Het Joodse restaurant HaCarmel in Amsterdam dat vorige maand werd aangevallen door een 29-jarige Syrische asielzoeker, was afgelopen weekeinde opnieuw doelwit van vandalisme. De ramen werden beklad.
Dat bevestigt de eigenaar van het restaurant, Daniel Bar-On, tegenover De Telegraaf. ‘Dit is diep triest en zou niet mogen gebeuren,’ aldus Bar-On. De dader is onbekend.
De eetgelegenheid is volgens de eigenaar wel vaker doelwit van vandalen. Hij noemt het triest dat het geweld is gericht tegen de Israëlische achtergrond van zijn restaurant. Hij wil cameratoezicht en heeft daartoe een verzoek ingediend bij de gemeente.
‘Dit wordt in de hand gewerkt door het slappe optreden van de overheid,’ zegt de advocaat van de eigenaar, Herman Loonstein, in de krant.
Lees ook het commentaar van Afshin Ellian over de aanval op het Joodse restaurant:
Via immigratie wordt antisemitisme geïmporteerd
Verdachte na twee dagen vrijgelaten
Op 7 december kwam HaCarmel landelijk in het nieuws toen de Syrische asielzoeker Saleh A. (29) gemaskerd en gewikkeld in een Palestijnse vlag het restaurant met een knuppel aanviel. Hij schreeuwde ‘Allahu Akbar’ en ‘Palestina’ en nam de Israëlische vlag uit het restaurant mee. Vrijwel meteen werd hij in de boeien geslagen door langsrijdende agenten.
De man verklaarde tegen de politie dat hij in Syrië wapentraining had gehad en bereid was opnieuw geweld te gebruiken. Op dat tweede kwam hij later terug door te verklaren dat hij dat niet in Nederland wilde doen. Justitie ziet de aanval op het restaurant niet als een terreurdaad en daarom werd de man – tot verbijstering van de Joodse gemeenschap – na twee dagen weer vrijgelaten.
Volgens zijn advocaat wilde de Syriër ‘een signaal afgeven aan de Israëlische regering’. Zijn actie volgde op het besluit op 6 december van de Amerikaanse president Donald Trump om Jeruzalem te erkennen als de hoofdstad van Israël, en de Amerikaanse ambassade te laten verhuizen van Tel Aviv naar Jeruzalem. Die beslissing leidde tot grote woede in de Arabische wereld.