Op antisemitisch geweld moeten zwaardere straffen komen te staan. Ook moet er een veel hardere aanpak komen voor het bedreigen en mishandelen van afvallige moslims. Daarvoor pleit ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.
De voorman van de coalitiepartij denkt dat hij CDA-minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie aan zijn zijde heeft, zegt hij woensdag in het AD.
Segers zegt dat in Frankrijk sprake is van een exodus van Joden omdat ze zich onveilig voelen. Hij zegt zelf ook geluiden te horen dat Joodse jongeren hun toekomst niet meer in Nederland zien. ‘Als iemand slachtoffer wordt omdat hij Jood is of ex-moslim, dan raakt dat de hele samenleving. Dan staat niet alleen zijn persoonlijke vrijheid en veiligheid onder druk, maar die van de hele maatschappij. Namelijk het principe dat iedereen kan geloven wat hij wil en veilig is.’
Afshin Ellian schreef eerder deze column over het Joodse restaurant:
Via immigratie wordt antisemitisme geïmporteerd
Imams moeten geweld tegen ex-moslims veroordelen
Door strenger op te treden wordt volgens de ChristenUnie-leider ook een signaal afgegeven dat de kleinste groep even belangrijk is als de overgrote meerderheid. ‘Uiteindelijk vormt een aanval op de vrijheid van de meest kwetsbaren een aanval op de vrijheid van ons allen.’
Segers wil ook dat imams en vooraanstaande moslims zich uitspreken tegen het lastigvallen van ex-moslims. ‘Dit heeft blijkbaar een voedingsbodem, waardoor uiteindelijk tot daden wordt overgegaan. (…) Wat we al langer in Egypte, Syrië en andere landen in het Midden-Oosten zien, vindt nu ook hier plaats,’ zegt hij in de krant.
Hoeveel zwaarder de straffen moeten worden, zegt de fractievoorzitter van de ChristenUnie er nog niet bij. In Nederland zijn jaarlijks 100 tot 200 antisemitische incidenten.
Aanval op Joods restaurant kwam groot in het nieuws
Op 7 december vorig jaar kwam het Joodse restaurant HaCarmel in Amsterdam landelijk in het nieuws toen de Syrische asielzoeker Saleh A. (29) gemaskerd en gewikkeld in een Palestijnse vlag het restaurant met een knuppel kort en klein sloeg. Zijn actie volgde op het besluit van de Amerikaanse president Donald Trump om Jeruzalem te erkennen als de hoofdstad van Israël. Bij zijn daad schreeuwde A. ‘Allahu Akbar’ en ‘Palestina’ en nam hij de Israëlische vlag uit het restaurant mee. Vrijwel meteen werd hij in de boeien geslagen door langsrijdende agenten, maar tot grote verbijstering van de Joodse gemeenschap werd hij na twee dagen alweer vrijgelaten.
Rond de jaarwisseling was het restaurant opnieuw doelwit van vandalisme en werden de ramen beklad. ‘Dit wordt in de hand gewerkt door het slappe optreden van de overheid,’ zei Herman Loonstein, advocaat van de eigenaar, daarover.