Hoe Holleeder zijn eigen misdaadverleden herschrijft

Proces Holleeder in Amsterdam. Beeld: ANP

Tijdens de tweede dag van zijn proces herschrijft Willem Holleeder al pratend zijn eigen misdaadverleden. Over het losgeld van de Heineken-ontvoering verklaart hij nu dat zijn deel en dat van Cor van Hout eerst naar Zuid-Amerika ging om via een bekende drugshandelaar te investeren in een coke-lijn.

Terug in Nederland is het drugsgeld afgegeven aan Rob Grifhorst. Die was onder druk gezet door Van Hout. ‘Die zat in de tang?’ vraagt de rechter. ‘Ja, zo moet u dat zien,’ antwoordt Holleeder.

Grifhorst investeerde in fitnessapparatuur, in onroerend goed en vitaminen, zegt Holleeder. ‘En daarna ging hij met Willem Endstra in zee. Ze hebben veel verkocht aan Zweden en veel verdiend.’

Holleeder: ‘Nooit iemand afgeperst’

Holleeder beweert de waarheid te spreken, omdat de belangen groot zijn. ‘Het gaat nu om levenslang, niet om een paar jaar zitten.’ Hij ontkent glashard ooit mensen te hebben afgeperst. De celstraf van negen jaar had hij niet zien aankomen.

Investeringen op onder meer de Amsterdamse Wallen in Casa Rosso en in de Achterdam in Alkmaar verliepen via Grifhorst. ‘Op papier hebben wij nooit wat gehad. Zwart kregen we veel geld van die mensen en dat maakte ik op en probeerde ik wit te maken.’

Holleeder: ‘U moet het zo zien’

Steeds als de rechters hem op zitting zaken uit zijn eigen verklaringen voorhouden, raspt Holleeder zijn keel en zegt dan standaard: ‘U moet het zo zien.’

Hij praat uitvoerig over de bedreigingen van Sam Klepper en John Mieremet, midden jaren ’90. Zijn maat Cor van Hout had een schuld bij Mieremet vanwege een geript drugstransport, beweert hij.

Gewaarschuwd door de ‘Allesweter’

De zogenoemde Allesweter – een crimineel die volgens hem alles wist – waarschuwde hem dat Klepper en Mieremet hen wilden vermoorden. Holleeder: ‘Hij zei: Als je het niet oplost, liggen jullie allebei op de grond. Ga ook niet meer samen in een auto zitten.’ Van Hout nam de waarschuwing niet serieus: ‘Twee leipies.’

Op 27 maart 1996 werd de eerste aanslag op Van Hout gepleegd, in de Deurloostraat. Holleeder wordt onder meer verdacht van de liquidatie van Cor van Hout in 2003, toenmalig partner van zijn zus Sonja.

Holleeder betaalde 1 miljoen gulden aan Klepper en Mieremet en stapte over naar hun kamp. Vanaf dat moment waren hij en Van Hout gebrouilleerd. Door te betalen liep Holleeder zelf geen gevaar meer van Klepper en Mieremet, zegt hij. Van Hout wilde alleen ‘met lood betalen’. Holleeder begreep dat niet: ‘Je wilt toch geen bloedbad! Rob Grifhorst en ik hebben voor het leven van Cor betaald. Dat was het mooiste cadeau. Geld is voor mij hetzelfde als een hamer voor een timmerman.’

Geld is voor mij hetzelfde als een hamer voor een timmerman.

De nieuwe Holleeder is van allochtone afkomst