De NAM moet het waardeverlies van huizen in het bevingsgebied in Groningen direct compenseren. Dit heeft het Gerechtshof in Leeuwarden dinsdag beslist. De rechtbank kwam in 2015 tot hetzelfde oordeel.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) stond bij het Hof tegenover de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (WAG), die vierduizend bewoners van het bevingsgebied vertegenwoordigt en twaalf woningcorporaties. In de beroepszaak ging het niet om immateriële schade.
De NAM vindt dat alleen bij de verkoop van een huis een betrouwbare schatting is te maken van het waardeverlies door bevingen. Maar door direct te compenseren, wordt veel onzekerheid bij gedupeerden voorkomen, aldus de WAG. Anders komen veel huiseigenaren volgens de stichting niet in aanmerking voor een vergoeding, doordat ze hun huis niet verkocht krijgen.
Meer achtergronden bij dit artikel:
NAM aansprakelijk voor immateriële schade: wat betekent dit?
Waardevermindering van bijna 1 miljard euro
‘We zijn blij met de uitspraak,’ aldus WAG-voorzitter Lolke Weegenaar. ‘Nu moet de NAM ook doorpakken. We willen zo snel mogelijk met onze advocaten en de NAM om de tafel om de compensatie te bespreken. Vier jaar na de dagvaarding wordt dat ook wel eens tijd.’
De WAG heeft berekend dat er sprake is van een waardevermindering van in totaal 1 miljard euro. De stichting ging daarbij uit van 100.000 huizen. De Rijksuniversiteit Groningen kwam later tot een schadepost van minimaal 954 miljoen euro, bij 180.000 huizen.