De vervroegde verkiezingen in Turkije dreigen opnieuw uit te lopen op diplomatieke spanningen tussen Europese landen en de Turkse regering. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan kondigde eerder deze week aan hoogstpersoonlijk campagne te gaan voeren in Europa, en de Raad van Europa maakt zich zorgen over de legitimiteit van de verkiezingen.
Vorige week kondigde Erdogan plotseling aan dat de parlements- en presidentsverkiezingen – die eigenlijk gepland stonden voor 2019 – vervroegd worden naar juni van dit jaar.
Raad van Europa ‘moet zich met eigen zaken bemoeien’, vind Turkije
Zorgelijk, vindt de toezichtscommissie van de parlementaire assemblee (PACE) van de Raad van Europa (RvE), het internationale orgaan dat belast is met het bewaken van mensenrechten. Dinsdag bracht die commissie een advies uit waarin Turkije werd opgeroepen om af te zien van de vervroegde verkiezingen, en ze opnieuw uit te stellen naar een latere datum. De commissie maakt zich zorgen over de democratische aard van de verkiezingen, omdat de Turkse regering onlangs voor de zevende keer de noodtoestand verlengde. Ook is de commissie er niet gerust op dat het stemproces eerlijk verloopt, vanwege de mogelijke aanwezigheid van politieagenten in stemhokjes. Dat zou een ‘afschrikwekkend effect’ hebben op kiezers, aldus de RvE.
De Turkse premier Binali Yildirim reageerde geërgerd op het advies van de RvE. ‘De Raad van Europa moet zich met zijn eigen zaken bemoeien,’ vindt de Turkse premier. ‘Turkije heeft al honderden transparante en open verkiezingen gehouden, met een opkomst van meer dan 85 procent.’ Turkije is zelf ook lid van de RvE – dat overigens geen orgaan is van de Europese Unie.
Ook regeringswoordvoerder Bekir Bozdag reageerde geïrriteerd, en noemt het advies een ‘duidelijke interventie in de interne zaken’ van Turkije. Hij noemt de RvE hypocriet, omdat een gelijksoortig advies achterwege bleef toen er vorig jaar in Frankrijk presidentsverkiezingen werden gehouden, terwijl er daar toen ook officieel een noodtoestand gold.
Erdogan spreekt ergens in Europa aanhangers toe
Dinsdag verklaarde Turkse president Erdogan dat hij volgende maand ergens in Europa hoogstpersoonlijk aanhangers van zijn AK-partij zal toespreken: ‘Als God het wil zullen we in mei onze eerste bijeenkomst houden in een gesloten sporthal in een Europese stad. Alle voorbereidingen zijn al getroffen.’ Erdogan gaf niet aan in welke stad of land hij zal optreden. Hiermee tart hij Duitsland en Oostenrijk, beide landen waarvan de regeringen hebben aangegeven dat Turkse bewindslieden niet welkom zijn om op hun grondgebied campagne te voeren voor de verkiezingen.
Volgens onze columnisten
Arend Jan Boekestijn: ‘Waarom Turkije goede zaken doet in Syrië’
De Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz beschuldigde Erdogan er vorige week van de ‘Turkse gemeenschap in Europa uit te buiten´, en gaf aan dat hij niet welkom is in Oostenrijk. Ook de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas was kraakhelder: ‘In de drie maandelijkse periode voorafgaand aan buitenlandse verkiezingen, staan wij niet toe dat er verkiezingscampagne worden georganiseerd in Duitsland.’
Spanningen in aanloop van referendum vorig jaar
Vorig jaar zorgden soortgelijke acties voor hoogoplopende diplomatieke spanningen, niet in de laatste plaats met Nederland. In aanloop naar het referendum stuurde de Turkse regering de Turkse minister van Familiezaken om campagne te voeren in Rotterdam. Die werd op last van burgemeester Ahmed Aboutaleb het land uitgezet. De diplomatieke relatie tussen Nederland en Turkije werd hierdoor beschadigd: nog steeds is er geen Nederlandse ambassadeur in Ankara.
Met die gebeurtenissen in het achterhoofd zei premier Mark Rutte (VVD) vrijdag ook dat het ‘onwenselijk’ is dat in Nederland opnieuw campagnes voor Erdogan worden gevoerd. Al heeft hij niet formeel aan Ankara laten weten dat Turkse politici hier niet welkom zijn. Rutte gaat de komende tijd wel in gesprek met Nederlandse gemeenten met veel potentiële Turkse kiezers, die mogelijk worden bezocht door Turkse politici.