WODC-directeur stapt op na politieke beïnvloeding: dit ging eraan vooraf

De ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid - Foto: ANP

Frans Leeuw, directeur van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC), dient zijn ontslag in. Aanleiding is de conclusie van de commissie-Verhulp, die onderzoek deed naar hoe er binnen het instituut werd omgegaan met de klacht van een klokkenluider.

Eerder op dinsdag werd bekend dat het ministerie van Justitie en Veiligheid ‘niet zorgvuldig’ is omgegaan met die klacht. Het gaat om een brief van een interne klokkenluider die meermaals tot op het hoogste niveau onder de aandacht werd gebracht.

Klacht ging over politieke beïnvloeding van onderzoeksresultaten

De klokkenluider beklaagde zich over de politieke beïnvloeding van onderzoeksresultaten van het WODC. Topambtenaren zouden zich meermaals hebben bemoeid met onderzoeken van het instituut, dat geacht wordt altijd onafhankelijk te opereren.

Leeuw laat weten zich per 19 juli terug te trekken. Hij zou eind dit jaar toch met pensioen gaan. ‘Alhoewel ik mij in de (generaliserende) kwalificaties over met name mijn leiderschapsstijl maar in beperkte mate herken, meen ik met deze stap het belang van het instituut en zijn medewerkers het beste te dienen,’ aldus de verklaring van Leeuw.

De zaak kwam eind vorig jaar in het nieuws, en leidde tot verontwaardigde reacties uit de Tweede Kamer. ‘Het had niet mogen gebeuren,’ erkende premier Mark Rutte destijds. ‘Wetenschappelijk onderzoek moet altijd onafhankelijk zijn’.

‘Ik werk al sinds 1981 in het beleidsonderzoek, maar zaken als onder druk van beleid en zelfs van je eigen directeur bevindingen weghalen uit rapporten of slechtere offertes kiezen boven betere, dat heb ik nog nooit meegemaakt,’ schreef de klokkenluider – een onderzoekster die inmiddels niet meer werkzaam is bij het WODC – in de klacht. Ze maakte een zeven pagina’s lange opsomming van diverse manieren waarop de politiek het WODC had beïnvloed. Het ging van directe beïnvloeding door het ministerie van onderzoeksrapporten op vraagstelling en methoden, tot het redigeren van teksten en zelfs het achteraf herschrijven van conclusies.

Uit de interne klacht bleek onder meer dat ambtenaren conclusies over bijvoorbeeld de legalisering van wiet herschrijven en dat er kritiek wordt geuit op de onderzoeksopzet van bepaalde onderzoeken over coffeeshops. Bij het onderzoek naar de legalisering van de wietteelt wilde het ministerie van Justitie per se dat de uitkomst was dat legalisering niet haalbaar was.

Ambtenaren gaven opdracht eindconclusies te veranderen

Hoewel het instituut officieel onafhankelijk van het ministerie moet opereren, zouden ambtenaren tussentijds mailen over onderzoeksresultaten, met bijvoorbeeld de vraag om hen op de hoogte te houden. Maar ook met het verzoek om eindconclusies te veranderen. Uit een mail van een topambtenaar wordt geciteerd: ‘Omdat dit dossier zó politiek gevoelig is. (…) Dan zal de minister zeker moeten gaan uitleggen wat er precies is bedoeld en hoe het zat.’ Hierna is het rapport aangepast. Zelfs wanneer de onderzoekers het eens zijn over de eindconclusies, wordt geschreven: ‘Wij kunnen hiermee niet instemmen.’

De klokkenluider bracht haar klacht herhaaldelijk ten gehore, maar kreeg elke keer nul op het rekest. Dat rekent de commissie-Verhulp, in het leven geroepen door minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus, onder anderen directeur Leeuw zeer aan.

Rapporten van het ‘onafhankelijke’ WODC leggen voor de Tweede Kamer veel gewicht in de schaal. WODC-rapporten hebben veel invloed op beleidsvorming in Nederland, vooral bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het instituut hanteert bovendien een protocol waarin staat dat inmenging van ambtenaren strikt verboden is.