Meer dan andere media is NOS Nieuws het doelwit van boze burgers. Zelfs geweld tegen NOS-journalisten begint normaal te worden. ‘Van iedereen, voor iedereen’: kan dat nog wel in roerige tijden? Elsevier Weekblad ging op zoek naar de NOS-kant van het verhaal.
1. ‘Gemoedelijk’
Het is woensdag 22 juli en in De Bilt hebben boeren geprotesteerd. Om tien over half acht ’s avonds is de parkeerplaats van sportpark Weltevreden leeggestroomd, op één satellietwagen na. De knalrode O van het NOS-beeldmerk blikkert in de warme avondzon. NOS. Altijd. Overal.
In de SNG-wagen (SNG staat voor Satellite News Gathering) legt NOS-verslaggever Edwin van den Berg (55) onder hoogspanning de laatste hand aan zijn reportage voor het NOS Journaal van acht uur, dat over twintig minuten begint. Twee minuten heeft hij, voor een hele dag protest. Hij is er blij mee. Om zes uur had hij slechts anderhalve minuut voor het NOS Journaal van zes uur. Dan nog is het worstelen met beelden en woorden. Hoe vandaag te omschrijven?
Zoals dat gaat onder journalisten, is er een zekere consensus over ontstaan. De sfeer was ‘gemoedelijk’, luidt het oordeel. Van den Berg aarzelt, met nog een kwartier te gaan. ‘Wat zegt Teletekst?’ Teletekst zegt ‘gemoedelijk’. Van den Berg denkt, pakt zijn microfoon en spreekt de laatste woorden van zijn reportage in. Die moet nu écht naar Hilversum.
De hele dag is Van den Berg uitgescholden en uitgemaakt voor leugenaar. ‘NOS Fake news!’ ‘NOS Fake news!’: waar hij ook liep, werd het hem nagesist. Een paar keer is hem het werken onmogelijk gemaakt. Na de laatste keer – toen hij twee jonge boerenzonen stond te interviewen voor het NOS Jeugdjournaal – werd het hem even te veel en liep hij weg naar een rustig plekje, denkend dat niemand het zag.
Goed. Daar heeft de kijker allemaal niks mee te maken. Maar ‘gemoedelijk’?
Rustig. De 1,8 miljoen kijkers van het Achtuurjournaal van woensdag 22 juli 2020 zullen Van den Berg horen zeggen dat het boerenprotest ‘rustig’ is verlopen.
2. ‘Onder het vergrootglas’
Het is wel eens leuker geweest, en zeker gemakkelijker, om verslaggever te zijn van NOS Nieuws. Nederland mag dan geen Hongarije zijn, en geen Amerika, waar de gekozen leiders al hun populistische instincten botvieren op de media, echt rustig is het ook in Nederland niet rond de ‘mainstream media’, zoals dat dan heet.
Vooral NOS Nieuws ligt vrijwel permanent onder vuur van uiterst rechtse politici als Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet van Forum voor Democratie. Ook bij veel demonstraties is NOS Nieuws het mikpunt. In de beladen maatschappelijke discussie over diversiteit werd NOS Nieuws dit jaar zelf zelfs onderdeel van het nieuws. De ‘divibokaal’ en de ‘divibase’ van de redactie, bedoeld om niet steeds dezelfde zegslieden in beeld te brengen, werden niet bijster vriendelijk onthaald, ook niet door andere media.
De ‘primaire informatiebron’ voor ‘alle maatschappelijke geledingen’
De afgelopen weken sprak Elsevier Weekblad uitgebreid met meerdere redacteuren van NOS Nieuws. Het interviewde hoofdredacteur Marcel Gelauff, bezocht de redactie voor een blik achter de schermen en ging een dag lang op pad met verslaggever Edwin van den Berg. Wat is hun kant van het verhaal?
Het blijkt hoe dan ook een paradoxaal verhaal. Met al zijn programma’s en platforms vervult NOS Nieuws misschien wel beter dan ooit zijn wettelijke taak. Dat is: de ‘primaire informatiebron’ zijn voor ‘alle maatschappelijke geledingen’. Tegelijk is NOS Nieuws meer dan ooit mikpunt van maatschappelijke ongenoegens.
Dat het pittige tijden zijn voor journalisten van NOS Nieuws proef je meteen. Vraag je redacteuren op de man of vrouw af wat ze vinden van alle kritiek op hun organisatie, dan zeggen ze eerst: maak het niet groter dan het is. Nederland is zo veel meer dan Twitter of het Malieveld. Maar na een tijdje praten blijkt dat het NOS-bashen ze toch niet in de koude kleren gaat zitten.
‘Verreweg het grootste deel van de Nederlanders is hartstikke blij met ons’
‘Hongaarse toestanden? Welnee,’ zegt chef eindredactie Bram Schilham (54) bijvoorbeeld in eerste instantie, in een zaaltje dat op de redactie bekendstaat als ‘de vissenkom’. Martijn Bink (48), naast verslaggever één dag per week binnenlandcoördinator (‘bico’): ‘Verreweg het grootste deel van de Nederlanders is hartstikke blij met ons. Ja, die ergeren zich weleens aan een foutje. Maar die zijn niet tegen ons.’
Dominique van der Heyde (56), die in 2018 Bram Schilham opvolgde als chef van de parlementaire redactie, doet aanvankelijk ook tamelijk luchtig, als EW haar thuis bijna twee uur spreekt. ‘Ik ben echt he-le-maal niet bang,’ zegt ze. ‘Ik zie ook niet minder appreciatie voor wat we doen. De kritiek die we krijgen, is hooguit zichtbaarder geworden door internet en sociale media.’
Maar dat is allemaal ook voorzichtigheid, zoals Schilham aan het einde van het gesprek eerlijk toegeeft. ‘Dat is mijn aard.’ Wie bij NOS Nieuws werkt, moet extra op z’n woorden letten. ‘We liggen natuurlijk enorm onder het vergrootglas,’ zegt Bink. Daarnaast is het ook taakopvatting.
Veel redacteuren van de NOS zijn gestopt met twitteren
NOS Nieuws – zeggen redacteuren in koor – is er voor het nieuws van de dag, de ‘duiding’ van dat nieuws en de verschillende ‘perspectieven’ op dat nieuws. Maar niet voor meningen. Schilham: ‘De NOS heeft nooit een mening over het nieuws.’ Bink: ‘Je zal nooit iemand van de NOS horen zeggen: “Ik vind”. Je bent de hele dag bezig om te vermijden dat je bevooroordeeld bent.’
Dus: liever geen meningen, ook niet over de critici van je eigen organisatie. Typerend voor hun behoedzaamheid is dat de redacteuren die EW sprak, op Van der Heyde en Van den Berg na, allemaal niet meer twitteren, of hooguit puur functioneel. Ook hoofdredacteur Gelauff is er al jaren geleden mee opgehouden. Martijn Bink: ‘Het krijgt al snel de verkeerde dynamiek. Je moet verschrikkelijk oppassen met wat je zegt. En als je steeds moet denken: kan dit wel, dan kun je beter niet twitteren.’
3. Het Kwaad
Maar onder dat laagje voorzichtigheid blijkt het NOS-bashen redacteuren wel degelijk te raken. Om te beginnen het gebash vanuit de politiek. Thierry Baudet riep eind 2018 op – nadat hij het op Eerste Kerstdag aan de stok kreeg met oud-hoofdredacteur van het NOS Journaal Hans Laroes – de NPO te ‘saneren’. De journalisten zouden de ‘publieke en politieke meningsvorming manipuleren’.
Wilders haalde eind juli, niet voor het eerst, uit naar NOS Nieuws en hoofdredacteur Gelauff. ‘We gaan de hele @NOS samen met de rest van de publieke omroep zodra we de kans krijgen met veel plezier en overtuiging opheffen en @Marcel Gelauff als eerste geheel onafhankelijk naar het UWV begeleiden.’
Dat was een reactie op uitlatingen van Gelauff, de avond ervoor, in praatprogramma Op1. Hij beschuldigde Wilders en Baudet ervan een ‘vijandbeeld’ te creëren tegen journalisten van NOS Nieuws, en zo bij te dragen aan de agressie tegen hen. Van den Bergs ervaringen die dag in De Bilt waren de concrete aanleiding.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Een dag later haalde Wilders opnieuw uit. Na het ontslag van de hoofdredacteur van Hongarijes grootste onafhankelijke nieuwssite en het vertrek – uit protest – van de redactie, twitterde Wilders, bewonderaar van premier Viktor Orbán: ‘Kunnen wij dat ook snel met @MarcelGelauff van de @NOS en de rest van de leugenachtige media doen?’
‘Ik geloof serieus dat Wilders de NOS heel belangrijk vindt’
Is Hongarije dus dichterbij dan je denkt? Chef politiek Van der Heyde zegt er enerzijds niks van te geloven dat Wilders de publieke omroep echt wil killen. ‘Dat is voor de bühne. Ik geloof serieus dat Wilders de NOS heel belangrijk vindt.’ Haar redactie werkt al jaren goed met hem samen. Bijvoorbeeld als hij in zijn eentje gaat demonstreren, zoals laatst op 10 juli op het Binnenhof (‘Geen cent naar Italië!’), bij het bezoek van de Italiaanse premier Giuseppe Conte aan premier Mark Rutte. ‘Dat is gewoon nieuws.’
Maar Baudets oproep om de NPO te ‘saneren’, ja, die voelt ze wel als een bedreiging. ‘Dat vind ik vervelender. Dat klinkt als iets onaangenaams. Alsof de politiek er straks over gaat wie er wel en niet journalist mag zijn in Nederland. Baudets strijd tegen “het mediakartel” is ideologischer. Hij zegt dat we een agenda hebben. En die hebben we niet.’
Saneer de #NPO. https://t.co/0ahyyeYvGR
— Thierry Baudet (@thierrybaudet) June 12, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Echt geraakt, zegt ze, wordt ze door termen als ‘staatsomroep’. ‘Staatsomroep! Dat is Noord-Korea! Een omroepster die zegt dat de oogst geweldig is, terwijl de bevolking verhongert. Wij zijn in dienst van het publiek, niet van de macht. Dat raakt me dus enorm.’ Ook Schilham geeft uiteindelijk toe dat ze misschien wel meer shit dan ooit over zich heen krijgen. ‘Maar dat is de tijdgeest. Mensen houden zich minder in, instituties worden niet meer automatisch gerespecteerd. Bedreigingen zal ik nooit voor lief nemen, maar sommige dingen horen er gewoon bij. Niet iedereen kan van je houden.’
Gevraagd of hij er als journalist dan niet meer last dan gemak van heeft dat hij voor een publieke nieuwsorganisatie werkt, wijkt zijn laatste voorzichtigheid. ‘Ik ben er juist trots op!’ zegt hij met stemverheffing. ‘Ik vind het een eer om voor de publieke omroep te werken.’
Lees het opiniestuk van Bram Hahn: Farmers Defence Force schaadt alle boeren
‘Mark van den Oever ziet ons niet als mensen, maar als de “de overheid”’
Martijn Bink vertelt hoe hij als verslaggever met een cameraman op het podium stond bij het protest van Farmers Defence Force bij het RIVM in Bilthoven, toen boerenleider Mark van den Oever zich op trumpiaanse wijze opeens tegen de NOS-ploeg keerde en riep: ‘Zij vertellen óók niet de waarheid!’
Bink: ‘Ik heb tegen hem gezegd: snap je niet hoe bedreigend dat voor ons is? Hij ziet ons niet als mensen, maar als “de overheid”. Want NPO, dus de vijand. Het kwaad. En ja, wij laten natuurlijk óók het RIVM aan het woord. Dan denken zij: de NOS is tegen de boeren. Zo word je onderdeel van de actie.’
Het raakt hem, zegt hij. ‘Ik heb nooit gedacht dat ik een verlengstuk van de overheid ben. Ik ben journalist geworden om verhalen te vertellen en de macht te controleren. Als je in die kern wordt geraakt, vraag je je wel af: wat is hier gebeurd? Dan houd ik mezelf maar voor dat het een kleine groep is. Negenennegentig procent van de Nederlanders is nog steeds blij als de NOS op bezoek komt.’
4. Behoefte aan cohesie
Dat laatste is zeker waar. Voor de meeste Nederlanders – oud, jong, man, vrouw, hoger of lager opgeleid – is NOS Nieuws de hele dag domweg dé nieuwsbron, stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in 2014 vast. Alle platforms van NOS Nieuws samen – televisie, radio, internet – weten wekelijks 93 procent van de Nederlanders te bereiken. Dat lukt geen enkel ander medium.
Wel verandert het kijkgedrag. Jongere kijkers kijken naar het Jeugdjournaal of – voor 13- tot 18-jarigen – NOS Stories op YouTube of Instagram. Het is inmiddels een ouder publiek dat op een vast tijdstip voor de televisie plaatsneemt om het Achtuurjournaal te kijken. Binnen de organisatie is het dan ook niet meer het programma waarvoor alles moet wijken.
Maar het vlaggenschip is het Achtuurjournaal nog steeds. Ondanks alle voorspellingen van mediagoeroes dat het ‘traditionele televisiekijken’ is gedoemd te verdwijnen. ‘In elk media-dieet speelt het NOS Journaal een centrale rol,’ aldus het SCP.
Gemiddeld 2,2 miljoen kijkers per uitzending
Je hebt veelkijkers en weinigkijkers, maar het NOS Journaal kijken ze allemaal, minstens een paar keer per week. Met het Achtuurjournaal als nationale dorpspomp: dit jaar gemiddeld zo’n 2,2 miljoen kijkers per uitzending. Dat is – dankzij corona – 200.000 meer dan voorgaande jaren. Op hoogtijdagen van de coronacrisis waren het er dagelijks zelfs drie miljoen of meer.
Dus ja: NOS-bashen mag dan een deel van de tijdgeest zijn, voor hoofdredacteur Marcel Gelauff (62) zijn de hoge kijkcijfers ook tijdgeest, zegt hij in een lang gesprek, begin juli, op zijn spartaans modern ingerichte kantoor. NOS Nieuws ligt zoals meer maatschappelijke instituties – politiek, rechterlijke macht, wetenschap – dan wel onder vuur, eigenlijk is de positie van NOS Nieuws verrassend onaangetast. Nederland is volgens sommige waarnemers aan het ‘versplinteren’, aan de kijkcijfers zie je dat niet echt af.
Hem zul je dan ook niet horen voorspellen dat het traditionele journaal op een vast tijdstip over tien jaar niet meer bestaat, zegt Gelauff. ‘We zijn niet alleen maar individu. Mensen willen ook samen iets delen, hebben behoefte aan cohesie. Zeker als je eigen leven wordt bedreigd, zoals bij corona. De ervaringen van de afgelopen maanden hebben me alleen maar gesterkt in de gedachte: dit gaat niet weg. Niet zomaar.
‘Je zou zelfs kunnen zeggen dat we er beter dan vroeger in slagen om aan onze wettelijke opdracht te voldoen. Vroeger had je vooral het Journaal, en dat had altijd al een wat ouder publiek. Nu hebben we met NOS Stories op Instagram 720.000 volgers en ruim 100.000 op YouTube. Het NOS Jeugdjournaal heeft op YouTube een half miljoen abonnees. Als het gaat om nieuws brengen bij een jong publiek zijn dat ongekende successen.’
De NOS stuurt bewaking mee bij een onderwerp waarbij veel publiek zou kunnen zijn
Anderzijds is er in alle gesprekken met de mensen van NOS Nieuws toch steeds weer dat andere Nederland. Ook Gelauff kan er niet om heen.
‘Ja, het klimaat is veel harder. De toon van het debat is harder, maar verslaggevers merken het ook op straat. We sturen sinds een jaar of twee bij elk onderwerp waarbij redelijk veel publiek zou kunnen zijn – manifestaties – vast bewaking mee. Nu met al die demonstraties is het een standaardbehandeling. In burger, op de achtergrond. Mensen van ons worden uitgescholden, beledigd, bespuugd, het werken onmogelijk gemaakt. Dat is aan de orde van de dag. Auto’s worden beschadigd, klemgereden… Nou, dat was negen jaar geleden allemaal niet, toen ik hoofdredacteur werd.’
5. Opmars van de straat
De Fortuyn-revolte van 2002 was voor de NOS en veel andere media een waarschuwing. Onderhuids broeiden er dingen die ze hadden genegeerd of niet gezien, omdat ze verkeerd keken. ‘Minder staat, meer straat’ werd daarop onder toenmalig hoofdredacteur Hans Laroes het adagium.
Bijna twintig jaar later komt de straat naar de NOS toe. De ene na de andere maatschappelijke delegatie meldt zich op het Journaalplein, als was het Paleis Soestdijk ten tijde van koningin Juliana. Eis: een gesprek met de hoofdredactie.
NOS-journalist Robert Bas was het zat en is inmiddels geëmigreerd
Ook in agressieve zin roert de straat zich nadrukkelijk. Het was NOS-journalist Robert Bas die in 2017 live werd belaagd door Turkse demonstranten bij het Turkse consulaat in Rotterdam. Van zich af meppend met zijn microfoon sloeg hij op de vlucht. Bas is inmiddels geëmigreerd – de vernielingen en scheldpartijen, de klappen en het gespuug zat.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen