Nepnieuwsmeldpunt EU vs Disinfo beoordeelt een reportage van Chris Aalberts als nepnieuws. Het stuk verscheen bij The Post Online. Opmerkelijk is dat in het artikel geen aperte onzin te ontdekken is. Elsevier Weekblad sprak met Aalberts: ‘Kennelijk mag je geen dubieuze mensen citeren.’
‘Ik dacht eigenlijk dat de discussie over de aanpak van nepnieuws nog op gang moest komen,’ zegt Aalberts, ‘maar er blijkt al een hele site te zijn met meldingen.’ Chris Aalberts schreef in 2015 een kritische reportage over een bijeenkomst van Forum voor Democratie, toen nog een denktank onder leiding van Thierry Baudet, intussen Kamerlid. Aalberts schreef een verslag van een lezing over Oekraïne, in aanloop naar het referendum, en liet zien hoe Baudet bij deze bijeenkomst de aanwezigen probeerde te beïnvloeden.
Waarheidsvinding met Google translate
De nieuwe EU-taskforce – die opereert onder de politieke verantwoordelijkheid van Federica Mogherini, Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands en defensiebeleid – moet zich richten op het ‘voorspellen, sturen en reageren op pro-Kremlin desinformatie’. De campagne tegen nepnieuws wordt officieel gevoerd onder de noemer ‘EU versus Disinformation’ en valt onder de European External Action Service East Stratcom Task Force (East Stratcom).
In de databank van de campagne staan 3.500 voorbeelden van ‘nepnieuws’. Het gaat vooral om Russischtalige mediaberichten en Engelstalige berichten over Rusland en Oekraïne, waarvan overigens onduidelijk is hoe ze door het Kremlin zouden zijn verspreid.
Volgens nepnieuwsmeldpunt EU vs Disinfo, mede gefinancierd door de Europese Unie, is de reportage een voorbeeld van nepnieuws. Het meldpunt verwijt Aalberts dat hij Oekraïne opzettelijk in een kwaad daglicht stelt. Aalberts: ‘Hieruit kun je opmaken dat zo’n site om nepnieuws aan te kaarten, onzin is. Een Oekraïense ngo heeft geklaagd over mijn reportage. Als de EU serieus wil kijken of er leugens in staan, zou er eerst onderzoek moeten worden gedaan. Dat is niet gebeurd. Kost ook veel te veel geld. Volgens mij heeft iemand hier met Google Translate naar gekeken.’
Steen des aanstoots is een zinsnede over het Oekraïense verzetsleger, dat ‘tijdens de Tweede Wereldoorlog honderdduizenden Poolse joden heeft gedood’. Volgens EU vs Disinfo is dat onwaar. Ook schrijft Aalberts dat Oekraïne een oligarchie is zonder onafhankelijke media. ‘Dat heb ik trouwens niet zelf verzonnen, het zijn gewoon citaten van die bijeenkomst. Dat – citaat – Oekraïne een oligarchie is, is gewoon empirisch aangetoond.’
´Mag je kritiek leveren op Oekraïne?’
Aalberts ziet een breder verband: ‘Deze melding gaat eigenlijk niet over de vraag of ik fouten maak, maar over de vraag of je mensen met een dubieuze agenda mag citeren. Mag je eigenlijk wel kritiek leveren op Oekraïne? Dat is de vraag die deze melding bij me oproept.’
Bovendien wordt de melding van nepnieuws plompverloren geplaatst, zonder verdere context of uitleg. Slecht, vindt Aalberts. ‘Bij mij roept deze melding meer vragen op over hoe nieuws wordt gekeurd: waarom ontbreekt de context? Welke criteria zijn gebruikt? Het is onduidelijk. Juist als dit een proefballon van de EU is, zou de werkwijze heel zorgvuldig moeten zijn.’
Dat de Europese Unie zich waagt aan het beoordelen van journalistiek, stemt Aalberts uitermate zorgelijk. ‘Dat kun je natuurlijk doen, maar dan eindigt het in labels op Facebook-berichten. Wat schiet je daarmee op? Laat het aan journalisten over, en maak de lezer duidelijk dat hij voor goede nieuwsgaring moet betalen.’