Emily Ansenk: ‘Samen de schouders eronder, zo gaat dat hier’

Emily Ansenk. Kunsthal. Foto: Jacqueline de Haas

Kunsthal-directeur Emily Ansenk (48) is ambitieus en jaagt altijd iets na. Haar Rotterdamse kunstinstituut draait als een tierelier. Laagdrempeligheid is haar ­belangrijkste missie.

Emily Ansenk was weer puber. Op een prachtige nazomeravond in 2016 waren er tien voormalige topmodellen in de Kunsthal, het Rotterdamse instituut waarvan ze de directeur is. Onder anderen Cindy Crawford woonde de opening bij van een tentoonstelling over het werk van de fameuze Duitse modefotograaf Peter Lindbergh. Tina Turner, een van Lindberghs beste vriendinnen, was ook overgevlogen. Die bleef een uurtje.

Later die avond zaten de tien schoonheden aan een lange biertafel in het ­Museumpark, waaraan de Kunsthal ligt. ‘Ik vond het best leuk om even naast Cindy Crawford te zitten.’ Haar ogen weerspiegelen de lol. Die ogen sprankelen continu. Haar gedachten staan nooit stil, lijkt het. Ansenk is net zo dynamisch als de Kunsthal en de stad Rotterdam.

De Kunsthal maakt furore met modetentoonstellingen

In haar eenvoudige werkkamer vliegen meer grote namen over tafel. Niet dat Ansenk graag pocht. Ze vertelt over het genre waarmee de Kunsthal de laatste jaren furore maakt: modetentoonstellingen. De eerste, in 2013, was gewijd aan de Franse ontwerper Jean Paul Gaultier. Afgelopen jaar stond het duo Viktor&Rolf centraal. Dit najaar is de Franse ontwerper Thierry Mugler aan de beurt. Daarvoor nog, in juni, opent de Kunsthal een expositie over hiphop, en dan vooral over lifestyle en streetwear.

Emily Ansenk (Amsterdam, 1970) studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht. Na een stage op de kunstafdeling van ING werd ze directeur van het Scheringa Museum. Sinds 2008 bij de Kunsthal. Ze is gehuwd en heeft drie kinderen.

Onlangs sprak ze met Virgil Abloh, de Amerikaanse ontwerper (en dj) die met zijn kledingmerk Off-White een held is in hiphopkringen. Hij is tevens de stylist van de wereldberoemde Amerikaanse rapper Kanye West, die weer de echtgenoot is van reality-ster Kim Kardashian. ‘Groot, groter, grootst, zeg maar, hahaha. Virgil zag wel wat in ons concept en wil meedoen. “We gaan wilde plannen maken,” zei hij. Ik ben benieuwd.’

Het zal niet de eerste keer zijn dat de Kunsthal opzien baart. Ansenk heeft, zegt ze, ‘niet echt een saaie baan’. Het gaat ‘crescendo’ met haar kunstinstelling. ‘Van mij mag je ons ook gerust een museum noemen hoor.’ Dat gebeurt vaak niet, omdat de Kunsthal geen eigen collectie heeft. Gemiddeld stellen Ansenk en haar team per jaar zo’n 25 tentoonstellingen samen. Die wisselen elkaar in soms hoog tempo af. ‘Van blockbusters als Viktor&Rolf tot en met kleine pareltjes. Wij hebben een sandwichformule.’

Ansenk dacht dat het plafond bij 300.000 bezoekers lag

In 2018 trok de Kunsthal 420.000 bezoekers. In het Museumpark was in oktober drie dagen WATERLICHT te zien, een droomlandschap van kunstenaar Daan Roosegaarde. De Kunsthal organiseerde op zes zomerzondagen in het park Kunsthal LIVE, met veelal Caribische muziek. Op die evenementen kwamen nog eens 30.000 mensen af. In 2017 verwelkomde de Kunsthal, zonder buitenactiviteiten, 240.000 bezoekers. Dat aantal was afgelopen jaar na zes maanden bereikt. Alleen al de expositie Hyperrealisme Sculptuur trok 216.000 mensen.

‘We hadden vorig jaar zo’n 180.000 bezoekers meer over de vloer. Dat is veel, ja. Ik dacht dat ons plafond rond 300.000 lag. Dat we dat met het team hebben geflikt, maakt me trots. Maar er is een kritische grens. We sturen op kwaliteit. Als mensen een half uur in de rij moeten staan om binnen te komen, dan holt die kwaliteit achteruit. De drukste dag was Tweede Paasdag, met 5.700 bezoekers. Dat is te veel. Dan wordt het wel heel hard werken voor iedereen.

Ik probeer tentoonstellingen naar binnen te hengelen die anders aan Nederland voorbijgaan. Ik bel, ik praat, ik doe, ik ben bezig

‘Ik geniet na van het succes, maar ik zit hier niet om op de winkel te passen. Ik jaag altijd iets na. Door alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan, heb ik een groot internationaal netwerk ontwikkeld. Ik probeer tentoonstellingen naar binnen te hengelen die anders aan Nederland voorbijgaan. Ik bel, ik praat, ik doe, ik ben bezig.’

Ze werkte hiervoor bij het Scheringa Museum

Ansenk leidt de Kunsthal sinds 2008. Daarvoor was ze directeur van het Scheringa Museum voor Realisme in het Noord-Hollandse stadje Spanbroek. ‘Een waanzinnig leuke tijd. Daar was ik vooral bezig met het samenstellen van een collectie. In twaalf­enhalf jaar hebben Dirk Scheringa en ik meer dan 1.200 werken aangekocht. Dat is echt veel, hoor.

‘Toen de Kunsthal langskwam, dacht ik: dit is perfect, totaal het omgekeerde. Ik ging van een museum met een collectie in een gehucht naar de Kunsthal zonder collectie in een grote stad.’ Enkele jaren later, na de ondergang van de DSB Bank van Scheringa, ging het museum ter ziele en werd de collectie verkocht.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ze ging meteen in Rotterdam wonen. ‘Je moet de stad leren kennen, het gemeentebestuur, de ambtenaren en het bedrijfsleven, je moet je weg vinden. De directeur van de Kunsthal is toch een van de middelpunten in de culturele sector hier. Rotterdam en de Kunsthal zijn met elkaar vergroeid geraakt. Je zou zeggen dat de Kunsthal in principe overal kan staan. Maar ze staat niet in 48 steden, ze staat hier en dat zegt wat. Ons concept sluit perfect aan op het karakter van Rotterdam en de Rotterdammers. De Kunsthal is ambitieus, maar ook pretentieloos.

‘Wij kunnen niet terugvallen op een vaste collectie. Dat betekent dat je heel erg gericht moet zijn op samenwerken. Ik moet wel, anders heb ik niks. Daarom is het zo dynamisch. Als je niet kunt samenwerken, heb je hier niets te zoeken. Samen de schouders eronder zetten, is wat je in deze stad terugziet. Als je een leuk idee hebt, zegt iedereen: “Leuk, doen we.”

‘Jean Paul Gaultier lag niet voor de hand, maar het is een waanzinnig succes geworden, dankzij een nieuwe werkwijze. We zijn verbindingen in de stad aangegaan, zodat de tentoonstelling niet alleen binnen de muren van de Kunsthal te zien was en zo veel mogelijk Rotterdammers het gevoel kregen: hé, deze tentoonstelling is ook van mij.

‘Dat hebben we met citydressing gedaan. Overal zijn gebouwen in de voor Jean Paul Gaultier kenmerkende blauwwitte Bretonse streep gezet, tot en met de Euromast. De winkeliers van de Nieuwe Binnenweg deden mee. Gaultier kwam in een blauwwit gestreepte Thalys aan op het Centraal Station. De metro was net zo uitgedost. Rotterdammers konden hem ontmoeten. Er was een event bij de Bijenkorf en we namen hem mee naar clubs.’

De Kunsthal werkt met partners om hun achterban te bereiken

De Kunsthal zou die werkwijze vaker toepassen. Begin dit jaar ontving het instituut de Marketing Award Rotterdam 2018. De Kunsthal weet in binnen- en buitenland de spotlights op onze stad te zetten, aldus de jury.

Voor de hiphop-expositie werkt Ansenk samen met de Rotterdamse stichting HipHopHuis en gastcurator Lee Stuart van het Nederlandse streetwear-merk Patta. Dat is niet alleen noodzakelijk, dat dient ook een doel: een diverser publiek trekken. ‘Het gaat om de gunfactor. Vinden mensen ons leuk genoeg om te komen? Onze aanpak werkt alleen als je het met de juiste mensen doet. Door partners aan ons te binden, bereiken we hun achterban. Die achterban is voor ons een nieuwe doelgroep.’

Laagdrempeligheid is Ansenks missie met de Kunsthal. Ze wil niemand de Kunsthal ‘door de strot duwen’, maar iets van een zendeling heeft ze wel. ‘Hoe meer kunst, hoe beter. Iedereen mag komen. Vanaf 5 februari hadden we de Amerikaanse D-Day-vlag hier. We waren gratis toegankelijk. Er waren veel oudere Rotterdammers binnen om die vlag even te zien. Een aantal was hier nooit geweest. Ik weet niet of ze nog eens komen, maar misschien wel. Hetzelfde geldt voor bezoekers aan Kunsthal LIVE.

‘Ik zou willen dat iedereen weleens in zijn directe omgeving wordt geïnspireerd door kunst. Ik hoop dat wij daaraan een bijdrage kunnen leveren, graag zelfs. Maar als dat door het International Film Festival Rotterdam of Theater Rotterdam wordt gedaan, vind ik het ook goed.’

Ansenk is nogal zakelijk

Bij de Kunsthal werken 45 mensen, exclusief vrijwilligers. Ongeveer de helft houdt zich onder haar leiding bezig met de inhoud: exposities maken, marketing en educatie. De rest werkt in ondersteunende diensten als financiën en beveiliging. Naast Ansenk is er een zakelijk directeur, Herman van Karnebeek, maar ze is zelf ook nogal zakelijk.’Ik moet weten wat er binnenkomt en wat er uitgaat. Daarop pas je je ambities aan. Sinds 2014, na de verbouwing, hebben we meer mogelijkheden om het gebouw beter te benutten. Daardoor kunnen we meer mooie, ambitieuzere tentoonstellingen maken. Uiteindelijk draait het daar wel om.

 Ik ben kunsthistoricus. Dat zakelijke heb ik on the job geleerd. Ik moet de inhoud op elk vlak weten te verkopen

‘Ik ben kunsthistoricus. Dat zakelijke heb ik on the job geleerd. Ik zit dicht op de afdeling Fondsenwerving. Ik moet de inhoud op elk vlak weten te verkopen. Of dat nu aan particuliere gevers is of aan de gemeente. Als ik er een potje van maak, als we iets programmeren waar niemand op afkomt, dan is er een financieel gat en valt onze missie in duigen.’

Exacte cijfers zijn er nog niet, maar de inkomsten van de Kunsthal in succesjaar 2018 bedroegen naar schatting 8,5 miljoen euro. Eenderde daarvan, zo’n 2,8 miljoen, was subsidie van de gemeente. De Kunsthal heeft altijd minimaal 50 procent van haar inkomsten zelf gegenereerd. Die verhouding lijkt bijna heilig.

Zonder subsidie kan de Kunsthal niet

‘Het is niet in beton gegoten hoor. Het is fijn om meer eigen inkomsten te hebben, maar zonder subsidie kunnen we niet bestaan. Het gebouw, de mensen die hier werken, de hele bedrijfsvoering, daarvoor moet een geldpot zijn. Niet elke expositie wordt een commercieel succes. Dat hoeft ook niet. Ik vind subsidie trouwens een fout woord. Het is een investering van de stad in de stad. De gemeente faciliteert ons om hard te lopen. Zo zie ik dat.’

Van alle bezoekers komt een kwart uit Rotterdam. Zo’n 60 procent komt uit de rest van Nederland, 15 procent uit het buitenland. Ansenk heeft niet de illusie dat ze alle Rotterdammers naar de Kunsthal krijgt. Momenteel hangen door de hele stad grote borden van de expositie Trouble in Paradise. Die is nu te zien en samengesteld uit de collectie hedendaagse kunst van Rattan Chadha, oprichter van kledingmerk MEXX. ‘Maar dan nog: als kunst niet op je netvlies zit, dan zie je die borden niet. Er zijn genoeg Rotterdammers die niet eens weten van het bestaan van het instituut.’

Lees ook het interview van Ron Kosterman met Axel Rüger: ‘Het Van Gogh is van wereldfaam’

Toch blijft ze bezig. De Kunsthal trekt steeds meer Rotterdam in. Sinds 2016 bestaat All you can Art, een samenwerkingsverband met opleidingsinstituut IBB Curaçao. Daarbij zijn ook drie maatschappelijke partners uit Rotterdam betrokken: Stichting Laurens (ouderenzorg), het Zuiderpark College (vmbo-scholen) en Antes (verslavingszorg).

‘All you can Art gaat over samen kunst maken. Dat gebeurt onder leiding van echte kunstenaars. Het gaat ook over de energie die vrijkomt als je anderen kunst ziet maken. In musea zie je alleen het eindresultaat.’

Tot nu toe zijn de activiteiten op de locaties van de partners. Afgelopen zomer reed All you can Art met een SRV-wagen door de stad. De kunst die dat oplevert, wordt soms in de Kunsthal geëxposeerd. ‘Eigenlijk wil ik er een nieuwe, kleine Kunsthal bij. Daarover ben ik met veel mensen in gesprek. Dat moet een atelier worden, met een ruimte voor discussies en workshops. Als we bijvoorbeeld bij de Afrikaandermarkt in Zuid zitten, ben je nog laagdrempeliger. Mensen hoeven niet hierheen te komen. Ze lopen in hun buurt langs het gebouw en worden verleid om binnen te komen.’

Hoe meer kunst, hoe beter

In de Rotterdamse culturele sector is er van alles aan de hand. In juni gaat het eveneens aan het Museumpark gelegen Museum Boijmans Van Beuningen voor enkele jaren dicht wegens een verbouwing. ‘Hoe meer kunst, hoe beter, zei ik al. Dus dat is pijnlijk. Of het ons bezoekers gaat schelen, kan ik echt niet voorspellen.’ Momenteel heeft de Kunsthal prenten van Picasso hangen uit de Boijmans-collectie. Er zijn afspraken gemaakt over nog twee exposities.

Er wordt veel verwacht van de stichting Droom en Daad die nu enige tijd actief is. Die stichting, van de ondernemersfamilie Van der Vorm, wil naar verluidt tientallen miljoenen euro’s besteden aan kunst en cultuur in Rotterdam. De familie heeft Wim Pijbes, ex-directeur van het Rijksmuseum en Ansenks voorganger bij de Kunsthal, aangesteld om dat in goede banen te leiden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Zo ontwikkelt de stichting een landverhuizersmuseum in een leegstaande loods op Katendrecht. ‘Ze willen aan meer monumentale industriële panden een culturele invulling geven. Dat is duidelijk, maar voor de rest weet ik niet veel meer dan wat er in de kranten staat. Of dat niet maf is? Welnee. Ik vind het wel spannend.’

‘We hebben wel contact met ze. Eén keer per jaar ondersteunen ze ons internationale programma. Door de bijdrage van Droom en Daad zijn we vorig jaar in staat geweest om de tentoonstelling ­Actie <-> Reactie over kinetische kunst te maken. We maken samen met allerlei grote internationale instellingen ook tentoonstellingen. Die moeten de Kunsthal in een nieuwe league brengen. Daaraan doet de stichting mee.’

Ansenk voelt zich niet gehaast om weg te gaan

Ansenk is honkvast. Eerst twaalfenhalf jaar Scheringa, nu ruim tien jaar bij de Kunsthal. Dat boeit nog steeds, vertelt ze. Daar zorgt die dynamiek wel voor. Het Stedelijk Museum in Amsterdam zoekt al tijden een nieuwe directeur. Geregeld duiken in media lijstjes op met kandidaten. Ansenk staat er niet op.

‘Is dat goed of slecht? Ik weet het niet. Het Stedelijk is een van de mooiste musea op het gebied van hedendaagse kunst. Maar ik voel me niet gehaast om weg te gaan. Ik heb hier veel vrijheid en ik ben met leuke dingen bezig. Ik sta niet op lijstjes, ik ben niet gevraagd. Dat is voorlopig zo. De tijd zal het leren.’