De wereld zag er anders uit dan nu, toen een eeuw geleden de Spaanse griep huishield. Toch blijkt uit oude krantenberichten hoezeer de nieuwsvoorziening en de sentimenten van toen lijken op (‘Man, nies in je eigen tijd!) of verschillen van (‘Het groote publiek is te dom’) de verslaggeving in coronatijd.
Het eerste wat opvalt bij een blik in de archieven van mediadatabanken MyHeritage en Delpher, is de aandacht voor cijfers. Getallen over de verspreiding van de gevreesde virusziekte, destijds de Spaanse griep, worden in kranten en en tijdschriften bijgehouden als betroffen het tussenstanden in een sportwedstrijd. Aangetekend moet worden honderd jaar geleden geen actueler massamedium bestond dan de dagbladen.
De blik is daarbij niet alleen alleen gericht op Nederland, maar ook op de omringende landen, zoals Groot-Brittannië en Ierland.
Ook Parijs werd zwaar getroffen, zoals hieronder te lezen – al trekt vooral de korte melding daarboven de aandacht. Er was namelijk ook nog een wereldoorlog gaande. Sterker nog, de verspreiding van griepvirus werd danig in de hand gewerkt door het massale troepentransport. Alleen al vanuit de Verenigde Staten hadden zich in oktober 1918 ruim twee miljoen soldaten gemeld aan de fronten van de Eerste Wereldoorlog.
Dat het griepvirus kon worden overgedragen via hoesten en niezen, was ook in 1918 bekend. En dat er niettemin mensen waren die ‘hun bacteriën’ lustig ‘door de openbare ruimte sproeiden’ was evenals in 2020 een bron van ergernis. Een reportage uit de Maas- en Scheldebode leest als een in grote frustratie opgeschreven ooggetuigenverslag. Allereerst is er de verwondering over slecht nageleefde gezondheidsvoorschriften:
Daarna, op basis van ervaringen in de tram, is er de ergernis:
En ten slotte is er een stevige woordenwisseling (‘nies in je eigen tijd en in je eigen zakdoek’), alsmede de verzuchting dat ‘het groote publiek nog altijd te dom is’ om aan de voorschriften te voldoen:
Ook de vraag welke vormen van lichamelijke activiteit nog wel zijn toegestaan, of zelfs bevorderlijk zijn voor de gezondheid, houdt de gemoederen bezig. Een briefschrijver verbaast zich in De revue der sporten over een griepgeval in het tennis, terwijl toch werd gedacht dat juist van die sport een heilzame werking uitging.
Net als in 2020 werd in 1918, tussen de berichtgeving over doden en zieken door, flink gediscussieerd over leefwijzen die de kans op besmetting konden verkleinen. Bij het vermijden van de Spaanse griep was, onder meer volgens het Haarlems Dagblad, één zaak van het allergrootste belang:
In 1920, wanneer het ergste achter de rug is en ook de oorlog is beëindigd, is het zaak om het virus niet opnieuw te laten toeslaan. Middenstanders adverteren met wondermiddelen, waarmee de (mannelijke) lezer zijn vrouw, kinderen en zichzelf kan beschermen: ‘Neem vandaag nog een flesch Abdijsiroop in huis’.