgebracht.