Kort na een uitspraak die de Belgische staat verplicht om ‘kalifaatkinderen’ en hun ouders terug te halen uit Syrië, roept Kinderombudsman Margrite Kalverboer de Nederlandse regering nogmaals op hetzelfde te doen met kinderen van Nederlandse IS-strijders. Tegelijkertijd daagt advocaat Liesbeth Zegveld de Nederlandse staat voor de rechter om een bombardement in Irak.
‘Ik maak mij zorgen over de fysieke en emotionele veiligheid en het ontwikkelingsperspectief van de kinderen,’ schrijft Kalverboer dinsdag in een brief aan minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus (CDA). De Kinderombudsman vreest ook dat de Nederlandse samenleving gevaar loopt als de kinderen ‘na een steeds langduriger verblijf onder depriverende omstandigheden’ terugkeren. Daarom moet de minister zich volgens haar tot het uiterste inspannen voor de terugkeer van de circa 145 kinderen met minimaal één Nederlandse ouder, die momenteel in Koerdische kampen in Noord-Syrië verblijven. In april deed de Kinderombudsman een dergelijke oproep.
‘Kabinet, draag zorg voor emotionele en fysieke veiligheid van de kinderen’
Lees ook de column van Afshin Ellian: Jihadkinderen stellen Nederland voor duivels dilemma
Kalverboer, die waarschuwt dat de omstandigheden in de kampen in de winter verslechteren, wil dat het kabinet ‘zorg draagt voor de emotionele en fysieke veiligheid (…) van de kinderen (…) alsook voor hun recht op ontwikkeling’. Ze reageert op een brief die Grapperhaus een maand geleden aan de Tweede Kamer stuurde. Daarin verduidelijkt de CDA-minister dat het kabinet niet ‘actief inzet’ op het terughalen van Syriëgangers en hun kinderen.
Allereerst wijst Grapperhaus op de eigen verantwoordelijkheid van de volwassenen die zijn uitgereisd naar IS-gebied. Zij ‘hebben willens en wetens de keuze gemaakt om zich aan te sluiten bij een terroristische groepering’. Daarmee hebben zij de kinderen die zij meenamen of die daar zijn geboren ‘in ernstig gevaar gebracht’. Daarnaast houdt volgens het kabinet het internationale Verdrag inzake de rechten van het kind geen verplichting in om de kalifaatkinderen op te halen. De minister vreest ook dat de van terreur verdachte uitreizigers bij hun gang naar een consulaat in de regio worden opgepakt en berecht door lokale autoriteiten. ‘Het is niet uitgesloten dat hierbij de doodstraf wordt opgelegd,’ schrijft Grapperhaus.
Kinderombudsman heeft met uitspraak België mogelijk troef in handen
Kalverboer vindt ook de primaire verantwoordelijkheid ligt bij de naar het kalifaat vertrokken ouders, maar ze stelt dat hun kinderen geen keuze hadden en dus niet de dupe zouden mogen worden van de beslissing van hun ouders. Bovendien meent ze dat volgens het kinderrechtenverdrag de Nederlandse staat wel degelijk een verplichting heeft tot ‘het waarborgen van de ontwikkelingsbelangen van kinderen’, namelijk als ouders falen om die te beschermen.
Meer achtergrond bij dit onderwerp:
‘Haal IS-kinderen terug’: de haken en ogen aan de oproep van Kinderombudsman Kalverboer
De Kinderombudsman verwijst naar een rechterlijke uitspraak in België, anderhalve week geleden. Daar bepaalde een rechter in kort geding op basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dat de Belgische regering binnen veertig dagen zes kinderen en hun moeders – twee vrouwen die bewust kozen voor een leven in IS-gebied – moet terughalen uit het Koerdische kamp Al-Hol. Volgens Adriana van Dooijeweert, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens, is het niet ondenkbaar dat die uitspraak een precedent schept voor Nederland. Een woordvoerder van het College zei twee weken terug tegen Elsevier Weekblad: ‘Ik kan me in elk geval voorstellen dat advocaten naar de rechter stappen om het maar eens te proberen. Het Europees Verdrag voor de rechten van de mens geldt hier immers ook.’
Zegveld sleept Nederlandse staat voor de rechter om bombardement Irak
Vandaag werd ook bekend dat advocaat Liesbeth Zegveld een rechtszaak gaat aanspannen tegen de Nederlandse staat. Ze staat de Iraakse student Mohammed Ahmed bij, wiens moeder op 26 januari 2015 omkwam tijdens een bombardement van de westerse coalitie op een konvooi taxi’s in de stad Mosul, die door IS was bezet. Ahmed, die samen met zijn moeder in de taxi zat om uit de stad te ontsnappen, raakte zelf gewond.
Lees ook deze reportage uit het kerstnummer
Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira strijdt in toga tegen de Nederlandse staat
Omdat Zegveld niet weet of de Nederlandse luchtmacht ook was betrokken bij dit bombardement, wil ze weten welke landen daar die dag voor verantwoordelijk waren, zegt ze tegen het AD: ‘Mijn cliënt heeft op zich niets tegen de rol van de coalitie in de oorlog in zijn land, maar dan moet die coalitie wel haar verantwoordelijkheid nemen.’
Zegveld, die werkt voor het linkse en activistische ‘mensenrechtenkantoor’ Prakken d’Oliveira (zie kader rechts), staat bekend om de vele rechtszaken die ze aanspant tegen de Nederlandse staat. Zo stond ze de nabestaanden bij van de Molukse kapers die werden doodgeschoten tijdens de treinkaping bij De Punt (1977), waarin ze geen gelijk kreeg. Ook heeft ze Defensie aangeklaagd voor de rol die Nederlandse militairen speelden in Srebrenica (1995), Nederlands-Indië (1947) en de Chora-vallei in Afghanistan (2007). Zegveld eist schadevergoeding voor nabestaanden van burgerdoden die door toedoen van Nederlandse soldaten zijn gevallen.
Prakken d’Oliveira staat ‘haatimam’ bij die via EHRM klacht indient
Zegveld kan beter Taliban voor de rechter slepen, schreef Eric Vrijsen in juni
Ook haar collega’s van kantoor Prakken d’Oliveira zijn geregeld betrokken bij zaken tegen de Nederlandse overheid. Zo maakte het advocatenkantoor drie weken geleden bekend dat zijn advocaten Tom de Boer en Tamara Buruma ‘haatimam‘ Fawad Jneiz bijstaan, die een klacht tegen Nederland indiende bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Minister Grapperhaus legde Fawaz Jneid voor een half jaar een gebiedsverbod op voor twee buurten in Den Haag, de Schilderswijk en Transvaal. Dit omdat de imam in zijn lezingen jongeren zou aansporen tot jihadistisch geweld. De imam vocht het gebiedsverbod aan, maar zowel de Haagse rechtbank als de Raad van State wezen zijn hoger beroep af. Hij hoopt via het EHRM alsnog zijn gelijk te halen.