Vicepremier Hugo de Jonge (CDA) weet opeens heel veel over het pact van Marrakesh, bleek na de ministerraad. Anderhalve maand geleden had hij er nog nooit van gehoord. Help me even, zei hij toen op een vraag van Elsevier Weekblad.
Als vervanger van premier Mark Rutte (VVD), die op handelsmissie is naar Colombia, mocht hij deze vrijdag vertellen waarom het kabinet in december het pact gaat omarmen.
In tegenstelling tot op 19 oktober, sprak hij er honderduit over en legde hij omstandig uit hoe het pact pas laat op de agenda was gekomen en waarom het kabinet na lange juridische analyse had besloten het pact te ondersteunen.
Lees het commentaar van Syp Wynia: VN-pact Marrakesh in strijd met Nederlands belang
‘Het kabinet meent dat er meer moet worden samengewerkt op migratiegebied om bijvoorbeeld illegale immigratie te voorkomen. Die samenwerking werkt beter als je er afspraken over hebt gemaakt en die staan in dit compact,’ zei De Jonge.
Geen verplichtingen
Hij ontkende dat er verplichtingen in verwerkt zijn – ‘het is niet bindend’ – anders dan die waaraan Nederland op grond van internationale verdragen toch al moet voldoen. ‘Het is een gezamenlijke agenda waarmee de internationale samenwerking op gebied van immigratie wordt versterkt. En het is een diplomatiek instrument. Het tast de soevereiniteit niet aan.’
Het kabinet had vrijdag ook besloten om in Marrakesh een ‘standpuntverklaring’ (zie kader) te presenteren waarin duidelijk staat dat het pact niet bindend is.
Waarom een inlegvelletje?
Waarom een inlegvelletje en waarom een wekenlange juridische analyse van een document waarvan het kabinet toch zo zeker wist dat het niet bindend is? Dat had het kabinet gedaan vanwege de ‘onrust’ in de Tweede Kamer en in de samenleving die vorige maand plotseling was ontstaan.
De Jonge doelde op de aandacht in de media en de kritiek van de Kamerfracties van PVV, SGP en vooral Forum voor Democratie van Thierry Baudet die er honderd Kamervragen over stelde. Kritiek die regeringspartijen CDA en VVD opeens ook deed twijfelen.
Lees verder onder het kader
Harbers beantwoordt 100 vragen Baudet
Door Matthijs van Schie
Vrijdagmiddag kwam staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mark Harbers (VVD) met zijn antwoorden op de 100 Kamervragen die Forum voor Democratie-fractievoorzitter Thierry Baudet hem vorige maand had gesteld. Omdat het pact ‘geen juridisch bindend document’ is, niet door lidstaten wordt geratificeerd en dus geen verdrag is, is opzegging niet aan de orde, schrijft Harbers.
Op de meeste vragen van Baudet, die doelstellingen uit het VN-pact aanhaalt, reageert de staatssecretaris dat het gaat om ‘een vrijwillige beleidsoptie die het GCM (Global Compact for Migration) voorstelt’. In veel gevallen verandert het bestaande Nederlandse migratiebeleid volgens Harbers niet door het pact. Hij meent dat procedures om migratie ‘ordentelijk’ te laten verlopen in met name Afrikaanse landen nog vaak ontbreken, en dat het pact juist die landen handvatten kan bieden.
Naast de 100 antwoorden stuurde Harbers ook een aanvullende brief naar de Tweede Kamer. Daarin stelt hij dat het pact van Marrakesh in juridisch opzicht niet vergelijkbaar is met de Urgenda-zaak – die de Nederlandse staat verplicht meer te doen om de CO2-uitstoot terug te dringen – omdat het pact niet verder gaat dan verplichtingen waar Nederland ‘al aan moet voldoen op basis van onder andere het EVRM en EHRM-uitspraken’. In de kwestie Urgenda, waartegen de Nederlandse staat in cassatie gaat, waren afspraken uit het door Nederland ondertekende klimaatakkoord van Parijs volgens de rechter wél in conflict met bindende bepalingen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Nederland gaat de zogenoemde standpuntverklaring – ook wel bekend als het ‘inlegvel’ – opstellen samen met ‘een brede groep Europese landen’, is te lezen in de brief. Behalve het benadrukken van het belang van de aanpak van irreguliere migratie, moet dat ook nogmaals het ‘niet-bindende karakter van het GCM en de soevereiniteit van staten bevestigen’. Daarbij noemt Harbers expliciet de mogelijkheid om onderscheid te maken tussen reguliere en irreguliere migranten.
Er mag geen misinterpretatie zijn
De Jonge over het inlegvelletje: ‘Omdat er geen enkele misinterpretatie mag zijn, vonden wij het verstandig het zo te doen.’
Nederland overlegt met andere landen om dat inlegvelletje ook te ondersteunen. De vicepremier vertelde niet met welke landen Nederland dat wil doen.
Op een spervuur van vragen bleef hij ontkennen dat Nederland de grenzen met dit verdrag verder open zet. Dat rechters straks toch terugvallen op dit pact om niet toegelaten immigranten toch toegang tot Nederland te verlenen, sluit De Jonge uit. Die kunnen volgens hem alleen verwijzen naar bestaande verdragen.
Lees alles over het pact in het coververhaal van 17 november: Mijd Marrakesh!