Na als Kamerlid gedumpt te zijn door de PVV, begon Richard de Mos voor zichzelf. Lokaal. Met succes: zijn partij werd de grootste van Den Haag. Als wethouder probeert hij nu zijn beloften in te lossen. Op pad met een jongen van het volk.
Haar schrille stemgeluid werkt niet echt mee, maar Pauline Krikke doet vanmiddag haar uiterste best warm te klinken. De burgemeester van Den Haag herdenkt in de gemeenteraad Willie Dille, de PVV’er die op 53-jarige leeftijd een einde aan haar leven heeft gemaakt. Op haar lege plek ligt een bloemstuk. Krikke (VVD) spreekt van een ‘gepassioneerd raadslid’ en vraagt de aanwezigen om staande een minuut stilte in acht te nemen. Demonstratief afwezig is Arnoud van Doorn, die volgens de overledene een groepje Marokkanen de opdracht heeft gegeven haar te verkrachten.
Een uurtje later schuift de vertegenwoordiger van de islamitische Partij van de Eenheid wel aan als de gewone vergadering begint. De schermutselingen van de 42 aanwezige raadsleden, verdeeld over liefst vijftien fracties, vormen een levendig schouwspel. Te zien valt bijvoorbeeld een verdacht veel op de schrijver Arnon Grunberg lijkende fractievoorzitter van de PvdA die in zijn oppositierol wordt gesteund door een verbaal vaardige bestuurskundestudente.
Hoofddoek en decolleté
Opvallend door het uiterlijk contrast is een allochtoon duo van D66, dat veel tijd babbelend en giechelend met elkaar doorbrengt. De ene vrouw draagt een hoofddoek, de ander heeft een fors decolleté en kort jurkje en heupwiegt af en toe op hoge hakken door de zaal, tot genoegen van de mannen op de, voor ongeveer de helft bezette, publieke tribune.
Richard de Mos
Geboren 5 mei 1976 in Delft
2009-2012 Tweede Kamerlid PVV
2012 Breuk met PVV
2010 Gemeenteraadslid Den Haag voor PVV; sinds 2014 voor Groep de Mos
2018 Wethouder economie, MKB, horeca, Scheveningen Haven, sport en buitenruimte, binnenstad, Escamp en eerste loco-burgemeester Den Haag voor Groep de Mos
Het democratische gehalte van de bijeenkomst wordt vergroot door de bijdragen van zogeheten ‘insprekers’. Dit zijn betrokken – en meestal boze – burgers die uiting mogen geven aan hun zorgen en grieven. Een emotionele mevrouw van een snackbar klaagt dat een naburige bloemenshop, na het winnen van een door de gemeente uitgeschreven prijsvraag, de activiteiten heeft uitgebreid en nu ook snacks verkoopt, wat haar eigen nering aantast.
De wethouder van Economische Zaken, Sport en Buitenruimte reageert op haar noodkreet. Richard de Mos legt uit dat hij de boosheid van de in het gedrang gebrachte ondernemer kan invoelen, maar dat gewoon de regels zijn gevolgd. Hij zegt wel toe met de betrokkenen een gesprek te zullen voeren om samen een oplossing te zoeken.
CDA’ers doen nu erg huilie huilie
Het zijn lastige zaken, vertelt De Mos later. ‘Gevoelsmatig begrijp ik die mevrouw volkomen, maar beleidsmatig kan ik weinig doen. Ik kan niet zomaar regels aan mijn laars lappen. Ik ga wel het gesprek aan. Er zijn heel wat wethouders die dat nalaten. Je zag trouwens dat het CDA kritiek levert, terwijl ik beleid uitvoer dat mede door die partij is opgesteld. CDA’ers doen nu erg huilie huilie. De teleurstelling ligt er duimendik bovenop. Ze mogen even niet meespelen en dan gaan ze zielig in de ballenbak zitten. Ik zou zeggen: wen er maar aan.’
Zelf moet De Mos (42) wennen aan zijn nieuwe functie als wethouder en locoburgemeester na een wonderlijke politieke loopbaan. Als Kamerlid voor de PVV werd de voormalige onderwijzer in 2012 door Geert Wilders gedumpt. De afwijzing kwam voor hem als een mokerslag; in tranen nam hij afscheid van de Tweede Kamer. Maar zijn keuze voor de lokale politiek pakte goed uit. In 2014 haalde zijn partij drie (van de 45) zetels in de gemeenteraad van Den Haag en vier jaar later werd Groep de Mos met acht zetels zelfs de grootste.
Hij vierde de overwinning op 21 maart uitbundig met flink wat bier, alsof zijn cluppie ADO net landskampioen was geworden. Het was een mooie beloning voor vier jaar lang keihard werken. ‘Onze kracht is dat we naar mensen luisteren. We gaan dag en nacht de wijken in. Niet alleen in de verkiezingscampagne. Dat noemen ze populisme, geloof ik. Maar dat vind ik geen vies woord. Populisten verkondigen meningen die leven in de samenleving. Ik neem alle klachten serieus. Ik wil graag een ombudsman voor de mooiste stad van Nederland zijn. Natuurlijk kun je niet iedereen tevreden stellen. Maar ik merk elke dag dat mensen al blij zijn als ze een luisterend oor vinden.’
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen