Vertier zoals vroeger: Scheveningen tweehonderd jaar badplaats

Foto: Arjan de Jager

‘Als kind ben ik misschien één keer op de Pier geweest. Zo ver kwam je niet.’ Voormalig visser Arie Spaans (85), die al zijn hele leven in Scheveningen woont, ging vanaf zijn dertiende mee de zee op om haring te vangen. ‘Je ging wel naar de boulevard, maar nooit verder dan het havenhoofd. Bij het bad kwamen alleen de mensen met de centjes.’

Spaans zit met enkele andere oud-vissers in de koffieruimte van Muzee, een museum over de geschiedenis en cultuur van Scheveningen. Er passeren plaatsgenoten die zojuist vol trots hun klederdracht aan Muzee hebben geschonken. ‘Jaren heb ik met je vader gevaren,’ zegt een van Spaans’ vrienden tegen een donateur. Vissers en vakantiegangers: de hechte vissersgemeenschap leefde gescheiden van de rijke toeristen.

In 2018 wordt gevierd dat Scheveningen als badplaats 200 jaar bestaat. In 1818 bouwde de Scheveningse visser en reder Jacob Pronk het eerste badhuis, vertelt Paul de Kievit (62), directeur van Muzee. In het houten gebouw stonden vier badkuipen en er waren drie badkoetsen. Het was gebruikelijk om te baden in een kuip met zeewater. Speciale badkleding was er nog niet en onder de hogere standen was het taboe om naakt de zee in te gaan. Daarom reden ze in een badkoets, getrokken door paarden, het water in. In de koets kleedden ze zich om en via een trapje konden ze zich, geholpen door een badvrouw, onbespied onderdompelen in zee.

Het houten badhuisje werd algauw een stenen badhuis. Het was zo’n succes dat de gemeente Jacob Pronk uitkocht. In 1828 kwam er een groter Stedelijk Badhuis voor in de plaats. Dat moest in 1885 wijken voor het Kurhaus. De elite kwam er voor vertier. In de zomer speelden de Berliner Philharmoniker er, later traden internationale sterren op als Edith Piaf en gaven The Rolling Stones er hun eerste, berucht geworden concert in Nederland. Flaneren, vliegshows, zeppelins, het variété – het hoorde bij de hoogtijdagen van Scheveningen.

Lees ook over deze stad die in 2018 een jaar gaat stralen met evenementen

In de jaren zestig en zeventig ging het mis toen projectontwikkelaar Reinder Zwolsman gebouwen van statuur liet slopen, zoals het Palace Hotel, en verving door nieuwbouw. Tegenwoordig is het Kurhaus omgeven door flats. Het tweehonderdjarig jubileum geeft aanleiding om een beetje van het glorieuze Scheveningen van vroeger terug te brengen. Programmaleider van Feest aan Zee Henk Scholten wil af van het imago van ‘bier en patat’.

Doel van het themajaar Feest aan Zee, met ruim honderd festiviteiten, is om Den Haag te promoten als stad aan zee. Er komt een ‘blauwe loper’: kunstprojecten in de binnenstad om zichtbaar te maken dat het strand dichtbij is. Bestaande evenementen krijgen iets extra’s. De nieuwjaarsduik is dit jaar bijvoorbeeld in historische badkleding. De avond ervoor is traditiegetrouw het vreugdevuur op het strand, waarbij Scheveningen tegen Duindorp strijdt om een zo hoog mogelijke vuurstapel.

Publiekstrekkers zijn het WK zandsculpturen bouwen (19 mei tot eind augustus) en de finish van de Volvo Ocean Race in de laatste week van juni. In Haagse musea zijn diverse tentoonstellingen over Scheveningen, het strand en de zee. En op 12 mei wordt een replica van de door Vlaamse natuurkundige Simon Stevin ontworpen zeilwagen onthuld. Deze zeilwagen haalde in 1602 een voor die tijd ongekende snelheid van 40 kilometer per uur tot aan Petten.