Hoeveel Nederlandse jihadisten keren terug en wat is de aanpak?

Archiefbeeld van jihadisten in het 'kalifaat' van IS - Foto: AFP

Nederlandse jihadstrijders vechten nog altijd in Syrië en Irak, zelfs nu Islamitische Staat (IS) nauwelijks nog een territorium over heeft. Maar veel jihadisten en afgereisde IS-sympathisanten willen naar Nederland terugkeren. Vooralsnog zijn er verschillen in hoe zij worden behandeld en wat zij kunnen verwachten.

Volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) verblijven er nog altijd 185 Nederlanders in de regio van wat eens de Islamitische Staat was. Daarnaast zijn er 175 minderjarigen die een band hebben met Nederland, van wie de helft jonger dan vier jaar is. Minder dan eenderde is door hun ouders meegenomen naar de Islamitische Staat, ruim tweederde van deze groep kinderen is daar geboren. Omdat hun ouders de Nederlandse nationaliteit hebben, kunnen ook zij daarop aanspraak maken.

Meer achtergronden bij dit onderwerp: Hulp met woning en werk voor terugkeerders

Recht op terugkeer?

Veel uitgereisden gaven eind 2016 hun Nederlandse gemeente al te kennen dat zij wilden terugkeren. Maar IS liet ze het gebied niet uitgaan en Nederland wilde ze niet gaan halen omdat dat te onveilig was. Al gaf premier Mark Rutte (VVD) in maart 2015 ook een andere reden om ze niet te halen: ‘Het is beter dat je daar omkomt, dan terugkeert.’

Wie desondanks toch wil terugkeren, moet eerst zelf een ambassade of een consulaat zien te bereiken. Daarna kan iemand onder begeleiding van de marechaussee naar Nederland worden gevlogen, waarna diegene wordt vastgezet en vervolgd.

Een uitzondering hierop was de terugkeer van Laura H. in de zomer van 2016. In haar geval ging een gezinsbegeleider van het Familiesteunpunt Radicalisering (dat wordt gesubsidieerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid) in tegen de richtlijnen.

Deze gezinsbegeleider spande zich actief in om Laura en haar twee kinderen uit IS-gebied te halen en hielp haar aan een contactpersoon die haar uit het kalifaat kon krijgen. De vader van Laura betaalde deze contactpersoon uiteindelijk zo’n 10.000 euro.

Meer vrouwen en kinderen

In navolging van Laura H. heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid de Koerdische autoriteiten gevraagd om nog eens drie vrouwelijke IS-sympathisanten uit hun kampen te laten vertrekken, zodat ze in Nederland kunnen worden berecht. Het idee is dat zij zelf afreizen naar een Nederlandse post en vanuit daar begeleid naar Nederland terugkeren, waar ze worden vervolgd.

Lees meer van Nikki Sterkenburg: Terughalen kalifaatkinderen enorm veiligheidsprobleem

Ook gaan er steeds meer stemmen op om de kinderen van Nederlandse jihadstrijders uit de regio te halen. Zo opperde de Kinderombudsvrouw dat zij met hun moeders zouden kunnen terugkeren. Daarna zouden hun moeders kunnen worden berecht, en de kinderen bij familie of pleeggezinnen worden ondergebracht. Zij krijgen geen straf, al zijn er aanwijzingen dat een deel in trainingskampen heeft gezeten en IS in het verleden ook kinderen heeft ingezet om aanslagen te plegen.

Niet onder indruk van straf

Het Openbaar Ministerie (OM) wil iedereen vervolgen die op meerderjarige leeftijd is uitgereisd, het liefst al voordat ze zijn teruggekeerd, zodat ze bij terugkomst direct kunnen worden opgesloten. Daarbij kunnen straffen worden geëist van maximaal vijftien jaar voor deelname aan een terroristische organisatie, maar vooralsnog wordt de maximumstraf nauwelijks geëist.

Laura H. is de eerste Nederlandse vrouw die is veroordeeld voor een verblijf in het kalifaatgebied. Ze kreeg in november 2017 twee jaar gevangenisstraf opgelegd, waarvan dertien maanden voorwaardelijk.

Mannen die zich bij IS hebben aangesloten en hebben deelgenomen aan de gewapende jihad, krijgen doorgaans zo’n zes jaar gevangenisstraf. Ook tegen bekeerling Victor Droste, die in 2013 afreisde om zich aan te sluiten bij de strijd, kort bij IS zat en veel tijd bij andere strijdgroeperingen doorbracht, is zes jaar cel geëist. Zelf was hij er niet van onder de indruk. Hij stuurde vanuit Syrië: ‘Kat in ’t bakkie. Dat vergroot dat de kans dat ik terugkom aanzienlijk.’ Hij had zelf tien jaar cel verwacht.

Vrijwillig exittraject

Tijdens het uitzitten van hun celstraf wordt een inschatting gemaakt of iemand een gevaar voor de samenleving vormt. Daarnaast kunnen jihadisten en IS-sympathisanten vrijwillig een exittraject volgen dat erop is gericht om hen geweld te laten afzweren. Wie hieraan deelneemt, krijgt na zijn vrijlating hulp bij het vinden van werk en een woning zodat de kans wordt verkleind dat iemand terugvalt op zijn oude ideologie en vrienden.

Dick Schoof, hoofd van de NCTV, zei daarover in 2016 in Elsevier Weekblad: ‘Het kan zijn dat iemand zich een tijdlang minder radicaal voordoet dan hij is. Maar als mensen vier, zes of acht jaar celstraf krijgen, heb je een redelijk lange periode waarin je met een team van psychologen en behandelaars een beeld kan vormen. Via politie en inlichtingendiensten kan verder worden gekeken: hoe zit zijn netwerk in elkaar, wie zijn z’n vrienden en familie? Op basis daarvan kun je een inschatting maken of iemand na z’n vrijlating nog een gevaar vormt.’

Toch klinkt dat wel erg schappelijk voor mensen die zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie. Een ambtenaar die is betrokken bij de aanpak vertelde, ook in 2016, aan Elsevier Weekblad: ‘Deze aanpak is aardig in balans. Maar als er wel een aanslag komt, weet je nu al dat het draagvlak voor zulke intensieve begeleiding weg is.’

Wel genocide, maar niet daarvoor berecht

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt pleit er al langer voor om naar IS-gebied afgereisde Nederlanders voor genocide te vervolgen, waardoor levenslange gevangenisstraffen kunnen worden geëist, en voor hen een speciaal internationaal tribunaal op te richten.

Maar dat lijkt vooralsnog niet te gebeuren. Weliswaar heeft de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa het rapport aangenomen en heeft het Nederlandse kabinet de wandaden van IS als genocide aangemerkt, maar tot nu toe heeft het OM geen pogingen ondernomen om terugkerende strijders voor genocide te vervolgen en levenslange gevangenisstraffen te eisen.

Ook in Europa zelf kan het vervolgingsbeleid nogal verschillen, meldde Omtzigt vorig jaar. Zo hebben Zweden en Finland nog geen enkele terugkeerder vervolgd, zij bieden vooral re-integratielessen.

Verlies Nederlanderschap bij dubbele nationaliteit blijkt lastig

Uitgereisde jihadisten en IS-sympathisanten die een dubbele nationaliteit hebben, kunnen hun Nederlandse nationaliteit verliezen. Dit is in elk geval al bij vier personen gebeurd, maar het is een arbeidsintensief proces.

Vorig jaar onthulde Elsevier Weekblad dat bij de afschaffing van de registratie van de dubbele nationaliteit ook bestaande gegevens niet meer inzichtelijk zijn voor instanties als het OM en de politie.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie erkende vorig jaar dat het voor iedere jihadist een apart onderzoek moet beginnen om erachter te komen of iemand een dubbele nationaliteit heeft, omdat die niet meer in te zien is via de Basisregistratie Personen. Op dit moment is het intrekken van het Nederlanderschap niet op grote schaal gebeurd.

Het blijft veel uitproberen

Nederlandse jihadstrijders en uitreizigers keren in plukjes terug. Reda N. en Oussama C. kwamen deze week in Nederland aan. Zij zijn voor hun deelname aan IS al door de Turkse autoriteiten vervolgd en zaten een deel van hun celstraf in Turkije uit. Het OM wil proberen om ze ook in Nederland te vervolgen. Het is de vraag of de rechter daarin meegaat: in principe mogen verdachten niet twee keer voor hetzelfde delict worden vervolgd.

De Nederlandse autoriteiten proberen om voor eerdergenoemde drie vrouwen met de Koerden een overeenkomst te sluiten om hen uit kampen vrij te laten zodat zij in Nederland kunnen worden berecht. Dat schept een precedent om ook actiever andere uitgereisden terug te halen.

Andere Nederlanders verblijven nog in het gebied, sommige zijn door Koerden en Irakezen standrechtelijk berecht en geëxecuteerd. Ook is een deel van hen mogelijk met andere IS-strijders naar Mali, Libië en Afghanistan afgereisd om vanuit daar aanslagen te plegen.

Onoverzichtelijke situatie

Het blijft al met al een onoverzichtelijke situatie waarin niet duidelijk is wie zich waar bevindt en wie op welke aanpak kan rekenen: wel of niet actief terughalen, wel of geen vervolging voor genocide, wel of niet intrekken van de Nederlandse nationaliteit.

De groep van 185 uitgereisden en ruim 100 kinderen vormt een groot veiligheidsrisico. En kwaadwillenden met plannen om in Nederland een aanslag te plegen als vergelding voor het omverwerpen van hun islamitische heilstaat, gedijen bij chaos en verwarring.