Ondanks de ambitieuze klimaatplannen slagen provincies er niet in om het afgesproken aantal windmolens te plaatsen. Het Rijk eist extra windmolens voor 2020, maar gemeenten liggen dwars, mede omdat burgers geen torenhoge turbines in de buurt willen. Zo worden de doelen vrijwel nergens gehaald.
Provinciebesturen worden steeds voorzichtiger met de bouw van nieuwe windparken, bericht De Telegraaf dinsdag. Zuid-Holland heeft al diverse regio’s, waaronder de Hoeksche Waard, Midden-Delfland en andere natuurgebieden, aangewezen als zones waar geen windmolens bij mogen komen. ‘We merken dat mensen toch kritisch reageren op plannen rond windmolens,’ zegt een woordvoerder van de provincie tegen de krant. ‘Men wil gewoon niet zo’n enorm ding in de achtertuin.’
Inwoners Flevoland boos over windmolens van 250 meter hoog
Lees ook deze column van Simon Rozendaal: We moeten bomen planten in plaats van windmolens
Dat sentiment speelt in meer provincies. Friesland hanteert als beleidsprincipe ‘het behoud van het karakter van het Friese landschap’. In Flevoland zijn veel burgers ook niet te spreken over de komst van windmolens, maar daar probeert de provincie omwonenden tegemoet te komen door ze ‘inspraak’ te geven. Maar afgaande op de klachten van inwoners van het buurtschap Ketelhaven krijgen ze die amper. Op nog geen kilometer afstand van hun huizen moeten binnenkort turbines verrijzen tot 250 meter hoog.
Het protest tegen de plannen is door de provincie in de wind geslagen, zegt Bert Steggerda, die namens de buurtbewoners de krant te woord staat: ‘De provincie vertelt ons alleen dat wat wij willen niet kan. Is dat overleg? Dan kun je net zo goed wegblijven.’ Volgens hem moeten de molens op minimaal 2,5 kilometer afstand van de huizen staan, tien keer de tiphoogte (de afstand van de grond tot het hoogste punt van de wiek), in plaats van op 900 meter.
Voorman van anti-turbineprotest wil eigen partij oprichten
De kwestie staat niet op zichzelf. Dit voorjaar was veelvuldig sprake van ‘turbineterreur‘ in Drenthe en Groningen: bedreigingen aan het adres van ondernemers die betrokken zijn bij de aanleg van windmolenparken. Naast verbale dreigementen, vaak per brief, werd ook asbest gedumpt. Diverse bedreigde ondernemers trokken zich terug.
Jan Nieboer, in maart geïnterviewd door EW voor het omslagverhaal over boze burgers (zie kader), moest in juni zes weken de cel in omdat hij ervan werd verdacht betrokken te zijn bij het versturen van de dreigbrieven. Dat is overigens niet bewezen.
Lees het interview met Jan Nieboer in dit coververhaal: De Nederlandse burger is boos!
Nu hij weer vrij is, gaat Nieboer door met zijn verzet tegen de windturbines. Hij is van plan een politieke partij, Drents-Gronings Belang, op te richten samen met andere activisten van ‘zijn’ actiegroepen Platform en Tegenwind Veenkoloniën. Hoewel Nieboer en consorten verwachten dat ze te laat zullen zijn met hun partij om de geplande windturbines in Drenthe en Groningen tegen te houden, zijn ze vastberaden om te ageren tegen de klimaatplannen van het kabinet.
Nieboer wil samenwerken met PVV of FVD: ‘Tegen groene gekte’
Als de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 de kiesdrempel haalt, wil hij in de Tweede Kamer graag samenwerken met de PVV of Forum voor Democratie (FVD). ‘Ook zij ageren tegen de groene gekte die dit land in de greep houdt,’ zegt Nieboer tegen het Dagblad van het Noorden.
Voor de provinciale fracties van FVD is het groeiende verzet tegen windmolens een opsteker. De partij werd bij de Provinciale Statenverkiezingen de grootste, grotendeels vanwege de weerstand tegen het klimaatbeleid van het kabinet, waaronder de windmolenplannen. Toch belandde FVD in bijna alle provincies buiten de coalitie. Alleen in Limburg zit de partij in het provinciebestuur, samen met CDA, VVD en PVV.
In die provincie staat het kleinste aantal windmolens van Nederland (zes), en als het aan Gedeputeerde Ruud Burlet van FVD ligt, maakt Limburg geen prioriteit van meer turbines. Burlet heeft liever kernenergie, en dat maakt hem tot een splijtzwam in het college. Toch zei hij begin deze maand in actualiteitenprogramma Nieuwsuur dat hij zich aan de landelijke afspraken wil houden, omdat er ‘een straf boven de markt hangt’: als Limburg in 2020 niet het afgesproken aantal windmolens heeft geplaatst, moet de provincie de doelstelling aan op te wekken windenergie binnen drie jaar dubbel halen. Die maatregel geldt voor alle provincies.
Elf van de twaalf provincies niet op schema met doel windenergie
Lees dit commentaar van Bram Hahn: De doelen voor wind op land zijn niet realistisch
Een stevige sanctie, die voor veel provincies onafwendbaar lijkt: volgens dagblad Trouw slaagt alleen Noord-Holland erin om in 2020 genoeg windenergie op te wekken. De overige elf schieten (zwaar) tekort bij de realisering van de gewenste hoeveelheden megawatt (MW) aan windenergie, die met het Rijk zijn afgesproken.
De verschillen per provincie zijn groot: waterrijke provincies waarin het vaker waait, zoals Flevoland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland en Groningen moeten aanzienlijk meer windenergie opwekken dan bijvoorbeeld Limburg, Overijssel, Drenthe en Utrecht. De twaalf provincies en het Rijk hebben afgesproken dat in 2020 in totaal 6.000 MW energie met windmolens op land moet worden opgewekt, maar minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) verwacht dat de teller stokt op 4.726 MW, 79 procent van het doel.
Meer draagvlak voor windmolens op zee, maar stikstofvonnis is obstakel
Terwijl veel burgers zich verzetten tegen windmolens op land, worden windmolens in en nabij de zee meestal beter gepruimd. Op de Rotterdamse Maasvlakte is deze maand de grootste en krachtigste windmolen ter wereld geplaatst, de Haliade-X van 260 meter hoog die bij harde wind voor zo’n 16.000 huizen energie kan opwekken. Uiteindelijk moeten turbines van dit type alleen op zee komen.
Meer over dit onderwerp: Geen simpele oplossing voor problemen ‘stikstofvonnis’
Ironisch genoeg bestaat de kans dat de bouw van windmolens op zee vertraging oploopt door een andere klimaatgerelateerde regel: de geruchtmakende uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS), die een streep zet door honderden bouwprojecten wegens de stikstofuitstoot. Volgens een eerste indicatie die minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten (ChristenUnie) in juni maakte, zet de PAS-uitspraak de bouw van tien tot twintig projecten rond klimaat en verduurzaming – waaronder windparken op zee – op losse schroeven. Als dat klopt, wordt de bouw van nieuwe windmolens alleen maar moeilijker.