Het joodse restaurant HaCarmel aan de Amstelveenseweg in Amsterdam is opnieuw doelwit geweest van vandalen. Het restaurant werd afgelopen maanden al twee keer eerder getroffen. Donderdagnacht werd een ruit van het restaurant beschadigd met een steen. ‘We gaan uit van een gerichte aanval.’
Dat zegt advocaat Herman Loonstein, namens de eigenaar van HaCarmel. De politie was vrijdagmorgen ter plaatse en heeft forensisch onderzoek verricht. Het is de derde keer dat het Joodse restaurant aan de Amstelveenseweg wordt getroffen door vandalisme.
‘Tijd dat Van Aartsen maatregelen neemt’
Later op de dag zal de eigenaar aangifte doen. Advocaat Loonstein vindt het absurd dat de gemeente nog geen maatregelen heeft genomen om vandalisme te voorkomen. ‘We hebben na het eerste incident een brief gestuurd naar de gemeente, met de vraag om camera’s bij het restaurant te plaatsen. De gemeente laat dat na. Nu is het restaurant voor de derde keer in een paar maanden doelwit van geweld. Het wordt hoog tijd dat burgemeester van Aartsen maatregelen gaat nemen.’
De gemeente Amsterdam heeft besloten na het derde incident tijdelijk cameratoezicht in te stellen bij het restaurant. ‘In ieder geval voor de komende weken,’ zegt een woordvoerder tegen Elsevier Weekblad.
Breek. Het is opnieuw raak bij joods restaurant #Hacarmel pic.twitter.com/JQaUNTN0yQ
— Federatief Joods NL (@federatiefjoods) 2 maart 2018
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Verdachte na twee dagen vrijgelaten
Op 7 december kwam HaCarmel landelijk in het nieuws toen de Syrische asielzoeker Saleh A. (29) gemaskerd en gewikkeld in een Palestijnse vlag het restaurant met een knuppel aanviel. Hij schreeuwde ‘Allahu Akbar’ en ‘Palestina’ en nam de Israëlische vlag uit het restaurant mee. Vrijwel onmiddellijk werd hij in de boeien geslagen door toevallig langsrijdende agenten.
Afshin Ellian schreef eerder deze column over het Joodse restaurant:
Via immigratie wordt antisemitisme geïmporteerd
De man verklaarde tegenover de politie dat hij in Syrië wapentraining had gehad en bereid was opnieuw geweld te gebruiken. Op dat tweede kwam hij later terug door te verklaren dat hij dat niet in Nederland wilde doen. Justitie ziet de aanval op het restaurant niet als een terreurdaad en daarom werd de man – tot verbijstering van de Joodse gemeenschap – na twee dagen weer vrijgelaten. In januari werd de ruit van het restaurant besmeurd.
Loonstein vraagt de politie om een onderzoek naar de verblijfplaats van A. tijdens het incident van donderdagnacht. ‘We willen hem niet aanwijzen als dader, maar we willen wel weten waar hij was.’