Camille Oostwegel: ‘Ik voel me een beetje missionaris’

Camille Oostwegel. Foto: Guido Benschop

Hotelier Camille Oostwegel (69) is ook hoeder van cultureel erfgoed. In Zuid-Limburg schiep hij met vervallen monumenten een imperium. Binnenkort draagt hij de leiding over en wordt hij boer.

Camille Oostwegel werd in maart opa. Kort erna plantte hij voor kleinzoon Spencer een Amerikaanse eik op zijn landgoed bij Château St. Gerlach in het Zuid-Limburgse dorp Houthem. Op 31 december aanstaande draagt de befaamde hotelier de leiding van zijn bedrijf over aan zijn zoon Camille junior, Spencers vader. Ook de aandelen gaan die dag over.

‘Opa worden is een bijzondere gewaarwording. Camille junior is nu 33. Opeens krijgt jouw kind een kind. Dat is prachtig. Mooie naam ook, Spencer. Daar was over nagedacht, vertelde Camille. Spencer betekent: hij die anderen van eten en drinken voorziet. Ik dacht meteen: dat is de derde generatie. Ik kan straks met Spencer naar de eik wandelen. Om te kijken hoe de boom groeit en hoe hij groeit.’

Camille Oostwegel (Houthem, 1950) is hotelier. Was onder meer betrokken bij de restauratie van de Sint-Martinus­toren in Maastricht. Lid van de Commissie herbestemming monumenten, ­honorair consul van Frankrijk in Limburg.

Denk niet dat Oostwegel na zijn afscheid als algemeen directeur van het bedrijf dat hij in 1980 oprichtte, stil gaat zitten of voltijd-opa wordt. Melancholisch terugblikken op die veertig jaar is er niet bij. ‘Ik heb soms het gevoel dat ik nog moet beginnen.’ Oostwegel Collection heet de onderneming tegenwoordig. Dat was een idee van junior. Behalve uit Château St. Gerlach bestaat ze uit de huizen Winselerhof, Château Neercanne en het Kruisherenhotel Maastricht.

Het is een Zuid-Limburgs imperium. Met een jaarlijkse omzet van zo’n 25 miljoen euro en vierhonderd medewerkers op de loonlijst. Nog eens ruim honderd mensen houden zich bezig met de schoonmaak en het groen. Alle huizen liggen binnen een straal van 25 kilometer. ‘Ik kan overal in 20 minuten zijn.’

De huizen van Oostwegel zijn monumenten

Oostwegel is ondernemer en hoeder van cultureel erfgoed ineen. Hij zal geen glimmende hoteltoren uit de grond stampen op de Zuidas. Zijn huizen zijn monumenten. Hij kocht de kastelen, herenhoeve en het Kruisherenklooster in haast geruïneerde staat en maakte er stijlvolle paradijzen van. Waar het genieten is van rust, natuur, goed eten en drinken.

 Ik praat liever met gasten. Ik wil het over gastronomie en goede wijn hebben. Niet over aandeelhouderswaarde

‘Een gebouw moet oud zijn. Ik moet verliefd worden. Ik wil er mijn hele ziel en zaligheid in kunnen leggen. Anders wordt het niets. Het gedoe dat volgt op de aanschaf – met vergunningen, onderhandelingen en verbouwingen – is ingewikkeld en kostbaar zat.

‘Ik heb gekeken naar projecten buiten Zuid-Limburg. Dat waren ook monumenten. Maar als je naar Utrecht of Amsterdam gaat, dan krijg je een andere organisatie. Uiteindelijk word je dan een voorzitter van een raad van bestuur, of iets dergelijks. Dan gaat het om aandeelhouderswaarde en praat je vooral met banken en investeerders. Ik praat liever met gasten. Ik wil het over gastronomie en goede wijn hebben.

‘Ik heb veel aanbiedingen gehad, ook uit het buitenland. Ik heb mensen van een grote onderneming uit Zwitserland op bezoek gehad. Ze wilden dat ik tien hotelkastelen in Italië zou ontwikkelen. Ik zou een helikopter krijgen en mocht mijn architecten meenemen. Ik kon vragen wat ik wilde. Ik heb ze beleefd afgewezen. Ik heb geen toverstokje. Bovendien had ik hier dan weg gemoeten.’

Oostwegel wil topwijnen maken, voor zijn gasten

Het interview heeft plaats in een zaaltje bij Burgemeester Quicx, Coffee & More. Dat is de nieuwste uitspanning bij Château St. Gerlach, gevestigd in de voormalige boerderij waar Oostwegel, in Houthem geboren, als jongetje werkte. Pal ernaast staat het een paar jaar oude en door architect Francine Houben ontworpen St. Gerlach Paviljoen, dat voor evenementen wordt gebruikt. ‘Dat is nu al een monument. Het gebouw heeft zo veel kwaliteit.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Na het interview laat Oostwegel zijn wijngaard zien. Aan de overkant van de weg kocht hij 3 hectare grond. Bij zijn huizen wordt al wijn gemaakt, maar ‘dat levert een paar duizend flessen per jaar op en die zijn zo op’. Limburg wordt de nieuwe Bourgogne, stelt hij. Klimaatveranderingen baren de natuurliefhebber zorgen. De ondernemer ziet kansen.

‘Er staan 11.000 wijnstokken. Volgend jaar produceren we de eerste wijn. Straks maken we 13.000 flessen. Dat zijn topwijnen, voor onze gasten. Je hebt oud-ondernemers die een wijngoed in Zuid-Frankrijk kopen. Ik vind het veel interessanter om hier wijn te maken. We hebben ook een grote moestuin, boomgaard en imkerij. We hebben schapen en kippen, en er komen Limburgse varkentjes. Mijn grote droom was boer te worden. Dat gaat toch nog gebeuren. Ik begin opnieuw, maar met iets anders. Ik ga geen nieuwe ideeën aanreiken voor de onderneming. Dat is nu aan Camille junior.’

Kleine Camille had op zijn kamer een museum

Oostwegel was altijd ondernemend. Als klein mannetje had hij op zijn kamer een museum met Romeinse vondsten en fossielen, waar mensen voor een kwartje naar binnen mochten. ‘Ik heb veel te danken aan de opvoeding door mijn ouders, grootouders en andere familieleden. Ik was de jongste van drie zonen. Binnen bepaalde grenzen mochten we doen wat we wilden. Mijn vader was tandarts, een ondernemer ook. Hij zei altijd: “Je moet doen wat je leuk vindt, maar wat je doet, moet je met overtuiging doen.”

 Mijn oudere broers waren veel beter op school, echte bèta’s. Ik ben blij dat ik een alfa bleek te zijn. Ik sprak snel Frans

‘Mijn oudoom Jeu was elk weekeinde bij ons. Op zondagen maakten we met hem lange wandelingen door de natuur. Hij had veel gereisd en vertelde prachtige verhalen. Hij nam me mee naar Frankrijk en de sterrenrestaurants in Parijs. Mede door hem ben ik francofiel geworden.

‘Mijn oudere broers waren veel beter op school, echte bèta’s. Ik ben blij dat ik een alfa bleek te zijn. Ik sprak snel Frans. In het tweede jaar op de hotelschool in Maastricht kreeg ik daardoor bij hoge uitzondering een stageplek bij Royal Champagne, een van de mooiste restaurants in de Champagnestreek. Daar heb ik veel geleerd en mijn Frans verbeterd.’

Voor Novotel opende hij talrijke hotels

‘Na mijn afstuderen ging ik voor de Franse hotelketen Novotel werken. Eerst in Frankrijk, later heb ik buiten Frankrijk hotels geopend. Na acht jaar wilde ik terug naar Limburg en voor mezelf beginnen. Klinkt gek misschien, maar als ik niet zo goed Frans had gesproken, had ik niet het zelfvertrouwen gehad om deze onderneming te beginnen. Ik wilde iets creëren wat niet vanzelfsprekend was, maar ik heb nooit een plan gehad. Toen ik in 1980 de exploitatie van Kasteel Erenstein kocht, dacht ik: als het niet lukt, dan zien we wel, ik weet niet wat hierna gebeurt.

‘Camille junior en ik denken hetzelfde. Op maandagochtend zitten we een uurtje bij elkaar en nemen we alles door. Hij spreekt geen Frans, nee. Wel Spaans. Hij heeft in Madrid en New York voor een grote keten gewerkt. In ons metier moet je de wereld hebben gezien. Die wereld komt bij jou op bezoek.’

Kasteel Erenstein in Kerkrade kocht Oostwegel met 10.000 gulden spaargeld, 40.000 gulden van zijn moeder en een banklening van 300.000 gulden. Hij verkocht het in 2010. De andere huizen waren toen al onderdeel van zijn onderneming. Het vijftiende-eeuwse Kruisherenklooster, met gotische kerk, was begin deze eeuw zijn laatste majeure aanschaf.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Oostwegel zocht het in kwaliteit, niet in omvang

‘Ik heb het niet nodig gevonden om groter te worden. Groter in kwaliteit, dat wel. We zijn hier nog lang niet klaar. In deze onderneming wordt veel ontwikkeld. In de keukens bijvoorbeeld. Of door een wijngaard aan te leggen. In de toekomst komt er heus wat bij, denk ik. Ik heb de stap niet gezet, maar misschien gaat Camille junior wel naar de Randstad. De Oostwegel Collection in Amsterdam zou op zich prachtig zijn.

‘Ik heb één talent: delegeren, loslaten. Ik geef jonge mensen graag verantwoordelijkheid. Ik verheug me echt op de overdracht. Ik ben benieuwd naar de accenten die Camille junior zal leggen met zijn team en zijn vrouw. Gisteren is besloten dat zij in de onderneming komt werken. Ze gaat vanwege haar ervaring branding en marketing doen. Natuurlijk kan een partner iets anders doen, maar het is een voordeel als het bedrijf door de hele familie wordt gedragen.’

Zijn echtgenote Judith is onvervangbaar. Ze hadden hun eerste date op Erenstein. ‘Judith kwam niet uit de horeca. Toen ik haar leerde kennen, was ze directie-assistente in een bouwbedrijf. Ze was kleuterleidster van opleiding. Kom op een zaterdagavond meelopen, heb ik gezegd, kijk of je het wat vindt, want als je niets begrijpt van het metier, dan zal het niet werken tussen ons.

Lees het interview van Ron Kosterman met de familie Leeser nog eens terug: Een dynastie in diamanten

‘Na ons huwelijk is ze meteen in de onderneming gekomen. Als mijn secretaresse en rechterhand. Later deed ze personeelszaken. Ze heeft ook een enorme pr-kracht. Ze legt makkelijk contact en is de ideale gastvrouw. Ze heeft me nooit tegengehouden. Integendeel.

‘We hadden net onze trouwplannen gemaakt, toen Château Neercanne in de aanbieding kwam. Dat was in mei 1984. We hadden Erenstein, we waren bezig met Winselerhof. Ik vroeg: “Wat vind jij ervan? Wordt dat niet wat veel?” “Die kans krijg je maar één keer, je bent gek als je het niet doet,” antwoordde ze. Dan doe je het echt samen. Dat is een manier van leven. Als zij het niet had gewild, was het allemaal niet gebeurd.’

Camille junior had als klein jongetje al belangstelling

 We willen de banden versterken met wijnmakers en familiebedrijven in Frankrijk, Spanje en Italië

De opvolging was een lang proces. Toen Oostwegel zestig werd, tien jaar geleden, zat hij met het gezin aan tafel. Op zijn 65ste, spraken ze af, moest de nieuwe leider in zicht zijn. ‘Camille junior had belangstelling. Die had hij al toen hij klein was. Hij ging overal mee naartoe. De restauratie van Château St. Gerlach heeft hij als kind meegemaakt.

‘Als Camille junior had willen wachten, had dat gekund. Dan had ik andere maatregelen moeten nemen. Maar ruim voor mijn 65ste gaf hij aan dat hij graag wilde. Na zijn internationale loopbaan is hij in de onderneming komen werken. Als ik het overdraag, heeft hij bijna vijf jaar aan mijn zijde gewerkt. Hij heeft elk jaar een dossier overgenomen. Eigenlijk is dat spelenderwijs gegaan.’

Dochter Michelle werkt in de keuken van Château St. Gerlach. Haar zus Françoise is ontwerpster en heeft haar eigen bedrijf. Twee dagen in de week adviseert ze het familiebedrijf over de inrichting van de huizen. Ze krijgen ook aandelen in de onderneming, maar Camille junior heeft de zeggenschap. ‘Als directeur moet hij beslissingen kunnen nemen.’

Zuid-Limburg zit in zijn DNA

Oostwegel wordt commissaris, mede op verzoek van zijn zoon. Hij kan goed loslaten, benadrukt hij nog eens. ‘Ik ga op een andere manier van de huizen genieten. Ik word nog meer de entertainer. Ik doe al veel rondleidingen op verzoek van gasten. Dat gaan er meer worden.

‘Ik heb net een vierdaagse cultuurtocht achter de rug. Dat doe ik al 26 jaar. Als gids ga ik op stap met 45 gasten. Ik laat ze bijzondere plekken zien van Limburg en de Euregio. We gaan naar kunstenaars, privékastelen, wijngaarden, de grens over naar Aken, Tongeren en Luik. Die tochten zijn een combinatie van kunst, cultuur, natuur, geschiedenis, ondernemerschap, gastronomie en wijn.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Ja, ik voel me een beetje missionaris. Een van de deelnemers zei eens: “Hij vertelt over Limburg alsof hij het zelf heeft gemaakt.” Dat vond ik treffend. Ik ben hier geboren en getogen. De streek zit in mijn DNA en dat wil ik laten zien en horen. De cultuurtochten zijn nu alleen in de zomer. Vroeger deed ik ze ook in de winter. Die pak ik misschien weer op.

‘Judith en ik gaan wat meer op reis. Ik heb al die jaren weinig tijd gehad om wijn in te kopen. We willen de banden versterken met familiebedrijven in Frankrijk, Spanje en Italië. We gaan zoeken en proeven om hun wijnen in onze huizen te kunnen schenken.’

Oostwegel verlaat het grootouderlijk huis in Houthem

Het echtpaar verhuist binnenkort naar Maastricht. Een rigoureuze stap, want Oostwegel woont bij- na zijn hele leven in Villa Casa Blanca, een huis in kubistische stijl dat zijn grootouders in Houthem lieten bouwen. De helft van de villa wordt gebruikt als hoofdkantoor van Oostwegel Collection. ‘We verhuizen ook in het kader van de overdracht. Zo kom je er letterlijk los van.

‘Ik voel me hartstikke fit, hoor, maar uiteindelijk word ik elke dag ouder. Dan is het mooi om in een stad te wonen en deel te nemen aan de dynamiek. We liepen tegen een heel aardig huis aan, een monument ook, dat we hebben gerestaureerd. Het staat in Wyck, aan de Maas, met uitzicht op de oude stad. Maar ik blijf elke dag in Houthem komen. Voor de wijngaard, de moestuin en de beesten. Het is een half uur fietsen door het Geuldal. Toen ik in Maastricht op school zat, fietste ik dezelfde route.

Lees het interview van Ron Kosterman met chefkok Jermain de Rozario nog eens terug: ‘Een gast is bij mij thuis en bij mij thuis pas je je aan’

‘Als ik een hoogtepunt moet noemen, dan is het toch de officiële opening van Château St. Gerlach in 1997. Dat was een zeer ingewikkeld traject – une mer à boire, zeggen de Fransen. Ik heb daar als achtjarig jongetje gestaan en gezegd dat het ooit van mij zou zijn.

‘De Rolling Stones hebben er gelogeerd, net als Robbie Williams. Ze waren onder de indruk. Ik heb de Amerikaanse president George W. Bush naar zijn kamer gebracht. Dat was de zolder waar ik met de zoon van de boer voor de winter de kisten met appels neerzette. Dat de wereld op bezoek komt in je geboortedorp, is bijzonder.’

De onderneming blijft in familiehanden

Vader en zoon werkten de afgelopen jaren ook aan een familiestatuut. Belangrijkste bepaling: de aandelen van Oostwegel Collection moeten tot in de eeuwigheid in familiehanden blijven. ‘We hebben dat zo duidelijk en streng mogelijk vastgelegd, in het belang van de continuïteit van de onderneming.’

Over 25 jaar is de Amerikaanse eik groot en zegt Spencer misschien wel dat hij de leiding wil overnemen. Een broertje, zusje, neefje of nichtje van hem kan ook. Oostwegel hoopt het mee te maken. ‘Dat zou prachtig zijn, maar ze moeten doen wat ze graag willen doen. En met overtuiging.’