Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ligt onder vuur na kritiek vanuit de Tweede Kamer. Die volgt op schimmigheid rond rekenmodellen en een blunder bij het berekenen van de energierekening.
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt meldde woensdag dat het rekenmodel voor elektrische auto’s niet controleerbaar is. In antwoorden op Kamervragen over de voorspelling van de verkoop van elektrische auto’s zat het kabinet er volgens hem meer dan 100 procent naast. Op grond van de rekenmodellen van het PBL worden miljarden aan subsidies door de overheid uitgekeerd. Staatssecretaris van Financiën Menno Snel (D66) wil de rekenmodellen niet openbaar maken.
Eerlijk maar onthutsend inkijkje bij Planbureau voor de Leefomgeving
Ze hebben het model over elektrische auto’s zelf ook niet en voeren de berekeningen niet zelf uit!Het model is geheim en de uitkomsten zaten er meer dan 100% naast. https://t.co/yPiq9IZ0t9 pic.twitter.com/katncWWrBS
— Pieter Omtzigt (@PieterOmtzigt) February 20, 2019
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Een dag eerder bleek dat het ministerie van Economische Zaken zich bij het voorspellen van de energierekening van 2019 baseerde op verouderde gegevens van het PBL. De rekening valt dit jaar daarom gemiddeld 334 euro hoger uit dan in 2018. Dat kwam verantwoordelijk staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) op een storm van kritiek te staan, omdat zij steeds beweerde dat het met die stijging wel mee zou vallen.
Achterhaalde rekenmodellen
Ook GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee leverde woensdag kritiek op het PBL. Dat bestaat nog maar elf jaar en gebruikt modellen die volgens het Kamerlid nog niet goed zijn uitgewerkt. ‘Hun ramingen lopen vaak achter op de marktontwikkelingen en ze zijn simpelweg onderbezet.’ Het Planbureau heeft volgens Van der Lee ‘helaas geen transparant en interactief model’.
Het is niet voor het eerst dat het PBL de mist in gaat. Bij de inschatting van de mestfraude, de impact van vlees op het klimaat en het verlies aan biodiversiteit ging het ook mis.
Meer achtergrond bij dit verhaal: Wat staat er in het klimaatakkoord?
Op 13 maart presenteert het PBL zijn tot nu toe belangrijkste rapport: de doorrekening van het concept-Klimaatakkoord. Het PBL moet beoordelen of de beleidsvoorstellen van de vier coalitiepartijen en Ed Nijpels’ Klimaattafels volstaan om de Nederlandse broeikasgasuitstoot voor 2030 met 49 procent te reduceren. Het rapport is van grote politieke betekenis: het klimaatbeleid is een van de pijlers van het Regeerakkoord. De politieke gevoeligheid ervan wordt nog extra vergroot doordat het een week voor de Statenverkiezingen verschijnt.
Bij het doorrekenen van de plannen uit het concept-Klimaatakkoord gebruikt het PBL hetzelfde rekenmodel waarmee het bij de verkoopcijfers van elektrische auto’s de fout in ging. De vraag is is dus wat de kwaliteit is van het geleverde werk door het Planbureau.
De feiten op een rij
Het Planbureau voor de Leefomgeving is in 2008 ontstaan uit een samenvoeging van het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). Het PBL is onderdeel van de Rijksoverheid en valt onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het PBL is het derde planbureau van de overheid, naast het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De instelling is gehuisvest in een pand aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag, waarin ook het CPB, SCP, de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur en de Autoriteit Persoonsgegevens kantoor houden.
HANS MOMMAAS (Herkenbosch, 1955) studeerde westerse sociologie en promoveerde in 1993. Hij was van 2002 tot 2015 hoogleraar Leisure Studies in Tilburg en onder meer van 2005 tot 2010 lid van de VROM-raad.
Het PBL staat onder leiding van prof.dr.ir. Hans Mommaas. Naast zijn directiefunctie is Mommaas ook adviserend lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). In een interview met Elsevier Weekblad in 2017 aarzelde Mommaas niet bij de vraag wat dé grote verandering in Nederland de komende jaren zou worden. ‘De overgang naar duurzame energie.’ Mommaas ziet een land voor zich vol warmtepompen en windmolens.
De belangrijkste taken van het PBL zijn:
- Het in beeld brengen van de actuele kwaliteit van milieu, natuur en ruimte en het evalueren van het gevoerde beleid;
- Het verkennen van de toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de kwaliteit van milieu, natuur en ruimte, en het op voorhand evalueren van mogelijke beleidsopties;
- Het signaleren en agenderen van maatschappelijke vraagstukken die van belang zijn voor milieu, natuur en ruimte;
- Het identificeren van mogelijke strategische opties voor het bereiken van overheidsdoelen op het gebied van milieu, natuur en ruimte.
Bij het PBL werken 240 werknemers, van wie 200 fulltime. Meer dan 80 procent van de medewerkers heeft een academische achtergrond. Het gaat onder meer om biologen, economen, natuurkundigen, planologen, wiskundigen, sociologen, sociaal geografen, bestuurskundigen en landbouwingenieurs. De organisatie is onderverdeeld in 2 stafbureaus en 7 inhoudelijke sectoren.
Tot 2008 was Dineke Mulock Houwer er interim-directeur. Zij werd in dat jaar opgevolgd door directeur Maarten Hajer, die in 2015 weer werd opgevolgd door directeur Hans Mommaas. Dr.ir. Andre van Lammeren is de huidige onderdirecteur.