Van alle bevestigde coronapatiënten wereldwijd is ongeveer 4 procent overleden. In Nederland ligt dat met 106 doden op 2.994 positief geteste personen op ongeveer 3,5 procent (laatste update: 20 maart). Het sterftecijfer verschilt erg van land tot land. Hoe komt dat en wat zeggen de cijfers precies?
Er circuleren verschillende cijfers over de sterfte aan het nieuwe coronavirus, SARS-CoV-2. Vaak gaat het om percentages die aangeven hoeveel van de mensen die besmet zijn geraakt tot nu toe zijn overleden.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van Elsevier Weekblad.
Verschillen per land
Dat percentage kan per land erg verschillen. Een van de redenen is dat er verschillen zijn in het aantal tests dat wordt uitgevoerd. In de landen die weinig testen, zijn het vooral de ernstig zieke patiënten die in de officiële cijfers worden meegerekend. Het sterftecijfer onder hen is logischerwijs een stuk hoger.
Dat is bijvoorbeeld in Nederland het geval, waar inmiddels vooral mensen worden getest die er zo ernstig aan toe zijn dat zij in het ziekenhuis moeten worden opgenomen of daar in ieder geval een verhoogde kans op hebben. Van de 2.994 positief geteste personen zijn er 106 overleden (cijfers van 20 maart), ongeveer 3,5 procent. Dat is weliswaar lager dan het wereldwijde sterftecijfer dat nu bekend is – ongeveer 4 procent – maar vermoedelijk nog steeds veel hoger dan het percentage in werkelijkheid is.
In Zuid-Korea, waar juist relatief veel wordt getest, ligt het sterftecijfer een stuk lager. Daar zijn volgens de meest recente cijfers (20 maart) van de 8.652 besmette mensen 96 overleden, net iets meer dan 1 procent.
Grote golf
Wat ook een rol speelt, is de samenstelling van de bevolking en de capaciteit van de ziekenhuizen in een land. Zo wonen in Italië relatief veel ouderen – een risicogroep – en zijn daar tal van ziekenhuizen overbelast door de grote golf patiënten die ineens tegelijkertijd ernstig ziek werden. Daardoor kunnen de artsen lang niet alle patiënten de benodigde zorg bieden. Het sterftecijfer in Italië ligt dan ook een stuk hoger, op ruim 8,5 procent.
De WHO schat dat het werkelijke sterftecijfer wereldwijd ergens tussen de 0,3 en 1 procent ligt. Ter vergelijking: bij de ‘gewone’ griep sterft ongeveer 0,1 procent van de patiënten. Ouderen en mensen met bepaalde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten en diabetes, lopen een verhoogd risico door het coronavirus te overlijden.
Het is lastig te voorspellen hoeveel mensen er uiteindelijk door het virus zullen overlijden. Dit hangt af van allerlei omstandigheden. Zo kan het aantal sterfgevallen stijgen als op meer plekken de ziekenhuizen overbelast raken. Maar als er een vaccin of medicijn wordt ontdekt, zal het juist dalen.